10 • Elektrische installatie
4.3
Aansluitschema – CFI 400-500
De CFI 400 en CFI 500 vereisen 3 x 230 VAC.
Het schema toont de correcte aansluiting in de aansluitdoos op de motor.
Let op! Voedingspanning CFI altijd middels frequentieregelaar (3x230 volt).
230/3/60 V AC
M
YE
RE
BR
U1
V1
W1
L1
L2
Afb. 10
De specificaties van de inlineventilator en de motor zijn terug te vinden in paragraaf 2.1 Afmetingen. De inlineventilator is
uitgerust met een variabelesnelheidsmotor.
Gebruik kabelwartelgrootte M25 aan de aansluitdoos op de motoren.
4.4
Controleren en wijzigen van de draairichting op de CFI 400 en 500
Om de draairichting van de rotor te controleren is het nodig dat u de draairichting van de koelschoepen aan het einde van
de motorbehuizing kunt zien.
De correcte draairichting is ook aangegeven door een pijl op de eindkap van de motor. Er zijn gaten in de eindkap
waardoor u de koelschoepen kunt zien, maar het is moeilijk om de draairichting te zien tenzij de ventilator erg traag
draait.
De ventilator kan met verkeerde draairichting werken. De ventilator zal dan echter slechts 25-30% van de volledige
capaciteit halen. Een verkeerde draairichting beschadigt de motor en veroorzaakt elektrische fouten in de
frequentieregelaar.
Het wijzigen van de draairichting gebeurt door het veranderen van twee van de draden op de frequentieregelaar. Zie het
bij de frequentieregelaar meegeleverde aansluitschema.
GEVAAR
Schakel de elektrische stroom uit vooraleer onderhoud uit te voeren. Contact met onder
stroom staande elektrische onderdelen kan een schok of de dood veroorzaken.
BU WH BA
W2 U2
V2
L3
3110076 CFI 300-500 NL 20200512