5.3 - SIGNALERING VAN STORINGEN
DISPLAY
x
RELAY 4
RELAY 3
N.B. - de signalering, m.u.v. EEL, houdt aan tot er gedrukt wordt op de toets "DOWN" of een willekeurig commando voor beweging.
LET OP - het herstel na een fout x moet uitgevoerd worden met een van de 3 toetsen van de besturingseenheid (UP, MENU of DOWN).
LET OP! Als de voedingszekering doorbrandt met geblokkeerde motor, moeten de interventiedrempels van de stroomsensor gecontroleerd
worden. Een juiste configuratie van de SEN en SEL parameters beperkt de mogelijkheid van defect van de voedingszekering. Om interventie van de
voedingszekering in de toestand van motorblokkering te voorkomen, wordt het aangeraden om de omkeringsfunctie te gebruiken bij obstakels.
5.4 LED SIGNALERING
RELAY 2
RELAY 1
+24VDC
OGL
GND
+24VDC
TX PHOTO
1-2: FLASH
3
4
5
6
7
LED
EDGE
PH2
PH1
STOP
OPEN
CLOSE
PED
SS
LS1
LS2
RADIO
POWER ON
8/20
BESCHRIJVING
Fout geheugen: extern geheugen niet gemonteerd of niet herkend.
Fout bij schrijven geheugen: de waarde x is een nummer van 1 tot 6. Neem in geval van foutmelding contact op met de
technische assistentie.
Fout eindschakelaars: de eindschakelaars voor opening en sluiting zijn bezet op hetzelfde moment
Interventie impactsensor.
Interventie veiligheidslijst.
POWER
Storing fotocellen.
Thermische interventie voor bescherming van de besturingseenheid.
Extern geheugen vol.
Fout geheugen tijdens de functies weergave positie of verwijdering enkele zender.
25
+
26
-
J5
ON
DIP-SWITCH
EDGE
PH2
PE
8
9
10
11
KLEUR
BESCHRIJVING
ROOD
Veiligheidssignalering, LED gewoonlijk aan.
ROOD
Veiligheidssignalering, LED gewoonlijk aan.
ROOD
Veiligheidssignalering, LED gewoonlijk aan.
ROOD
Veiligheidssignalering, LED gewoonlijk aan.
GROEN
LED gewoonlijk OFF. Deze begint te branden wanneer op de knop wordt gedrukt.
GROEN
LED gewoonlijk OFF. Deze begint te branden wanneer op de knop wordt gedrukt.
GROEN
LED gewoonlijk OFF. Deze begint te branden wanneer op de knop wordt gedrukt.
GROEN
LED gewoonlijk OFF. Deze begint te branden wanneer op de knop wordt gedrukt.
ROOD
LED is aan wanneer de eindschakelaar niet ingeschakeld is.
ROOD
LED is aan wanneer de eindschakelaar niet ingeschakeld is.
ROOD
LED aan in aanwezigheid van een radio transmissie of interferentie.
GROEN
LED gewoonlijk ON. Geeft de aanwezigheid van inkomende spanning aan.
ITA
ENG
DISPLAY
ON
UP
DOWN
MENU
SS
PH1
STOP
OPEN CLOSE PED
SS
12
13
14
15
16
17
FRA
ESP
NLD
22
21
J3
J4
J2
RADIO
COM LS1
LS2
18
19
20
TUR
6-1622400
FIG. 5
rev. 8
19/01/2022