FLITSER-INSTELLINGEN AAN DE AFSTANDSBEDIENING
FLITSMODI
Op de Leica SF C1 kunnen de flitsmodi worden ingesteld, waarmee
de verbonden, los van de camera geplaatste flitsapparaten moeten
werken. Daarbij staan naar wens de TTL-modus of de handmatige
modus ter beschikking:
U kiest een andere modus met behulp van de
• Op de monitor verschijnen
of M
– onder
TTL
– naast de groepsletter van alle ingeschakelde groepen de
betreffende weergaven
• Als de functie is ingeschakeld (zie pagina 19), bevestigt de Leica
SF 60 gerealiseerde instellingen door een pieptoon.
Aanwijzing:
Deze instelling vindt met de Leica SF 60 gezamenlijk plaats voor
alle flitsapparaat-groepen.
FLITS-BELICHTINGSCORRECTIES EN DEELLICHTVERMOGEN-
NIVEAUS
Op de Leica SF C1 kunnen voor de verbonden, los van de camera
geplaatste flitsapparaten flits-belichtingscorrecties (in de modus
), respectievelijk deellicht-vermogensniveaus (in de modus
TTL
worden ingesteld:
Instelring
TTL
), respectievelijk gewenste vermogensniveau (bij
-knop
M/TTL
1
monitor wordt weergegeven
Als u weer ongecorrigeerde flitsbelichtingen wilt hebben, moet u de
correctiewaarde op 0.0 zetten
Aanwijzingen:
• Een eventueel reeds door middel van menubediening op de
camera ingevoerde correctiewaarde is niet effectief zodra er één
wordt ingesteld op de Leica SF C1.
• Deze instelling kan voor iedere flitsapparaat-groep individueel
plaatsvinden.
zodanig draaien dat de gewenste correctiewaarde (bij
9
NL
)
M
M
) op de
17