PPP 3G/4G configureren
2
1
5
1.
Navigeer naar Configuratie.
2.
Selecteer Interface.
3.
Algemeen en selecteer WAN = modem (PPP).
4.
Navigeer naar Configuratie>Interface>PPP modem en voer APN in dat
van toepassing is op de geselecteerde 3G/4G-aanbieder. Laat resterende
velden leeg.
5.
Druk op Opslaan onder aan de pagina.
Huidige limiet configureren
2
1
Opmerking: Wijzig de instellingen van de huidige limiet als de huidige limiet lager
moet zijn dan het zekeringniveau van de laadstatus.
1.
Navigeer naar Configuratie.
2.
Selecteer Uitgang.
3.
Wijzig de instellingen voor de huidige limiet.
94
De URL en de identiteit van het laadstation (ChargeboxID) naar de
portal configureren
1.
Controleer de statuspagina om te controleren of de internettoegang
correct werkt.
2.
Zorg ervoor dat de OCPP ChargeboxID en het serveradres bekend zijn.
Deze informatie moet door de portaalbeheerder worden verstrekt.
3
Als de portal "Charge Portal" van CTEK E-Mobility wordt gebruikt,
heeft de URL naar de portal de volgende indeling:
4
wss://<companyname>.oamportal.com/Ocpp/websocket.
Opmerking: De ChargeboxID moet uniek zijn en niet meer dan 22 tekens
bevatten. De geselecteerde portal moet OCPP v1.5 of v1.6 ondersteunen.
3.
Navigeer naar Configuratie>Backend en voer de ChargeboxID in.
4.
Stel het communicatieprotocol in op OCPP v1.5 of v1.6.
5.
Voer het backend-adres in. Gewoonlijk kunnen de andere parameters
ongewijzigd blijven.
6.
Druk op Opslaan onder aan de pagina.
7.
Navigeer naar de statuspagina en controleer of het portalcommunicatie
tot stand is gebracht.
RFID configureren
1
3
Opmerking: Voor laders zonder portalverbinding kunt u alleen RFID-tags
toevoegen en verwijderen vanuit de webinterface in de lader. Bij aangesloten
laders kunt u wijzigingen alleen in de portal doorvoeren.
1.
Navigeer naar Configuratie>Uitgang>Verificatie en selecteer RFID voor
alle aansluitingen om RFID-verificatie met RFID-tag te activeren voor
het opladen.
2.
Goedgekeurde RFID-tags kunt u toevoegen en verwijderen onder
Tag-beheer.
Gebruikers- en installatie-instructies
Installatietests uitvoeren
•
Zorg ervoor dat het laadstation stevig aan de muur/paal is bevestigd.
•
Controleer de aansluiting van de stroomkabel en netwerkkabel.
Draai de kabelwartel zo nodig vast.
•
Als de installatie een Nanogrid Home-installatie is, controleer dan
de communicatie tussen de externe EM en de lader.
•
Laad een voertuig op. Controleer de stroom en zorg ervoor dat de
laadsymbolen op het display correct werken.
-
-
•
Controleer of de bescherming tegen weersinvloeden van het slot correct
is verzegeld.
•
Controleer of de display verlicht is.
Onderhoudstests uitvoeren
Onderhoud aan het product moet eenmaal per jaar worden uitgevoerd.
•
Zorg ervoor dat de laaduitgang/laadkabel in goede staat is.
•
Vervang zo nodig de laaduitgang/laadkabel.
•
Controleer de rubberen pakkingen. Verwijder eventueel vuil van
de rubberen pakking.
•
Update zo nodig de software.
2
•
Controleer de kabelwartel. Draai zo nodig vast.
Het product recyclen
3
Het product moet worden gerecycled als elektronische apparatuur. Volg de
plaatselijke voorschriften voor het recyclen van elektronische apparatuur.
Functiecontrole RFID
Internetverbinding (3G/4G/router/Ethernet)
CTEK E-Mobility AB