34
9
Het beeld is te
klein of te groot
10
Het beeld heeft
schuine zijden
11
Het beeld is
omgedraaid
Problemen met de projector
#
Omstandigheid
1
De projector reageert op geen
enkele besturing
2
Lamp is doorgebrand of maakt
een knallend geluid
•
Pas de zoomhendel op de bovenkant van de
projector aan.
•
Plaats de projector dichter bij of verder van het
scherm.
•
Druk op "MENU" op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening. Ga naar "Beeld" >
"Beeldverhouding" en probeer verschillende
instellingen.
•
Verplaats de projector indien mogelijk zodat deze
gecentreerd en onder de onderkant van het scherm
is gericht.
•
Druk op het bedieningspaneel of op de
afstandsbediening op de
trapeziumcorrectieknoppen tot het beeld vierkant
is.
•
Druk op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening op "MENU" om het OSD-menu te
openen. Ga naar "Beeld" > "Automatische keystone
(X1140A/X1240/X1340W/P1340W)" of "Beeld" >
"Handmatige keystone" om aanpassingen aan te
brengen.
•
Selecteer "Beeld" > "Projectiemodus (X1140A/
X1240/X1340W/P1340W)", "Beeld" >
"Projectielocatie (X1140A/X1240/X1340W/P1340W)"
in het OSD en pas de richting van de projectie aan.
Schakel, indien mogelijk, de projector uit en
trek vervolgens de voedingskabel uit. Wacht
30 seconden voordat u de voeding opnieuw
aansluit.
Als de lamp het einde van zijn nuttige
levensduur bereikt, zal hij doorbranden of
een luid knallend geluid maken. Als dat
gebeurt, zal de projector niet opnieuw
inschakelen tot de lampmodule is
vervangen. Om de lamp te vervangen, volgt
u de procedures die zijn beschreven in de
sectie "De lamp vervangen".
Oplossing