D - INGEBRUIKNAME
3.3 - MENU GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
(MENU 3)
3.3.1 - POORTTYPE
Om de elektronische kaart e doen werken op een
poort met één vleugel, moet deze instelling worden
gewijzigd. Deze waarde wordt standaard ingesteld
op 0 (modus poort met 2 vleugels).
De motoruitgang die overigens actief blijft in de
deurmodus, is M1.
Om deze functie in of uit te schakelen, volgt u
de onderstaande procedure.
• Druk 3 seconden op PROG, L0 knippert 1 keer
en L1 licht op.
• Druk 3 seconden op PROG, L0 knippert 2 keer.
• Druk 3 seconden op PROG, L0 knippert 3 keer.
• Druk op SET.
• Als L1 is gedoofd = de poortmodus is geactiveerd,
druk op "+" om deurmodus te activeren en druk
dan op SET om te valideren.
• Als L1 is opgelicht = de deurmodus is geactiveerd,
druk op "+" om deurmodus te activeren en druk
dan op SET om te valideren.
Het automatisch aanleren is nodig als deze
regeling wordt gewijzigd.
NL
34
3.3.2 - MODUS FOTOCELLEN
De fotocellen zijn actief tijdens de sluiting van de
vleugels omdat ze tussen de zuilen zijn geplaatst (paar
1) om de doorgang tussen de vleugels te beschermen.
De installatie van een tweede set fotocellen is nuttig
om de bewegingszone van de poort, zowel tijdens het
sluiten als tijdens het openen, volledig te beschermen:
RX1
paar 2
RX2
Binnenzijde van het eigendom
bovenaanzicht
In een dergelijk geval moet het systeem dus
controleren of de infraroodbundel niet wordt
onderbroken voordat het openen van de vleugels
van start gaat. Standaard worden de fotocellen
echter niet getest tijdens de sluiting.
TX1
paar 1
TX2