3.5 Installatie leidingen
Het product is ontworpen voor een perma-
nente aansluiting op het leidingwaternet.
Goedgekeurde leidingen van de juiste grootte
moeten worden gebruikt voor installatie. De
relevante normen en voorschriften moeten
worden gevolgd.
3.5.1 Aansluitingen - afmetingen en functie
Verbind-
Afmeting
ing
C
G3/4" intern Koud water in
D
G3/4" intern Spiraalaansluiting, RETOUR
E
G3/4" intern Warmwatercirculatie
F
G3/4" intern Spiraalaansluiting, FLOW
H
G3/4" intern Warm water uit
I
ø6 / 8 mm
P
G1/2" intern Veiligheidsklep P&T (meegeleverd)
3.5.2 Inkomende waterdruk
De efficiëntie van het product is afhankelijk
van de binnenkomende koudwaterdruk. De
waterdruk moet gedurende de dag min. 2 bar
en max. 6 bar zijn. Overmatige waterdruk kan
worden aangepast door een drukreductieklep
te installeren.
3.5.3 Verbindingsleidingen
Leidingen van geschikte grootte en kwaliteit
moeten naar de aansluitingen op het product
worden geleid en worden vastgemaakt met
een geschikt afdichtmiddel.
In het verwarmingscircuit moet een veilig-
heidsklep (zie punt 2.3) worden gemonteerd
die geschikt is voor het geïnstalleerde effect
in overeenstemming met de geldende lokale
voorschriften (niet meegeleverd).
3.5.4 Drukvaltabel - spiraal
Productinformatie:
Spiraal
opper-
Product
vlak m²
DGC 200
2,6
DGC 250
2,6
DGC 300
3,1
8
Functie
Sensorsleuf
Drukval (mbar) bij volumeflow:
540 L/u
900 L/u
1800 L/u
(0,15L/s)
(0,25 L/s)
(0,50 L/s)
40
128
40
128
51
150
P
E
F
I
D
C
2700 L/u
3600 L/u
(0,75 L/s)
(1,00 L/s)
421
840
1390
421
840
1390
479
946
1610
H
4500 L/u
5400 L/u
(1,25 L/s)
(1,50 L/s)
2100
3050
2100
3050
2410
3340
Cw-waarde
(m³/h):
Flow @ 1bar
drukval
3,0
3,0
2,8