omstandigheden in het gebied veilig zijn gemaakt door beheersing van
ontvlambaar materiaal.
2.2.4 Controle op de aanwezigheid van koelmiddel
Vóór en tijdens de werkzaamheden moet het gebied worden
gecontroleerd met een geschikte koelmiddeldetector, zodat de monteur
zich bewust is van mogelijk ontvlambare atmosferen. Zorg ervoor dat de
gebruikte lekdetectieapparatuur geschikt is voor gebruik met ontvlambare
koelmiddelen, d.w.z. geen vonken, afdoende afgedicht of intrinsiek
veilig.Aanwezigheid van brandblusser
Indien er aan de koelapparatuur of aanverwante onderdelen heet werk
moet worden verricht, moet er geschikt brandblusmateriaal voorhanden
zijn. Zorg voor een droog poeder- of CO2-brandblusapparaat naast de
laadruimte.
2.2.5 Geen ontstekingsbronnen
Niemand die werkzaamheden met betrekking tot een koelsysteem uitvoert
waarbij leidingen worden blootgelegd die ontvlambaar koelmiddel
bevatten of hebben bevat, mag ontstekingsbronnen gebruiken op
zodanige wijze dat dit tot brand- of explosiegevaar kan leiden. Alle
mogelijke ontstekingsbronnen, met inbegrip van het roken van sigaretten,
moeten op voldoende afstand worden gehouden van de plaats van
installatie, reparatie, verwijdering en opruiming, waarbij ontvlambaar
koelmiddel mogelijk in de omringende ruimte kan vrijkomen. Alvorens
werkzaamheden worden uitgevoerd, moet het gebied rond de apparatuur
worden geïnspecteerd om er zeker van te zijn dat er geen ontvlambare
gevaren of ontstekingsrisico's zijn. "Verboden te roken"-borden moeten
worden aangebracht.
2.2.6 Geventileerde ruimte
Zorg ervoor dat de ruimte in de open lucht is of dat er voldoende
ventilatie is alvorens in te breken in het systeem of hete werkzaamheden
uit te voeren. Een zekere mate van ventilatie moet worden gehandhaafd
gedurende de periode dat de werkzaamheden worden uitgevoerd. De
13