Lage warmtapwatertemperatuur of gebrek
aan warmtapwater
•
Gesloten of gesmoorde extern gemonteerde vulklep voor
het warmtapwater.
–
Open de afsluiter.
•
Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
–
Stel de mengklep af.
•
VVM S320 in onjuiste bedrijfsstand.
–
Open menu 4.1 - "Bedrijfsstand". Als stand "Auto" is ge-
selecteerd, selecteert u een hogere waarde voor "Stop
bijverwarming" in menu 7.1.10.2 - "Instel. Auto-modus".
–
Warmtapwater wordt geproduceerd met de VVM S320
in de modus "Handmatig". Als er geen lucht/water-
warmtepomp is, moet "Bijverwarming" worden geacti-
veerd.
•
Groot warmtapwaterverbruik.
–
Wacht totdat het warmtapwater is opgewarmd. Tijdelijk
verhoogde warmtapwatercapaciteit kan worden geacti-
veerd op het "Warmwater" beginscherm, in menu 2.1 -
"Meer warmwater" of via myUplink.
•
Te lage warmtapwaterinstelling.
–
Open menu 2.2 - "Warmwatervraag" en selecteer een
hogere vraagstand.
•
Beperkte toegang warmtapwater met de "Smart Control"-
functie actief.
–
Als het gebruik van warmtapwater gedurende een lan-
gere periode laag is geweest, zal er minder warmtapwa-
ter worden geproduceerd dan normaal. Activeer "Meer
warmwater" via het "Warmwater" beginscherm, in menu
2.1 - "Meer warmwater" of via myUplink.
•
Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwater.
–
Open menu 7.1.10.1 - "Prioritering werking" en verhoog
de tijd waarin het warmtapwater prioriteit moet krijgen.
Let op: als de tijd voor warmtapwater wordt verhoogd,
wordt de tijd voor warmteproductie verlaagd, waardoor
lagere/ongelijke kamertemperaturen kunnen ontstaan.
•
"Vakantie" geactiveerd in menu 6.
–
Open menu 6 om te deactiveren.
Lage kamertemperatuur
•
Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
–
Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op max.
U kunt de ruimtetemperatuur beter aanpassen via het
beginscherm "Verwarming" dan door de thermostaten
lager te zetten.
•
VVM S320 in onjuiste bedrijfsstand.
NIBE VVM S320
–
Open menu 4.1 - "Bedrijfsstand". Als stand "Auto" is ge-
selecteerd, selecteert u een hogere waarde voor "Stop
verwarming" in menu 7.1.10.2 - "Instel. Auto-modus".
–
Indien de modus "Handmatig" geselecteerd is, selecteert
u "Verwarming". Indien dit niet genoeg is, selecteert u
"Bijverwarming".
•
Te lage instelwaarde op de automatische verwarmingsre-
geling.
–
Afstellen via de smart guide of beginscherm "Verwar-
ming"
–
Als de kamertemperatuur alleen laag is bij koud weer,
moet de helling in menu 1.30.1 - "Stooklijn" mogelijk naar
boven toe worden bijgesteld.
•
Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
–
Open menu 7.1.10.1 - "Prioritering werking" en verhoog
de tijd waarop de verwarming prioriteit moet krijgen. Let
op: als de periode voor verwarming wordt verhoogd,
wordt de tijd voor warmtapwaterproductie verlaagd,
waardoor de hoeveelheid warmtapwater kleiner kan
worden.
•
"Vakantie" wordt geactiveerd in menu 6 - "Programmeren".
–
Open menu 6 om te deactiveren.
•
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde
kamertemperatuur.
–
Controleer alle externe schakelaars.
•
Lucht in het afgiftesysteem.
–
Ontlucht het afgiftesysteem.
•
Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem of warmte-
pomp.
–
Open de kleppen.
Hoge kamertemperatuur
•
Te hoge instelwaarde op de automatische verwarmingsre-
geling.
–
Afstellen via de smart guide of beginscherm "Verwar-
ming"
–
Als de kamertemperatuur alleen hoog is bij koud weer,
moet de helling in menu 1.30.1 - "Stooklijn" mogelijk naar
beneden worden bijgesteld.
•
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde
kamertemperatuur.
–
Controleer alle externe schakelaars.
Ongelijkmatige ruimtetemperatuur.
•
Onjuist ingestelde stooklijn.
–
Finetune de stooklijn in menu 1.30.1.
•
Te hoog ingestelde waarde voor "dT bij DOT"..
–
Open menu 7.1.6.2 (aanvinst. klim.systeem) en verlaag
de waarde van "DOT".
•
Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.
Hoofdstuk 11 | Storingen in comfort
63