DLC-010 als standalone unit
Installatievoorschriften
1.
Sluit een 230VAC voedingsbron aan op de stroomonderbreker op de DIN-
rail. Sluit de aardedraad aan op het aardklemblok (naast de stroomonder-
breker)
2.
Sluit de stroomdraden van de motor aan op de aansluitklem van de
"Cover motor (24VDC)" en de draden van de motorsensor op de aansluit-
klemmen van de "Cover motor sensor" in de DLC-010. (aansluitklem nr.
1, 2, 3, 4, 5)
3.
Sluit de 'open'- en 'close' -klemmen van de sleutelschakelaar aan op de
klemmenblokken van de sleutelschakelaar (klem nr. 9, 10, 11, 12)
4.
Zorg ervoor dat DIP-SCHAKELAAR 1 in de UIT-stand staat, zodat de DLC-
010 lokaal wordt aangestuurd, via de sleutelschakelaar
5.
Na installatie:
Schakel de hoofdstroom in. De statusled moet blauw zijn (modus "niet
gekalibreerd" - zie pagina 12 voor meer informatie).
Draai aan de sleutelschakelaar en controleer of de motor op de juiste
manier draait (sleutelschakelaar gedraaid om te openen - afdekking moet
openen). Als dit niet het geval is, verwissel dan de stroomkabels van de
motor (zie foto volgende pagina: verwissel de rode en grijze draden -
klem nr. 1 & 2)
Optioneel:
Klem 13 en 14 kunnen worden gebruikt om een fi ltratiepomp aan te sluiten.
De DLC-010 zal de fi ltratiepomp activeren of deactiveren, afhankelijk van de
positie van de afdekking en/of de bedrijfsmodus. Zie pagina 14 voor details.
8
DIP-schakelaar 1 naar UIT:
Lokale bediening (via sleutelschake-
laar) is geactiveerd
ON
1 2 3