De externe controllers configureren
De CTL-functie configureren
1.
Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2.
Gebruik de [TIME]-knoppen om "
druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸ ¸ ¸ ¸ ¸ ¸ ¸ ¸ ¸ ¸ ¸ ¸
$ C t L
3.
Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Bedieningsparameters
Parameter
Waarde
[TIME]-knoppen
[DEPTH]-knoppen
oFF
oFF
(Off )
bPŷtAp
bPŷtAp
(BPM Tap)
d±²tAP
d±²tAP
(DDL 1/DDL 2 Tap)
d±ŸtAP
d±ŸtAP
(DDL 1 Lch Tap)
d±ƐtAP
d±ƐtAP
(DDL 1 Rch Tap)
d²ŸtAP
d²ŸtAP
(DDL 2 Lch Tap)
d²ƐtAP
d²ƐtAP
(DDL 2 Rch Tap)
d±²Sľ
d±²Sľ
(DDL 1/DDL 2 Switch)
d±Sľ
d±Sľ
(DDL 1 Switch)
d²Sľ
d²Sľ
(DDL 2 Switch)
d±²HLd
d±²HLd
(DDL 1/DDL 2 Hold)
C1. F nC
d±HoLd
d±HoLd
(CTL 1 Function)
(DDL 1 Hold)
d²HoLd
d²HoLd
(DDL 2 Hold)
C5. F nC
(CTL 5 Function)
d±²NoN
d±²NoN
(DDL 1/DDL 2 MOMENT)
d±NoN
d±NoN
(DDL 1 MOMENT)
d²NoN
d²NoN
(DDL 2 MOMENT)
bYPASS
bYPASS
(Bypass)
NEŷvP
NEŷvP
(Memory up)
NEŷdn
NEŷdn
(Memory down)
SnƞrEt
SnƞrEt
(Send/Return)
NEŷnvN
NEŷnvN
(MEMORY NUMBER)
30
(CTL)
" te selecteren en
CtL
CtL
Beschrijving
Schakelt CTL 1–CTL 5-schakelaars
uit.
Tik om de BPM in te voeren.
DDL 1 en DDL 2
(tegelijkertijd)
L-kanaal van
DDL 1
Tik om de
R-kanaal van
delaytijd in te
DDL 1
voeren.
L-kanaal van
DDL 2
R-kanaal van
DDL 2
DDL 1 en DDL 2
(tegelijkertijd)
Schakelt het effect
of de effecten
DDL 1
in/uit.
DDL 2
DDL 1 en DDL 2
Het delaygeluid
(tegelijkertijd)
wordt herhaald
zolang u op de
DDL 1
schakelaar drukt
(*1, *2).
DDL 2
DDL 1 en DDL 2
Het delaygeluid
(tegelijkertijd)
wordt uitgevoerd
zolang u op de
DDL 1
schakelaar drukt
(*1).
DDL 2
Schakelt de bypass in/uit.
Als dit is ingeschakeld, wordt de
audio-invoer uitgevoerd zoals deze
is.
Ø
"Bypass-schakelschema (met een
externe controller om de bypass
te activeren)" (p. 35)
Schakelt naar het volgende
geheugen.
Schakelt naar het vorige geheugen.
Schakelt de send/return in/uit.
Hiermee kunt u een gewenst
geheugennummer toewijzen voor
snel oproepen (deze functie is niet
beschikbaar in C1. F nC).
Parameter
Waarde
[TIME]-knoppen
[DEPTH]-knoppen
C²nvN
–
,
EVH1
EVH1
8
8
(CTL 2 Number)
–
,
Ʒ01
Ʒ01
04
04
–
,
Ƽ01
Ƽ01
04
04
–
Ź01
Ź01
84
84
CµnvN
(CTL 5 Number)
Wanneer
C1. F nC
C±d±HoLD
,
d±HoLd
d²HoLd
(CTL1 DDL 1 Hold)
–
0
0
120
120
Cµd²HoLD
(CTL5 DDL 2 Hold)
Wanneer
C±FnC
of
tAP
NEŷvP Neŷdn
C1. N od
weergegeven.
(CTL1.Mode)
toGGLE
toGGLE
(Toggle)
C5. N od
NoNEnt
NoNEnt
(CTL5.Mode)
(Moment)
NENory
NENory
C±Prf
(Memory)
(CTL1 PREFERENCE)
SYStEN
SYStEN
CµPrf
(System)
(CTL5 PREFERENCE)
oFF
oFF
(Off )
FU
FU
(Foot Volume)
d±tiŷL
d±tiŷL
(DDL 1 Time Lch)
d±tiŷr
d±tiŷr
(DD1 Time Rch)
d²tiŷL
d²tiŷL
(DDL 2 Time Lch)
d²tiŷr
d²tiŷr
(DD2 Time Rch)
d±FbK
d±FbK
E±. F nC
(DDL 1 Feedback)
(EXP1.Function)
d²FbK
d²FbK
E²FnC
(DDL 2 Feedback)
(EXP2.Functioon)
d±ovt
d±ovt
(DDL 1 Out)
d²ovt
d²ovt
(DDL 2 Out)
d±ŷrAt
d±ŷrAt
(DDL 1 Modulation Rate)
d²ŷrAt
d²ŷrAt
(DDL 2 Modulation Rate)
d±ŷdPt
d±ŷdPt
(DDL 1 Modulation Depth)
d²ŷdPt
d²ŷdPt
(DDL 2 Modulation Depth)
diƐLUL
diƐLUL
(Direct Level)
E±Nin
Het variabele bereik
(EXP1.Min)
verschilt afhankelijk
E²Nin
van de parameter.
(EXP2.Min)
E±NAö
Het variabele bereik
(EXP1.Max)
verschilt afhankelijk
E²NAö
van de parameter.
(EXP2.Max)
Beschrijving
Als u
(MEMORY
NEŷnvN
NUMBER) instelt voor
C2. F nC
(CTL 2 Function)–
C5. F nC
(CTL 5 Function), kan dit worden
toegewezen aan de geheugens
voor elke controller.
–
is ingesteld op
C5. F nC
d±²HLd
Past het HOLD-niveau aan.
–
zijn ingesteld op
,
CµFnC
oFF
, wordt deze parameter niet
Schakelt tussen aan en uit telkens
wanneer u de controller bedient.
Schakelt alleen aan terwijl u de
schakelaar ingedrukt houdt en gaat
anders uit.
Stelt in of er verschillende
instellingen per geheugen
moeten worden gebruikt voor
de CTL-schakelaars (
)
NENory
of dat dezelfde instellingen voor
alle geheugens moeten worden
gebruikt (
).
SYStEN
EXP 1 en EXP 2 worden niet
gebruikt.
Regelt het volume voor de
voetvolumebediening.
L-kanaal van
DDL 1
Regelt de
R-kanaal van
delaytijd.
DDL 1
* De nootlengte
L-kanaal van
wordt niet
DDL 2
weergegeven.
R-kanaal van
DDL 2
DDL 1
Regelt de
hoeveelheid
feedback.
DDL 2
DDL 1
Regelt het
delayvolume.
DDL 2
DDL 1
Regelt de
modulatiesnelheid.
DDL 2
DDL 1
Regelt de
modulatiediepte.
DDL 2
Regelt het directe niveau.
Stelt de minimumwaarde in
voor de parameter die door een
expressiepedaal wordt bediend.
Stelt de maximumwaarde in
voor de parameter die door een
expressiepedaal wordt bediend.
,