Stappen
1. Verwijder de enkele schroef (M2x4) waarmee de metalen beugel van de vingerafdruklezer is bevestigd.
OPMERKING:
Systemen met een configuratie zonder vingerafdruklezer zijn niet voorzien van een beugel van een
vingerafdruklezer.
2. Verwijder de metalen beugel van de vingerafdruklezer uit het systeem en draai de vingerafdruksensor om.
3. Verwijder de drie schroeven (M2x5) waarmee de Type-C-beugel is bevestigd.
4. Verwijder de geleidende tape die de eDP-kabel bedekt.
5. Til de vergrendeling op en koppel de eDP-beeldschermkabel los van de connector op de systeemkaart.
6. Verwijder de enkele schroef (M2x4) waarmee de beugel van de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd om de
beeldschermkabel los te halen.
7. Koppel de beeldschermkabel los van de connector op de systeemkaart.
8. Koppel de luidsprekerkabel los van de connector op de systeemkaart.
9. Koppel de USH-kabel los van de connectoren op de systeemkaart.
10. Koppel de LED-kabel los van de connectoren op de systeemkaart.
11. Koppel de clickpad-kabel los van de connectoren op de systeemkaart.
12. Verwijder de twee schroeven (M2x3), de twee schroeven (M2x2.5) en de enkele schroef (M2x4) waarmee de systeemkaart aan de
palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
13. Til de systeemkaart weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
De systeemkaart installeren
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
OPMERKING:
Bij het vervangen van of werken aan andere onderdelen kan de systeemkaart met de koelplaat eraan vast worden
geïnstalleerd om de procedure te vereenvoudigen en de thermische verbinding tussen de systeemkaart en de koelplaat te behouden.
De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
45