Opnemen
Selecteer een map van [A] tot [E] voordat
u de opname start. Deze mappen kunnen naar
keuze worden gebruikt om het onderscheid te
maken tussen de types opnamen. Map [A] kan
bijvoorbeeld worden gebruikt om persoonlijke
informatie op te slaan, terwijl Map [B] speciaal
voor bedrijfsinformatie kan worden voorbehouden.
Knop.REC.s
Knop.STOP.4
Knop.`/OK
1
. Selecteer.de.opnamemap..
(☞.blz..19.tot.blz..21).
Mappen wijzigen:
1 Als u bij de bestandsweergave op de
knop LIST drukt in de stopstand, keert
u terug naar het hoger liggende niveau.
Als u herhaaldelijk op de knop LIST drukt,
gaat u naar het scherm met de mappenlijst.
2 Als u in de mappenlijstweergave op de
knop 2 of 3 drukt, worden de mappen
voor de spraakopnamen geselecteerd.
•
Nieuwe audio-opnamen zullen als het
laatste bestand worden bewaard in
de geselecteerde map.
Druk.op.de.knop.REC s.en.maak.
u.klaar.om.op.te.nemen.
•
Draai de microfoon in de richting van
de bron die moet worden opgenomen.
a Resterende opnametijd
b Niveaumeter (wijzigen volgens het
opnameniveau en de instellingen
van de opnamefunctie)
c Opnamemodus
a
b
c
•
Het indicatielampje voor opnemen knippert
en [
] verschijnt op het scherm.
•
U kunt het stemsynchronisatieniveau
instellen wanneer opnemen met
stemsynchronisatie ingeschakeld is.
[Rec Mode] kan niet worden gewijzigd in de
•
stand-bymodus van de opname of tijdens
het opnemen. Configureer dit terwijl de
recorder is gestopt (☞ blz. 41, blz. 43).
•
De verschillende functies met betrekking tot
de opname kunnen worden geconfigureerd
op basis van de opnameomstandigheden
(☞ blz. 41, blz. 43, blz. 44).
•
De niveau-indicatiepositie van de niveau-
meter zal wijzigen in overeenstemming
met het schakelen van de verschillende
instellingen met betrekking tot de opname.
Controleer het opnameniveau via de niveau-
meter nadat u de instellingen hebt gewijzigd.
Pas.het.opnameniveau.aan.met.
behulp.van.de.REC LEVEL-keuzeknop.
•
Deze recorder is ontworpen om zuiver en
gelijkmatig op te nemen, zelfs in opname-
omstandigheden waarbij het volume
van het brongeluid aanzienlijk wijzigt. Er
kunnen echter opnamen met een hogere
geluidskwaliteit worden bereikt door het
opnameniveau handmatig aan te passen.
•
Als een te hoog volume wordt ingevoerd,
kan er ruis optreden, zelfs als [Rec Level]
is ingesteld op [Auto] of [Limiter On]. Het
is ook mogelijk dat in sommige gevallen het
indicatielampje [PEAK], dat u wijst op een
grote invoer, niet oplicht. Voor geslaagde
opnamen raden wij u aan de opnamefunctie
en het volume te controleren voordat u het
apparaat gebruikt.
Wanneer [Rec Level] is ingesteld op [Auto],
•
wordt het opnameniveau automatisch
aangepast. Stel [Rec Level] in op [Manual]
wanneer u de functie voor het aanpassen van
het opnameniveau en de beperkingsfunctie
gebruikt (☞ blz. 41, blz. 43).
2
Dit kan worden
aangepast
binnen een bereik
van [0] tot [10].
Hoe hoger het cijfer
op de keuzeknop,
hoe hoger het
opnameniveau
zal zijn. Ook de
indicatiepositie
van de niveaumeter
zal verhogen.