nl
Indicatie (
Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25)
Tekst
Storingen 51
Verkeerd type temperatuurvoeler aange-
sloten
Storingen 52
Temperatuurvoelers verwisseld
Storingen 53
Verkeerde montageplaats temperatuur-
voeler
Storingen 54
Temperatuur voor thermische desinfectie
in Solarboiler niet bereikt
Storingen 55
Solarsysteem nog niet in bedrijf gesteld
Storingen 56
Minstens één pomp of één DWK in hand-
matig bedrijf
1) De displaytekst wordt weergegeven op de busdeelnemer (Bijv. afstandsbediening) die de storing
heeft herkend. Op de andere busdeelnemers wordt in plaats daarvan de code weergegeven, komt
overeen met de displaytekst.
Code
Oorzaak
122
Collectortemperatuurvoeler
als boilertemperatuurvoeler
(T
) gebruikt.
2
123
Boilertemperatuurvoeler als
collectortemperatuurvoeler
(T
) gebruikt.
1
132
Temperatuurvoeler van het
type PTC 1000 als boilertem-
peratuurvoeler (T
133
Temperatuurvoeler van het
type PTC 1000 als collector-
temperatuurvoeler (T
gebruikt.
124
Temperatuurvoelers
(T
en T
) verwisseld.
1
2
125
Collectortemperatuurvoeler
(T
) aan ingang collectorveld
1
geïnstalleerd.
145
Maximale temperatuur voor
de solarboiler te gering.
Pompvolume van desinfectie-
pomp (PE) te gering.
Thermische desinfectie hand-
matig onderbroken voordat
de noodzakelijke tempera-
tuur in de solarboiler is
bereikt.
146
Solarsysteem is nog niet in
bedrijf.
147
Pomp (SP) in handmatig
bedrijf.
154
Pomp (PE) in handmatig
bedrijf.
Storingen verhelpen | 63
Door installateur laten
verhelpen
Gebruik het juiste type tempe-
ratuurvoeler.
gegevens in installatiehandlei-
ding van ISM.
) gebruikt.
2
)
1
Controleer de temperatuurvoe-
lers en verwissel de aansluitin-
gen indien nodig.
Monteer collectortemperatuur-
voeler (T
1
collectorvelduitgang.
Stel de maximale temperatuur
voor de solarboiler hoger in.
Stel het pompniveau op de
desinfectiepomp (PE) hoger in
of open het reduceer-DW-kraan
verder, indien mogelijk.
Geen storing. Storingsmelding
wordt alleen 5 minuten weer-
gegeven.
Vul en ontlucht de solarinstal-
latie volgens de documentatie
bij de solarinstallatie en bereid
de installatie voor de inge-
bruikneming voor. Neem de
solarinstallatie vervolgens in
bedrijf.
Zet de parameter voor pomp
terug op „Automatisch".
6 720 613 401 (2007/01)
Technische
) in de buurt van de