Stel de gewenste waarde in. De nieuwe waarde wordt
weergegeven aan de rechterkant van het symbool op het
startscherm Verwarming/startscherm Koeling.
LET OP!
Een stijging in de kamertemperatuur kan worden
vertraagd door de thermostaten van de radiatoren
of de vloerverwarming. Open daarom de thermo-
staten volledig, behalve in die kamers waar een
koudere temperatuur is vereist, bijv. slaapkamers.
TIP
Als de ruimtetemperatuur steeds te laag/hoog is,
verhoogt/verlaagt u de waarde met één stap in
menu 1.1.1.
Als de ruimtetemperatuur verandert wanneer de
buitentemperatuur verandert, verhoogt/verlaagt
u de helling met één stap in menu 1.30.1.
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling in-
voert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft te
stabiliseren.
MENU 1.3 - INSTELLINGEN RUIMTESENSOR
Hier verricht u uw instellingen voor ruimtesensoren en zones.
De ruimtesensoren zijn ingedeeld in zones.
Hier selecteert u de zone waartoe een sensor behoort. Het
is mogelijk meerdere ruimtesensoren aan te sluiten voor ie-
dere zone. Iedere ruimtesensor kan een unieke naam krijgen.
De regeling van verwarming en koeling wordt geactiveerd
door de betreffende optie aan te vinken. Welke opties worden
weergegeven, is afhankelijk van het geïnstalleerde type
sensor. Als de regeling niet wordt geactiveerd, is de sensor
de weergegeven sensor.
LET OP!
Een langzaam verwarmingssysteem, zoals bijvoor-
beeld vloerverwarming, is mogelijk niet geschikt
voor regeling met behulp van ruimtesensoren.
Als er meerdere zones en/of klimaatsystemen zijn, worden
de instellingen per zone/systeem verricht.
MENU 1.3.4 - ZONES
Hier kunt u zones toevoegen en benoemen. U selecteert ook
het klimaatsysteem waaronder een zone valt.
MENU1.4 - EXTERNE INVLOED
Informatie voor de accessoires/functies die van invloed
kunnen zijn op het binnenklimaat en die actief zijn, wordt
hier weergegeven.
MENU 1.5 - NAAM KLIMAATSYSTEEM
U kunt het klimaatsysteem van de installatie hier een naam
geven.
NIBE VVM S320
MENU 1.30 - GEAVANCEERD
Menu "Geavanceerd" is bedoeld voor gevorderde gebruikers.
Dit menu heeft meerdere submenu's.
"Stooklijn" Helling van de stooklijn instellen.
"Curve, koeling" Helling van de koelcurve instellen.
"Externe afstelling" Verschuiving van de stooklijn instellen
als het externe contact is aangesloten.
"Laagste a-temp. verw." Minimaal toegestane aanvoertem-
peratuur instellen tijdens verwarming.
"Laagste aanv. koel." Minimaal toegestane aanvoertempera-
tuur instellen tijdens koeling.
"Hoogste aanvoertemp." Maximaal toegestane aanvoertem-
peratuur instellen voor het klimaatsysteem.
"Eigen stooklijn" Hier kunt u, als er speciale eisen zijn, uw
eigen stooklijn creëren door de gewenste aanvoertempera-
turen in te stellen voor verschillende buitentemperaturen.
"Puntverschuiving" Selecteer hier een wijziging in de
stooklijn bij een bepaalde buitentemperatuur. Eén stap is
normaal gesproken voldoende om de ruimtetemperatuur
met één graad te veranderen, maar in sommige gevallen
kunnen meerdere stappen nodig zijn.
MENU 1.30.1 - STOOKLIJN
Stooklijn
Instelbereik: 0 – 15
In menu "Stooklijn voor verwarming" kunt u de stooklijn voor
uw woning bekijken. De stooklijn is bedoeld om ongeacht
de buitentemperatuur voor een gelijkmatige binnentempe-
ratuur te zorgen. Middels deze stooklijn bepaalt de VVM S320
de temperatuur van het water naar het klimaatsysteem, de
aanvoertemperatuur en zodoende de binnentemperatuur.
Hier kunt u een stooklijn selecteren en aflezen hoe de aan-
voertemperatuur verandert bij verschillende buitentempe-
raturen.
TIP
Het is ook mogelijk om uw eigen stooklijn te creë-
ren. Dit gebeurt in menu 1.30.7.
LET OP!
Met vloerverwarmingssystemen wordt de maxima-
le aanvoertemperatuur normaliter ingesteld tussen
35 en 45 °C.
Hoofdstuk 9 | Regeling – Menu's
41