HET VOOROVER INSTELLEN
VAN HET MAAIDEK
(zie Figuur 11)
• Voor een goed maaibeeld is het essentieel dat
de maaiunit iets voorover staat. De achterkant
van de maai-unit dient + 3 mm hoger boven
de grond te zijn dan de voorkant. U kunt dit
instellen d.m.v. de verschillende gaten in de
ophangsteunen aan de tractor-unit.
• De exacte instelling, of het bijstellen van de
ene t.o.v. de ander kant van de maaiunit kan
gebeuren d.m.v. de trekstang aan de linkerkant
van het maaidek, (ond. Nr 45 op blz 29 en 33)
in of uit te draaien. U laat het maaidek links
zakken door de bout langer te maken, en de
bout korter maken zal het aan de linkerkant
omhoog laten gaan.
Hefinrichting stang
A+1/8
09007
CONTROLEER VOOR U GAAT
MAAIEN
• Of de messen scherp zijn, of ze goed
vast zitten en dat de snijkant in de juiste
draairichting zit. (Rechtsom, bezien vanaf
de bovenkant.)
• Of alle veiligheden goed functioneren en of
alle afschermingen juist gemonteerd zijn.
• Let op dat de uitwerprestrictieplaat juist
gemonteerd is.
A
Figuur 11
DE MESSEN
MEDIUM LIFT MES
Medium lift messen worden aangeraden
in combinatie met de 35 serie maaiers.
MAAI HOOGTE INSTELLING
De maaihoogte wordt aangepast door het
bedienen van de schakelaar in de schakelkast,
links is verlagen en rechts is verhogen. U
kunt op verschillende manieren het maaidek
verlagen:
• Laat het maaidek 1 gat zakken in de
ophangsteunen aan de montage beugels.
• De twee wielvorken hebben twee stel gaten
waarin ze kunnen worden opgehangen.
Gebruik de bovenste gaten voor de lage
maaihoogten en gebruik de lagere gaten
voor de grotere maaihoogten.
MAAITECHNIEKEN
Een goede rijsnelheid hangt van de hoogte, het
type en de dichtheid van het gras af dat gemaaid
moet worden. Een normale snelheid is 3 tot 8
km/h. Langere gras moet met een lage snelheid
gemaaid worden terwijl dunnere middellang
gras wat sneller gemaaid kan worden. Maai
altijd terwijl de motor op vol toerental draait.
Dit is nodig om de messen hard genoeg te laten
draaien zodat er een mooi maaibeeld ontstaat.
MAAI-TIP
Wanneer u na het maaien weer op een
verharde weg gaat rijden, laat de messen dan
even onbelast aanstaan zodat opgehoopt vuil
verwijdert wordt voordat u de weg op rijdt.
Stop de messen voordat u de weg op gaat!
Onthoud dit: met scherpe messen krijgt u
een beter maaibeeld en verbruikt u minder
brandstof.
18
Figuur 12