Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Allmatic BIOS2 24V Handleiding pagina 20

Inhoudsopgave

Advertenties

Er zijn verschillende instellingsmogelijkheden voor de uitgang comfortverlichting:
. . = 0 het licht schakelt uit na een manoeuvre na
. . = 1 het licht schakelt alleen uit als de automatisering gesloten is en na de ingestelde
. . = 2 aan tot de ingesteld
einde van de beweging).
. . = 3 verklikkerlicht automatisering open - het licht schakelt uit zodra de positie van volledige sluiting bereikt wordt.
. . = 4 verklikkerlicht automatisering open met flitsen proportioneel met de status van de automatisering:
– Opening: langzaam flitsen.
– Sluiting: snel flitsen.
– Open: aan.
– Dicht: uit.
– Stil: 2flash + lange pauze + 2flash + lange pauze +...
18. TIJD COMFORTVERLICHTING
Activeringstijd van de comfortverlichting.
19. DODEMAN-MODUS . .
In DODEMAN-modus, beweegt de automatisering zolang als het commando gegeven wordt; zodra deze vrijgegeven wordt, gaat het over naar stop.
De actieve commando's zijn OPEN en CLOSE. SS en PED zijn niet actief. In dodeman-modus zijn alle automatische handelingen uitgeschakeld,
waaronder korte of totale inversie. Alle veiligheidsvoorzieningen zijn uitgeschakeld m.u.v. STOP.
20. DREMPEL CYCLI VERZOEK OM ASSISTENTIE . .
Het is mogelijk om in het menu het aantal cycli in te stellen vóór het verzoek om assistentie. Het verzoek wordt gesignaleerd door de vervanging van
het normale functionele knipperen met snel knipperen gedurende de bewegingen (alleen als
21. FLITSEN VOOR VERZOEK OM ASSISTENTIE ..
Inschakeling van deze functie brengt met zich mee dat het knipperlicht blijft knipperen met gesloten automatisering als verzoek om assistentie.
22. DRUKSTOOT BIJ OPENING
Deze functie is verbonden aan het gebruik van het elektrisch slot dat geactiveerd moet worden in het men  . . Dit bestaat in het kort drukken tegen
de mechanische eindstop van sluiting, om ervoor te zorgen dat deze ontkoppeld wordt, vanuit gesloten poort. In het menu is het mogelijk om de duur
van de druk op de mechanische eindstop te bepalen met een minimum van 0.1s tot een maximum van 10s.
23. DRUKSTOOT BIJ SLUITING
Deze functie is verbonden aan het gebruik van het elektrisch slot dat geactiveerd moet worden in het men  . .. Nadat de poort de mechanische
eindstop van sluiting bereikt heeft, wordt er een druk uitgevoerd op de mechanische stop. In het menu is het mogelijk om de duur van de druk op de
mechanische eindstop te bepalen met een minimum van 0.1s tot een maximum van 10s.
24. GEBRUIKSWIJZE ELEKTRISCH SLOT  . .
Deze parameter maakt het mogelijk om de werking van de uitgang ELECTRICAL LOCK te selecteren:
 . . = 0 elektrisch slot uitgeschakeld of niet geïnstalleerd.
 . . = 1 elektrisch slot wordt tegelijk met motoren ingeschakeld.
 . . = 2 elektrisch slot wordt 1,5 seconden vóór de motoren ingeschakeld.
 . . = 3 magnetisch elektrisch slot: de vergrendeling wordt uitsluitend met automatisering in volledig gesloten positie ingeschakeld. Bij het
commando van opening, wordt de vergrendeling uitgeschakeld. Tijdens de functie "druk motor in sluiting" wordt de vergrendeling uitgeschakeld.
LET OP - met het magnetisch elektrisch slot is het gebruik van de R1 kaart absoluut noodzakelijk.
25. GEBRUIKSWIJZE R1 KAART
Deze parameter maakt het mogelijk om de werking van de R1 kaart (optioneel) te selecteren:
. . = 0 de uitgang is uitgeschakeld.
. . = 1 elektrisch slot: het NO contact (spanningsloos) van de R1 kaart heeft dezelfde werking als de uitgang ELECTRICAL LOCK.
. . = 2 comfortverlichting: het NO contact (spanningsloos) van de R1 kaart heeft dezelfde functie als de uitgang OPEN GATE LIGHT.
26. DRUK MOTOR IN SLUITING, FUNCTIE WINDBESCHERMING
Functie voor het behoud van de druk van de hydraulische motoren, uitsluitend uitgevoerd met gesloten automatisering. De besturingseenheid activeert
de motoren gedurende een minuut iedere
27. MECHANISCHE ONTSPANNING
Mechanische ontspanningsfunctie motoren: dit is handig in motoren waarin de deblokkering voor handmatige bewegingen geblokkeerd kan blijven
vanwege de druk van de motor op de mechanische eindstop. Bij het bereiken van de eindstop, in opening of sluiting, zal de motor een korte inversie
doen van
.. x 50ms.
N.B. - met functie
. actief (druk motoren in sluiting), wordt de mechanische ontspanning alleen gedaan bij de eerste positionering op de eindstop.
28. ECOMODE FUNCTIE  ..
Met deze parameter kan de ECOMODE functie ingeschakeld worden. Zie hoofdstuk 10.
29. FUNCTIE LANGZAME STOP . .
Met de SFT-parameter is het mogelijk om de hek of poortaandrijving op een langzame manier te stoppen. Dit gedrag vindt plaats op alle stap-voor-
stap- en stopopdrachten. SFT bepaalt een langzame stop.
30. HERSTELLEN VAN DE STANDAARDWAARDEN ..
Via  . . kunnen de fabrieksinstellingen opnieuw ingesteld worden. De reset heeft betrekking op alle parameters van het basismenu en van het
geavanceerd menu maar beïnvloedt de amplitude van de geprogrammeerde slagen niet.
Resetten moet gedaan worden via het onderdeel  . . en vervolgens bevestigd worden door de toets "MENU" ingedrukt te houden. Houd deze
ingedrukt tot op het display een getal verschijnt (bijvoorbeeld ) en laat de toets los.
Selecteer de gebruikte motor met de toetsen "UP" en "DOWN":
: CUSTOM
: XTILUS
: INT VS
: MINIART
20/24
. . te hebben gewacht.
. . Verlopen is, onafhankelijk van de status van de automatisering (het licht zou kunnen uitschakelen vóór het
. .
..
. .
. .
. . minuten om de druk op de mechanische stoppers te behouden (bijvoorbeeld om wind te compenseren).
..
ITA
ENG
FRA
. . =
. .
ESP
TUR
NLD
. . tijd te hebben gewacht.
).
6-1622420
rev.5
14/09/2021

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Allmatic BIOS2 24V

Inhoudsopgave