Handleiding ECL Comfort 210/296/310, applicatie A217/A317
5.4 Retour grens
De retourtemperatuurgrens is gebaseerd op de buitentemperatuur.
Standaard wordt in stadsverwarmingssystemen een
hogere retourtemperatuur aanvaard bij een daling
van de buitentemperatuur. De relatie tussen de
retourtemperatuurgrenzen en de buitentemperatuur
wordt ingesteld in twee coördinaten.
De coördinaten van de buitentemperatuur worden ingesteld
in 'Hoog T uit X1' en 'Laag T uit X2' . De coördinaten van de
retourtemperatuur worden ingesteld in 'Grens hoog Y2' en 'Grens
laag Y1' .
De controller wijzigt automatisch de gewenste aanvoertemperatuur
om een aanvaardbare retourtemperatuur te verkrijgen, wanneer
de retourtemperatuur daalt tot onder of stijgt tot boven de
berekende grens.
Deze grens is gebaseerd op een PI-regeling, waarbij P ('Infl.'
factor) snel reageert op afwijkingen en I ('Adapt. tijd') langzamer
reageert en na verloop van tijd de kleine verschuivingen tussen de
gewenste en actuele waarden verwijdert. Dit wordt gedaan door
het wijzigen van de gewenste aanvoertemperatuur.
58 | © Danfoss | 2020.01
= Buitentemperatuur
X
= Grenstemperatuur
Y
= Hoog T uit (1x031)
# X1 #
= Laag T uit (1x033)
# X2 #
= Grens laag (1x032)
# Y1#
= Grens hoog (1x034)
# Y2 #
De berekende grens wordt tussen haakjes weergegeven ( ) in het
bewakingsdisplay.
Raadpleeg de paragraaf 'Temperaturen en systeemonderdelen
bewaken' .
AQ055186460331nl-000401