Afdrukken (Vervolg)
Probleem
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
De machine voert meerdere
pagina's in.
De afgedrukte pagina's zijn niet
juist afgelegd.
De machine print niet vanuit Adobe
Illustrator.
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem
Tekst staat te dicht op elkaar en
witte strepen op de pagina, of de
boven- en onderkant van tekst
ontbreken.
Verticale zwarte lijnen bij
ontvangst.
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit afgedrukt.
De linker- en rechtermarges zijn
afgesneden, of één enkele pagina
is afgedrukt op twee pagina's.
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem
Kiezen functioneert niet.
(Geen kiestoon)
De machine neemt niet op wanneer
een oproep wordt ontvangen.
104
Suggesties
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt, plaats dan eerst het instructieblad dat
met het fotopapier wordt geleverd in de papierlade, en plaats vervolgens het
fotopapier boven op het instructieblad.
Maak de invoerrol voor het papier schoon. (Zie De invoerrol voor papier reinigen
op pagina 124.)
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden op pagina 8.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 8.)
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
voor Macintosh
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Suggesties
Mogelijk was de verbinding slecht, met statische elektriciteit of interferentie op de
telefoonlijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Vervang de kleurencartridges die leeg of bijna leeg zijn, en vraag de andere
persoon vervolgens om de kleurenfax opnieuw te verzenden.
(Zie De inktcartridges vervangen op pagina 119.)
Schakel 'Auto reductie' in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomend
document maken op pagina 38.)
Suggesties
Controleer of de machine aangesloten en ingeschakeld is.
Controleer of het telefoonsnoer correct is aangesloten.
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak (of de hoorn van de machine
of de draadloze telefoon, indien beschikbaar), en toets vervolgens het nummer in
om handmatig een fax te versturen. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort en
druk pas dan op Mono Start of Colour Start.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat voor uw instelling.
(Zie Ontvangststanden op pagina 35.) Controleer of er een kiestoon hoorbaar is.
Bel, indien mogelijk, uw machine om te horen wat er gebeurt. Als uw faxmachine
niet opneemt, controleert u de aansluiting van het telefoonsnoer. Klinkt het
belsignaal niet wanneer u uw machine belt, vraag dan uw telefoonbedrijf om de
lijn te controleren.
®
of Afdrukken en faxen