Signalering van alarmen
In onderstaande tabel worden de alarmen beschreven die kunnen worden gesignaleerd.
WEERGAVE DISPLAY
AL 1 - ACTIEF ALARM STROOMUITVAL
AL 2 - ACTIEF ALARM VOELER
ROOKGASSEN
AL 3 - ACTIEF ALARM HOT TEMP
AL 4 - ACTIEF ALARM AFZUIGER
DEFECT
AL 5 - ACTIEF ALARM GEEN
ONTSTEKING
AL 6 - ACTIEF ALARM GEEN PELLETS
AL 7 - ACTIEF ALARM THERMISCHE
BEVEILIGING
AL 8 - ACTIEF ALARM GEEN DRUK
AL 9 - ACTIEF ALARM VOELER WATER
AL c - ACTIEF ALARM TRIAC
WORMSCHROEF
AL E – STORING REINIGER
Elke alarmconditie heeft onmiddellijk uitdoving van het apparaat tot gevolg. De alarmtoestand wordt bereikt na de tijd die
is ingesteld op Pr11
(ingestelde fabriekswaarde 90")
REINIGING EN ONDERHOUD
Voorzorgsmaatregelen voor de reiniging
Verzeker u van het volgende, alvorens het apparaat schoon te maken of onderhoud erop te plegen:
- het apparaat moet gedoofd en alle delen ervan moeten helemaal afgekoeld zijn;
- de as moet helemaal afgekoeld zijn.
- de achterste schakelaar ("Antistoringsfilter") moet ingesteld zijn op "0" (uitgeschakeld).
- de aszuiger die gebruikt wordt om de as op te zuigen moet geschikt zijn en het filter ervan moet in goede staat zijn.
Alvorens het apparaat weer te gebruiken moeten alle eerder gedemonteerde componenten teruggeplaatst worden, en
moet gecontroleerd worden of de afdichtingen goed afsluiten.
Tijdens het schoonmaken moeten de persoonlijke veiligheidsuitrustingen worden gebruikt die worden voorgeschreven
door de richtlijn 89/391/EEG.
De regelmaat van het schoonmaken hangt af van het type en de kwaliteit van de verbrande pellets, dus de hieronder
aangegeven intervallen kunnen variëren.
Elk probleem met het apparaat dat ontstaat door onvoldoende reiniging ervan, wordt niet gedekt door garantie.
De veiligheid van het product wordt aangetast als deze werkzaamheden niet worden verricht.
De reinigingswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd door de eindgebruiker, zoals in de volgende
paragrafen wordt aangegeven.
THERMOKACHEL OP PELLETS-HOUT HRV VIKTOR, HRV TORSBY
Alarm stroomuitval. Als er geen elektriciteit is in bepaalde situaties
er als...")
De voeler van de rookgastemperatuur is defect of zit los.
Te hoge temperatuur van de rookgassen. Voordat dit alarm verschijnt, wordt op het
display de tekst "HETE ROOKG" weergegeven, wanneer de maximale
rookgastemperatuur wordt bereikt (Pr14).
Afzuiger rookgassen defect. Als de (tachometrische) encoder in de afzuiger een
snelheid van 0 waarneemt.
Geen ontsteking. Wanneer de minimumtemperatuur van de rookgassen (Pr13) niet
wordt bereikt binnen de maximale tijd van de ontstekingscyclus (Pr01).
Plotselinge uitdoving tijdens de werkfase. Wanneer de temperatuur van de
rookgassen tijdens de werkfase onder de minimumgrens daalt (Pr28).
Thermische beveiliging. Wanneer de veiligheidsthermostaat (contact onderbroken)
(te hoge watertemperatuur) of een van de gemonteerde microschakelaars voor het
sluiten van de deur van de vuurhaard.in werking treden. In geval van interventie door
de veiligheidsthermostaat moet het apparaat handmatig gereset worden.
Geen druk. Wanneer de drukschakelaar rookgassen in werking treedt (contact
onderbroken) als er geen trek is in het rookkanaal.
De voeler van het water is defect of zit los.
Fout in triac wormschroef. Wanneer de reductiemotor wormschroef niet minimaal 0,2
seconden stopt in het maximale werkinterval van 8,0 seconden. Voordat het alarm
afgaat, treedt er een veiligheidsrelais in werking die de elektrische voeding van de
reductiemotor geforceerd stopt.
Dit gebeurt wanneer de vuurhaard tijdens de reinigingsfase (aan het begin of tijdens
het uitdoven) niet correct wordt uitgelijnd.
OORSPRONG VAN HET ALARM
en kan worden gereset door lang op de toets 4 te drukken.
32
NL - Rev. 1.0
(zie "Wat gebeurt