Opmerking: "HDMI-kleurbereik" en "HDMI-scaninfo" zijn uitsluitend
beschikbaar als het ingangssignaal HDMI is.
Instelling
Gebruik deze functie om het gewenste startscherm te kiezen.
Als u de instelling wijzigt, wordt deze toegepast zodra u het
OSD-menu sluit.
Startscherm
•
•
Gebruik deze functie om het startscherm aan te passen. Volg
onderstaande instructies om het beeld dat u als startscherm
wilt gebruiken vast te leggen.
Opmerking
Voordat u verder gaat met de volgende stappen zorgt u dat
"Trap.correctie" is ingesteld op de standaardwaarde "0" en
dat de originele resolutie van de projector wordt gebruikt.
•
Schermopname
•
•
•
•
Bronselectie
•
Selecteer een gewenste ondertitelmodus uit OT1, OT2, OT3
of OT4 (OT1 geeft ondertitels weer in de primaire taal van
Ondertitels
uw regio). Kies "Uit" om de ondertitels uit te schakelen. Deze
functie is alleen beschikbaar als een composiet video- of
S-video-ingang is geselecteerd en de systeemindeling NTSC is.
Acer: het standaardstartscherm van de Acer-projector.
Gebruiker: gebruik het opgeslagen beeld van de functie
"Schermopname".
Selecteer "Schermopname" om het startscherm aan te
passen.
Een dialoogvenster verschijnt om de actie te bevestigen.
Kies "Ja" om de huidige afbeelding te gebruiken als
aangepast startscherm. Kies "Nee" om de
schermopname te annuleren en het Schermmenu (OSD)
te sluiten.
Er verschijnt een melding dat de schermopname bezig is.
Als de schermopname is voltooid, verdwijnt de melding
en wordt het oorspronkelijke beeld weergegeven.
Handmatig: druk op "SOURCE" op het besturingspaneel
of op de afstandsbediening drukken, of op de directe
brontoets op de afstandsbediening om tussen
ingangssignalen te schakelen.
Auto: de projector detecteert de bron automatisch.
23