5
Markeer Continue (doorgaan) en druk vervolgens op de knop OK.
De instelling blijft van kracht tot u deze wijzigt en geldt voor alle
camerafuncties.
6
Druk op de Menu-knop om het menu te sluiten.
De instelling voor de opslaglocatie controleren
In de opnamemodi voor foto's en video's wordt de door de camera
gebruikte opslaglocatie in het statusgebied weergegeven met een pictogram. U
controleert de locatie als volgt:
Opslaglocatie
Hoofdstuk 1
Internal (intern)—De camera gebruikt
altijd het interne geheugen, zelfs als de kaart
is geïnstalleerd.
Zet de keuzeschakelaar in de modus Auto
(automatisch)
Druk in een willekeurige opnamemodus op
.
—Geheugenkaart
—Intern geheugen
, of
13