6.
Aansluitschema's
L
N
P1 P1
N P2 N P3 N
L
N
Circulatiepompen
230 V
1
50 Hz
Het stuurcontact van de brander is potentiaalvrij en moet aangesloten worden (in de stuurkring van de brander)
(*)
zoals het contact van een thermostaat.
Variant 1
Met elektrothermisch zoneventiel
Variant 2
Met zoneventiel
gemotoriseerd door
servomotor TEMPOLEC
SM100R.
Variant 3
Besturing van de
brander als de ketel
geen gescheiden
230 V-voeding heeft.
Variant 4
Ruimtethermostaat met klok,
3-draadsaansluiting.
De klemmennummers zijn enkel
geldig voor de thermostaten
THEBEN RAM721, 722, 725, 782,
785, 812 top2 en 832 top2.
Voor de thermostaten RAM784, 784R, 811 top2,
en 831 top2, dienen alleen de klemmen 2 en 3
gebruikt te worden (2-draadsaansluiting).
(*)
2
3
Voeding
230 V 50 Hz
P1 P1 N
L
P1 P1
1
2
SM100R
L
N
Ketel-
thermostaat
Veiligheids-
thermostaat
Brander
N N T1 T1 L L
3
N T1 L T2 L
T3 L
Ruimtethermostaten
1
2
Variant 5
elektromechanische
ruimtethermostaat met
thermische terugkoppeling.
De klemmennummers zijn enkel
geldig voor de thermostaten
EBERLE RTR-E 3521, RTR-E
N
3524, RTR-E 3563, RTR-E 6124,
RTR-E 6129 et RTR-E 6145.
Variant 6
3
Boilerthermostaat of
zwembadwarmtewisselaar
met klokcontact.
D.m.v. de klok kan onnodig
opwarmen van de boiler of
de zwembadwarmtewisselaar
gedurende bepaalde periodes
van de dag vermeden worden.
Bij aansluiting van een boilerthermostaat op de
ingang T3, kan de kring nr. 3 voorrang hebben
op de 2 andere door het overbruggen van de
klemmen X-M.
2
4
H
5
NL
X
M
Overbrugging
3
voor voorrang
op zone 3
T3 L
N N
T1 T1
L L
4
2
1
Thermostaat
L
H
N
3