Installatie
Aanvoerleiding naar het testwater en naar het kanaal aanleggen
De aansluitingen voor inlaat en uitlaat zijn ontworpen voor een flexibele slang met een
buitendiameter van 6 mm.
Tussen de bereidingsinstallatie en de analysator moet een handbediende afsluitklep worden
aangebracht. De wateraansluiting moet worden uitgevoerd volgens EN 1717. De afvoer moet via
een korte verbinding naar een open goot leiden. De afvoerleiding moet drukloos blijven.
Zorg ervoor dat de inlaat en de uitlaat niet door elkaar worden gehaald. De inlaat bevindt
zich aan de linkerkant van de magneetklep.
Verzachting
De inlaatdruk van het watermonster moet tussen 0,5 en 5,0 bar liggen.
Afdrukken
De aanbevolen inlaatdruk van het watermonster moet tussen 1 en 2 bar
liggen.
De slanglengte van de waterafvoer mag niet langer zijn dan 2 m en
moet verticaal naar beneden leiden. Het systeem moet zich vrij kunnen
ontspannen ten opzichte van de atmosferische druk. Er mag geen
grotere tegendruk zijn dan de inlaatdruk. Het water wordt zonder druk
geloosd in een open trechter of afvoer.
© RLS Wacon GmbH ∙ +49 (0)5121 28126 0 ∙ info@rls-wacon.de
Watertoevoer
(Watertoevoer)
Handventiel
(installeren door klant)
Figuur: Aansluiting van de watertoevoer en -afvoer
Waterafvoer
(Waterafvoer)
open trechter
19