Inhoudsopgave
Advertenties
Warmtepompvariabelen voor ruimteverwarming
• FSV #4011 voor DHW-prioriteit is standaard op "0(DHW)" (standaard) ingesteld. Ruimteverwarming krijgt voorrang
door FSV #4011 "1" in te stellen, maar dat geldt enkel als de buitentemperatuur lager is dan de gespecificeerde
temperatuur volgens FSV #4012.
• Koudweercompensatie wordt toegepast als de ruimteverwarming een prioriteit (FSV #4011=1) krijgt. Dat hangt
af van de verwarmingsspoel en boosterverwarming in de watertank. De verwarmingsspoel bevindt zich onder in
de watertank en de boosterverwarming in het midden van de tank. De verwarmingsspoel kan dus alle water in
de tank verwarmen. De kans dat warm water door de verwarmingsspoel stroomt neemt af volgens de prioriteit
van de ruimteverwarming. En het water dat zich in het lagere gedeelte van de tank bevindt krijgt mogelijk niet
voldoende warmte van de boosterverwarming. Koudweercompensatie verhoogt de doeltemperatuur van de
boosterverwarming volgens de temperatuur van FSV #3034 (standaard=10°C) hoger dan de gebruikersinstelling.
• Temperatuur voor ruimteverwarming uit (FSV #4013, standaard "35˚C", bereik 14 ~ 35˚C):
Bij hoge buitentemperaturen boven deze waarde zal de ruimteverwarming worden uitgeschakeld om verhitting te
vermijden.
• Overschrijdingstemperatuur (FSV #4014, standaard "2˚C", bereik 1 ~ 4˚C): Nog NVT
Variabelen back-upverwarming voor ruimteverwarming
• De FSV #4021 moet ingesteld worden op 1(Yes) om een elektrische 2-trapsback-upverwarming te gebruiken in de
CONTROL KIT als bijkomende warmtebron.
• Om de verlaagde verwarmingsprestatie van de warmtepomp bij heel koud weer te compenseren, moet de FSV
#4023 worden ingesteld op "1(On)" (standaard).
- De drempeltemperatuur om de back-upverwarming als compensatie bij koud weer te gebruiken:
FSV #4024, standaard "0˚C", bereik -15 ~ 35˚C
- De werking van de back-upverwarming is beperkt om energie te sparen binnen het bereik van de
drempeltemperatuur.
• De FSV #4022 voor back-upverwarmingsprioriteit moet worden ingesteld op "0(both)" (standaard) of "1"(backup)
om de back-upverwarming te gebruiken. Is dat niet het geval (prioriteit boosterverwarming), dan kan de back-
upverwarming werken in geval er geen vraag is van de boosterverwarming.
• De drempeltemperatuur voor de werking van de back-upverwarming in de ontdooiingsmodus, om een koude tocht
vanwege koud water te voorkomen, kan worden beheerd door FSV #4025 aan te passen. Onder FSV #4025 van
wateruitlaattemperatuur zal de back-upverwarming worden ingeschakeld.
• Controleer het vermogen van de stroomonderbreker van uw huis voor u de toestellen gebruikt, als u beide
verwarmingstoestellen samen wilt gebruiken.
OPMERKING
Externe back-upboiler voor ruimteverwarming (veldoptie)
• De FSV #4031 moet ingesteld worden op "1 (Yes)" om een back-upboiler als bijkomende warmtebron te gebruiken.
(standaard: "0 (No installation)")
• Prioriteit van back-upboiler en warmtepomp is gedefinieerd volgens FSV #4032 (standaard: "0(OFF)")
• Om de verlaagde verwarmingsprestatie van de warmtepomp bij heel koud weer te compenseren, werkt de back-
upboiler in de plaats van de warmtepomp volgens de drempeltemperatuur (FSV #4033, standaard "-15˚C",
bereik -20 ~ 5˚C).
NEDERLANDS-47
Advertenties
Inhoudsopgave
