Hoofdstuk 5: Probleemoplossing
Probleemoplossingstabel (vervolg)
Probleem
Versnipperen gaat te
langzaam of het
vliegwiel blokkeert
De riem rafelt of rolt van
de riemschuif
Koppeling raakt
oververhit
Riem verbrandt
Vliegwiel draait niet
De machine trilt
overmatig
Tijdens het versnipperen
trillen de takken en slaan
ze tegen mijn handen
aan.
Machine voedt zichzelf
niet goed door
De motor loopt maar het
vliegwiel draait niet
De wielen wijken af naar
links of rechts tijdens
Mogelijke oorzaak
→ Het toerental is te laag waardoor de riem wegglijdt. Geef vol gas.
→ Controleer of de aandrijfriem loszit of beschadigd is; maak vast of
vervang. Zie Hoofdstuk 4.
→ Controleer op een bot of beschadigd mes; slijp of vervang het
mes. Zie Hoofdstuk 4.
→ De groef van de riemschijf is gedeukt. Controleer de aandrijfriem
op slijtage en harde plekken. Vijl eventuele inkepingen op de
riemschijf weg.
→ De aandrijfriemen zijn uitgerekt, vervang ze. Zie hoofdstuk 4.
→ De riemschijven zijn niet goed uitgelijnd.
→ Stop onmiddellijk de motor en maak de bougiekabel los.
→ Draai het vliegwiel met een houten stok om zeker te zijn dat deze
vrij kan draaien.
→ Controleer of de aandrijfriem los zit. Zie hoofdstuk 4.
→ Verwijder eventueel opgebouwd vuil uit de vultrechter en
de afvoertrechter.
→ Controleer op een bot of beschadigd mes; slijp of vervang het
mes. Zie Hoofdstuk 4.
→ De slijtplaat zit niet goed op het vliegwiel. Maak de
bevestigingsschroeven van de slijtplaat los, zet de slijtplaat goed en
draai de schroeven weer aan.
→ Als de motor nog steeds overmatig trilt, neem dan contact op
met de lokale distributeur voor assistentie.
→ Het mes is bot, slijp of vervang het. Zie hoofdstuk 4.
→ De slijtplaat is bot; slijp of vervang deze. Zie hoofdstuk 4.
→ Controleer het toerental van de motor, geef vol gas tijdens het
versnipperen.
→ Het mes is bot, slijp of vervang het. Zie hoofdstuk 4.
→ De slijtplaat is bot; slijp of vervang deze. Zie hoofdstuk 4.
→ Controleer het toerental van de motor, geef vol gas tijdens het
versnipperen.
→ De schoenen van de koppeling zijn versleten. Vervang de
versleten of gebroken koppeling. Zie hoofdstuk 4.
→ De aandrijfriem zit te los; pas de riemspanning aan.
Zie hoofdstuk 4.
→ Verwijder eventueel opgebouwd vuil uit de vultrechter en
de afvoertrechter.
→ Controleer de bandenspanning en zorg ervoor dat deze
27
overeenkomt met het aantal PSI zoals weergegeven op de banden.
23