THERMOKACHEL OP PELLETS-HOUT HRV VIKTOR, HRV TORSBY
NL - Rev. 1.0
Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een vloer met een adequaat draagvermogen. Als de bestaande constructie
niet aan deze eis voldoet moeten passende maatregelen worden getroffen (bv. een lastverdelende plaat).
De minimale veiligheidsafstand tot ontvlambare materialen moet ten minste 200 mm zijn vanaf de zijkanten, 200
mm vanaf de achterkant, 800 mm vanaf de voorkant en 750 mm vanaf de bovenkant van het apparaat.
De installatie moet gemakkelijk toegang bieden voor het schoonmaken van het apparaat, de rookgasleidingen en het
rookkanaal, en elk volgend onderhoud door een erkend technisch assistentiecentrum.
Nadat de beste opstelling is bepaald, moet het apparaat worden gepositioneerd door de onderstaande aanwijzingen
nauwgezet op te volgen.
Het apparaat mag niet in kleine kamers, slaapkamers, badkamers en in omgevingen met een explosieve atmosfeer
worden geïnstalleerd (bijvoorbeeld een garage).
Ruimten rondom en bovenhet apparaat
Op de afbeelding hieronder worden de minimumafstanden aangegeven tot wanden of niet gemakkelijk te verplaatsen
meubels, die in aanmerking moeten worden genomen bij de positionering van het apparaat.
WAND AAN DE
ACHTERKANT
Tussen eventuele planken of verlaagde plafonds die zich boven het apparaat bevinden en de bovenkant van het
apparaat zelf moet minstens 75 cm afstand zijn.
Kleine meubels en verplaatsbare voorwerpen van brandbaar materiaal moeten op minstens 20 cm afstand blijven tot de
zijkanten van het apparaat; deze voorwerpen dienen te worden verplaatst als er onderhoud nodig is.
Bescherm alle constructies die in brand zouden kunnen vliegen tegen de warmtestralingen van het vuur.
Extra ingrepen door een erkend technisch assistentiecentrum waarbij het apparaat moet worden losgekoppeld
van het systeem worden niet gedekt door garantie (zie het hoofdstuk "Conventionele garantievoorwaarden").
Verseluchtinlaat
Tijdens de werking van het apparaat wordt er verbrandingslucht uit de omgeving aangezogen; daarom moet deze lucht
dus beslist worden aangevuld via een verseluchtinlaat. Als er geen luchtinlaat is, is dat van invloed op de trek in het
rookkanaal en daardoor op de verbranding en de veiligheid van het apparaat.
Het is dus verplicht een verseluchtinlaat te maken met een volledig vrije doorlaat van minstens 80 cm
(ronde opening
2
met een diameter van minstens 15 cm, beschermd door een speciaal rooster met grove mazen).
Als het niet mogelijk is de verseluchtinlaat te maken in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd, dan kan dit gat
worden gemaakt in een aangrenzende ruimte, op voorwaarde dat deze permanent in verbinding staat met een
doorgangsopening (diameter minstens 15 cm).
13