WAARSCHUWING
Dit apparaat niet blootstellen aan regen of
vocht ter verkleining van de kans op brand of
een elektrische schok.
Open de behuizing niet om elektrocutie te
voorkomen. Laat het toestel alleen nakijken
door vaklui.
Veranderingen aan deze apparatuur zijn niet
toegestaan.
DIT APPARAAT DIENT TE WORDEN GEAARD.
Om de stroomtoevoer volledig te onderbreken,
dient u de stekker uit te trekken. Wanneer een
apparaat wordt aangebracht, neem dan een
direct toegankelijk ontkoppelingsmechanisme
in de vaste bedrading op of sluit de netstekker
aan op een makkelijk toegankelijke
contactdoos bij het apparaat. Plaats de ME-
apparatuur niet op een plaats waar de stekker
moeilijk kan worden uitgetrokken. Als er tijdens
de werking een storing in het apparaat
optreedt, bedien dan het
ontkoppelingsmechanisme om de voeding uit
te schakelen of maak de netstekker los van de
contactdoos.
Symbool op de producten
Dit symbool duidt op de
equipotentiaalaansluiting die diverse
onderdelen van een systeem op hetzelfde
potentiaal brengt.
Raadpleeg de bedieningsinstructies
Volg voor onderdelen van het apparaat
waarop dit symbool voorkomt de
aanwijzingen in de handleiding op.
Dit symbool duidt de fabrikant aan en
verschijnt naast de naam en het adres van de
fabrikant.
Let op
Bij het afvoeren van het toestel of toebehoren, dient u
rekening te houden met de plaatselijk geldende
wettelijke voorschriften en de reglementen in het
betreffende ziekenhuis.
2
WAARSCHUWING op
voedingsaansluiting
Maak gebruik van een geschikte netspanningskabel voor
het plaatselijke elektriciteitsnet.
1. Gebruik de goedgekeurde netspanningskabel (3-weg
netsnoer)/apparatenstekker/stekker met
aardcontacten die voldoen aan de
veiligheidsvoorschriften van het betreffende land
(indien van toepassing).
2. Gebruik de netspanningskabel (3-weg netsnoer)/
apparatenstekker/stekker met de correcte
stroomsterkte (voltage/amperage).
Wanneer u vragen heeft over het gebruik van de
bovengenoemde netspanningskabel/apparatenstekker/
stekker, neem dan contact op met deskundig service-
personeel.
Belangrijke opmerkingen bij het gebruik
in een medische omgeving
1. Alle apparatuur die op dit toestel wordt aangesloten,
moet beantwoorden aan de normen IEC60601-1,
IEC60950-1, IEC60065 of andere IEC/ISO normen
die hiervoor gelden.
2. Daarnaast moeten alle configuraties voldoen aan de
systeemnorm IEC60601-1-1. Iedereen die extra
apparatuur op het signaalingangsdeel of het
signaaluitgangsdeel aansluit, configureert een
medisch systeem en is er derhalve verantwoordelijk
voor dat het systeem voldoet aan de vereisten van de
systeemnorm IEC60601-1-1. Raadpleeg bij twijfel
altijd het gekwalificeerde servicepersoneel.
Dit toestel mag niet worden gebruikt in een
patiëntenzone.
* Patiëntenzone.
3. Raak de patiënt nooit aan terwijl u in contact staat
met deze apparatuur.
4. Deze specifieke apparatuur en alle bijbehorende,
zoals hierboven beschreven, aangesloten apparatuur,
moet worden aangesloten op de netvoeding via een
extra isolerende transformator die voldoet aan de
constructievereisten van IEC60601-1 en die
minimaal basisisolatie biedt.