- Schakel het apparaat uit
voordat u het in gebruik
neemt.
- Verwijder de stop van de
waterafvoeropening en bewaar
deze op een veilige plaats.
- sluit de afvoerslang goed en
stevig aan en zorg ervoor dat hij
niet geknikt en niet verstopt is.
- Plaats de uitlaat van de slang
boven een afvoer of emmer en
zorg ervoor dat het water vrij uit
het toestel kan stromen
- Dompel het uiteinde van de slang
niet onder water, anders kan dit
''Air Lock'' in de slang veroorzaken.
Om morsen van water te voorkomen:
•
Als de onderdruk van de condensaatbak groot is, kantel de
afvoerslang naar beneden in de richting van de vloer. Het is
wenselijk dat de hellingshoek meer dan 20 graden bedraagt.
•
Maak de slang recht om te voorkomen dat er een klem in de slang
ontstaat.
Verwijder de rubberen
afdichtplug
Doorlopende afvoerslang
(binnendiameter = 16mm)
30