1 Reglementering
Waarschuwing
De installatie van het toestel moet door een erkend vakman gebeuren volgens de regels
•
der kunst en conform de voorschriften beschreven in deze handleiding.
Bij de installatie moeten ook de plaatselijke reglementeringen in acht worden genomen.
•
(zie bijlage 1).
De stralingsbuizen beantwoorden aan de CE-norm. Indien specifieke nationale eisen
•
dienen te worden nageleefd, moet er worden geopteerd voor de geschikte toestellen.
Gelieve ons in dit geval te contacteren. Deze instructies zijn enkel geldig indien het juiste
landsymbool op het toestel is vermeld. Elk recht op garantie vervalt indien deze richtlijn
niet wordt gerespecteerd. Het is dus uitermate belangrijk om dit te controleren.
Het toestel is uitgerust met een brander met vlamtemperatuur hoger dan 150
•
installatie in geklasseerde gebouwen of op plaatsen die een risico kunnen inhouden,
dienen de bevoegde instanties te worden geraadpleegd.
Controleer dat de omgeving waarin het toestel wordt geïnstalleerd geen gevaar kan
•
opleveren in verband met ontvlambare of corrosieve stoffen. De aanwezigheid van
chemische
&
perchlorethyleen enz, ) kunnen zelfs bij kleine hoeveelheid schadelijk zijn voor bepaalde
(vnml. warme) onderdelen van het toestel. Het recht op garantie vervalt indien deze
richtlijn niet wordt gerespecteerd.
Zorg ervoor dat de voorgeschreven minimale ventilatie-eisen worden nageleefd.
•
GARANTIEBEPERKINGEN
De hieronder beschreven voorschriften en richtlijnen moeten strikt worden nageleefd, zoniet
vervalt elk recht op garantie.
Het toestel is bestemd voor verwarming van niet-residentiële gebouwen. Gebruik voor
•
andere toepassingen dan waarvoor het werd gefabriceerd (e.g. procesverwarming) is
niet toegelaten.
Het toestel dient in het gebouw te worden geïnstalleerd. Zorg ervoor dat installatieruimte
•
vochtvrij is en niet onderhevig aan externe klimaatcondities.
Om vroegtijdige beschadiging van onderdelen te vermijden, is het noodzakelijk na te
•
gaan of de omgeving waarin het toestel wordt geïnstalleerd geen gevaar kan opleveren
in verband met ontvlambare of corrosieve stoffen (vb. : producten die chloor, zwavel,
ammoniak, natrium bevatten, diverse zuren enz.). Neem de nodige voorzorgen om te
vermijden dat chloorhoudende substanties/dampen met het verbrandingsproces in
aanraking komen.
Toestellen dienen met de nodige omzichtigheid te worden geïnstalleerd en regelmatig te
•
worden onderworpen aan een onderhoudsbeurt. Zorg ervoor dat toestellen niet worden
blootgesteld aan schokken en externe klimaatomstandigheden.
Alle richtlijnen beschreven in dit document moeten worden nageleefd.
•
Er mogen geen modificaties aan het toestel worden aangebracht.
•
chloorhoudende
bestanddelen
en
zuren
- 4 -
0
C. Bij
(e.g.
trichlorethyleen,