stroomaggregaat is uitgerust met een
brandstofkraan, draai de kraan in de gesloten stand
voor elk transport om brandstoflekkage te
voorkomen. Transporteer brandstof alleen in een
goedgekeurde brandstofcontainer. Leg de
generatorset bij transport altijd op een
beschermmat, om het voertuig bij lekkage te
beschermen tegen schade. Haal de generator direct
na aankomst op de bestemming uit het voertuig.
Genset-opslag
Als u van plan bent de generatorset langer dan 30
dagen op te slaan, gebruik dan de volgende
informatie als richtlijn om de generatorset voor te
bereiden op opslag. Bewaar de generatorset nooit
met brandstof in de tank binnenshuis of in een
afgesloten, slecht geventileerde ruimte waar
dampen een open vlam, vonken of waakvlam van
een verwarming, boiler, wasdroger of andere
gastoestellen kunnen bereiken.
Aanvullende veiligheidsregels voor
generatorsets
1. Gebruik het niet op een gevaarlijke plaats.
Dergelijke gebieden zijn bijvoorbeeld die waar
explosiegevaar of benzinedamp bestaat, explosief
gas of stof lekken.
2. Gebruik het niet in een besloten ruimte.
Uitlaatgassen of dampen kunnen gevaarlijke
concentraties bereiken.
3. De uitlaatgassen van deze generator zijn
potentieel dodelijk. Het stroomaggregaat mag niet
worden aangesloten op een vaste elektrische
installatie, behalve door een specifiek bevoegd
persoon.
4. Bescherm uw generatorset. Deze generatorset is
NIET WEERBESTENDIG en mag niet worden
blootgesteld aan direct zonlicht, omgevingscondities
van hoge temperatuur, stoom, water of hoge
luchtvochtigheid.
5. Rook niet tijdens het vullen van de brandstoftank.
Dit is potentieel gevaarlijk vanwege het risico van
brandstofontbranding en explosie.
6. Pas op dat u geen brandstof morst. Zorg er bij het
vullen van de tank voor dat eerst de motor is
uitgeschakeld. Vermijd het morsen van brandstof,
die zou kunnen ontbranden op de hete motor. Tank
nooit terwijl de motor draait.
7. Wees voorzichtig bij het opbergen van de
generator.
Bewaar de generatorset op een droge plaats uit de
buurt van ontvlambare vloeistoffen.
8. Houd afstand. Het stroomaggregaat stoot
uitlaatgassen uit. Ga uit veiligheidsoverwegingen
niet in de buurt van het apparaat staan terwijl het in
werking is. Zorg er ook voor dat toeschouwers
afstand houden.
9. Aard uw generator. Zorg ervoor dat het
stroomaggregaat geaard is met een aarddraad. Sluit
eenvoudig het ene uiteinde van de aardingsdraad
aan op de gemarkeerde locatie op de generatorset
en het andere uiteinde moet in de grond worden
gedreven.
10. Vul de brandstoftank nooit binnenshuis. Vul de
brandstoftank nooit bij een draaiende of warme
motor. Rook niet tijdens het vullen van de
brandstoftank.
11. Het motortoerental is in de fabriek ingesteld voor
een veilige werking. Het wijzigen van de instelling
van het motortoerental kan leiden tot oververhitting
van aangesloten apparaten en brand veroorzaken.
Probeer nooit om "de motor te versnellen" voor
betere prestaties. Dit vervormt zowel de
uitgangsspanning als de frequentie, waardoor de
aangesloten apparaten en de gebruiker in gevaar
komen.
U MOET alle belastingen loskoppelen van de
generator voordat u deze start en stopt om
permanente schade aan aangesloten apparaten
te voorkomen.
Uitpakken
Dankzij moderne massaproductietechnieken is het
onwaarschijnlijk dat uw elektrisch gereedschap
defect is of dat er een onderdeel ontbreekt. Als u
een storing constateert, gebruik het gereedschap
dan niet voordat de onderdelen zijn vervangen en
de storing is verholpen. Anders kan er ernstig letsel
ontstaan.
Verpakkingsmaterialen zijn geen
speelgoed! Kinderen mogen niet
met plastic zakken spelen!
Er bestaat verstikkingsgevaar!
Neem bij ontbrekende of beschadigde
onderdelen contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
wijst op een grote kans op ernstig letsel of
overlijden als de instructies niet worden
opgevolgd.
WAARSCHUWING
wijst op een mogelijkheid van persoonlijk letsel
of materiële schade als de instructies niet
worden opgevolgd.
WAARSCHUWING
Laat de generatorset niet achter in de
aanwezigheid van benzine of brandstof op
gasbasis vanwege het mogelijke explosie- of
brandgevaar.
Vul de brandstoftank niet terwijl de motor draait.
Rook niet en gebruik geen open vuur in de buurt
van de brandstoftank.
Faire attention à ne pas renverser le carburant
pendant le réapprovisionnement en carburant.
WAARSCHUWING
7