F - ONDERHOUD
1 - ONDERHOUDSINTERVENTIE
Onderhoudinterventies moeten plaatsvinden door
de installateur of een bevoegde persoon om de
functionaliteit en de veiligheid van de installatie te
garanderen.
Het aantal onderhouds- en reinigingsinterventies
moet in verhouding zijn tot de gebruiksfrequentie
van de gemotoriseerde hek.
Voor een gebruik van ongeveer 10 cycli per dag,
moet het volgende worden voorzien:
• Elke 12 maanden een interventie voor de
mechanische onderdelen: aanhalen van schroeven,
smering, controle van de scharnieren, aanslagen en
de goede uitbalancering van de poort...
• Elke 6 maanden een interventie voor de
elektronische
onderdelen:
fotocellen, bedieningsmiddelen...
2 - WERKINGSINDICATORS
Dit systeem beschikt over twee werkingsindicators:
het niveau van de batterijlading (als optie) en de
geschiedenis van de voorvallen.
2.1 - GESCHIEDENIS VAN GEBEURTENISSEN
EN FOUTCODES
• Tijdens de werking kunnen gebeurtenissen
ontstaan
die
ofwel
automatisering, ofwelgevolgen van de acties van
de gebruiker kunnen zijn.
• Elke gebeurtenis heeft een andere code.
• Deze
code
wordt
combinatie van rode opgelichte of gedoofde led's
o de weergave MENU 0.
• Zodra op SET of op PROG wordt gedrukt, wordt
deze code gewist. De 4 laatst gegenereerde
codes worden echter opgeslagen en kunnen
worden geraadpleegd in een geschiedenis.
NL
40
werking
motor,
storingen
van
de
weergegeven
als
een
• Om toegang te krijgen tot deze geschiedenis,
drukt u 2 keer op SET en gebruikt u de knoppen
"+" en "-" om door de opgeslagen codes te
bladeren.
Om een diagnose te stellen van eventuele
problemen, vindt u hier de lijst van de codes en hun
betekenis:
: Led gedoofd
: Led opgelicht
Er zijn types codes: Fout (E) of informatie (I). Opgelet,
een fout vereist een actie van de installateur om het
probleem met de automatisering te corrigeren.
L1
L2
L3 L4 L5
Betekenis
Type
Motor M1 is
niet of slecht
aangesloten
(slecht contact).
E
Controleer de
aansluitingen.
Motor M2 is
niet of slecht
aangesloten
(slecht contact).
E
Controleer de
aansluitingen.
De
noodstopingang
I
is ingeschakeld
Er is een defect
in de voeding
van de kaart
gedetecteerd.
Er is misschien
E
een kortsluiting
op de
uitgang +12V.
Controleer de
aansluitingen.
Er is een
obstakel
gedetecteerd op
I
de vleugel van
motor M1 bij de
opening