nl
Montage- en gebruiksaanwijzing reformladders
Inhoud
1 Over deze handleiding
Deze handleiding beschrijft het veilige gebruik van de re-
formladder, die kan worden gebruikt als aanlegladder of als
trapladder.
• Lees vóór gebruik deze handleiding door en bewaar deze om
hem later te kunnen raadplegen.
Bij het doorgeven van de ladder moet deze handleiding ook
overhandigd worden.
2 Gebruik volgens de
voorschriften
Deze ladder is een verplaatsbaar hulpmiddel dat op diverse
plaatsen kan worden ingezet.
Met deze ladder kunnen kleinere werkzaamheden op hoogte
worden uitgevoerd, waarbij het gebruik van andere hulpmiddel
naar verhouding niet nodig is (zie verordening over de veilig-
heid van werkmiddelen).
Deze ladder mag alleen worden gebruikt in overeenstemming
met deze handleiding. Elk ander gebruik geldt als niet volgens
voorschrift. Trapladders mogen niet worden gebruikt als aan-
legladder, tenzij ze hiervoor zijn ontworpen.
Voor schade als gevolg van gebruik niet overeenkomstig de
voorschriften, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard.
Modificaties van de ladder die niet geautoriseerd zijn door de
fabrikant, leiden tot het vervallen van de garantie en het weg-
vallen van onze aansprakelijkheid.
4
3 Algemene
veiligheidsaanwijzingen
Behalve de algemene veiligheidsaanwijzingen moeten ook de
algemene markeringen op het product in acht worden geno-
men (zie "Algemene markeringen" op blz. 5).
1. De ladders mogen alleen worden gemonteerd en gebruikt
door personen die met deze handleiding voor montage en
gebruik vertrouwd zijn.
2. De ladder of trap, dan wel delen ervan, mogen niet veran-
derd worden.
3. Controleer - alvorens ladders te gebruiken - of alle onder-
delen correct zijn gemonteerd en functioneren.
4. Bij het gebruik van de ladder bestaat het risico van naar
beneden vallen of omvallen. Hierdoor kunnen personen
verwond en voorwerpen beschadigd worden.
5. De ladder moet geschikt zijn voor het beoogde gebruik en
mag alleen worden gebruikt in de voorgeschreven opstel-
lingspositie.
6. De ladder alleen op een egale, horizontale, onbeweeglijke
ondergrond met voldoende draagvermogen plaatsen. In-
dien nodig onderleggers gebruiken die de belasting verde-
len.
7. Als u op de ladder staat, mag deze niet worden bewogen.
8. Bij het plaatsen van de ladder moet op het risico van een
botsing, zoals met voetgangers, voertuigen of deuren wor-
den gelet. Deuren (geen nooduitgangen) en ramen in de
werkruimte evt. vergrendelen.
9. De ladders alleen op de poten plaatsen, niet op de sporten
of treden.
10. Alle werkzaamheden met en op de ladder moeten dus-
danig worden uitgevoerd dat het risico van naar beneden
vallen en omvallen zo klein mogelijk blijft.
11. Bij gebruik in de open lucht voorzorgsmaatregelen wegens
de wind nemen.
12. De ladder alleen gebruiken voor licht werk gedurende kor-
te tijd;
13. Vermoeidheid kan leiden tot onveilig gedrag op de ladder.
Niet te lang zonder regelmatige pauzes op de ladder wer-
ken.
14. Alleen de hiervoor bestemde treden gebruiken.
15. De ladder bij vervuiling, bijv. natte verf, vuil, olie of sneeuw
niet gebruiken.
16. De ladder nooit buiten bij ongunstige weersomstandighe-
den, zoals krachtige wind gebruiken.
17. De ladder nooit vanaf de bovenzijde verplaatsen.
18. Voor onvermijdelijke werkzaamheden onder elektrische
spanning niet-geleidende ladders gebruiken.
19. Bij reformladders mogen de bovenladders bij een lengte
van meer dan 3 m (10 sporten) niet worden gebruikt als
aanlegladder.
Bedrijfsmatig gebruik
20. In het kader van vakkundig gebruik moet een risicobeoor-
deling worden uitgevoerd met inachtneming van de wette-
lijke voorschriften in het land van gebruik.
21. De nationaal geldige bepalingen en voorschriften moeten
in het bijzonder bij bedrijfsmatig gebruik in acht worden
genomen.
4 Markeringen op het product
De veiligheidsmarkeringen op de ladder mogen niet afge-
dekt, overschilderd of verwijderd worden.
Afhankelijk van de uitvoering worden niet alle hieronder be-
schreven veiligheidsmarkeringen op de ladder gebruikt.
Algemene markeringen
A
Handleiding volledig doornemen. Extra informatie over de
ladders is op internet beschikbaar.
B
Een val van de ladder kan leiden tot ernstig letsel.
C
Geen beschadigde ladder gebruiken. De ladder na leve-
ring en vóór ieder gebruik controleren op beschadigingen.
D
Het maximum draagvermogen mag nooit worden over-
schreden.
E
De ladder niet op een ongelijkmatige of instabiele onder-
grond gebruiken.
F
Zijwaarts naar buiten leunen vermijden.
G
Er mag zich slechts één persoon op de ladder bevinden.
H
De ladder niet beklimmen of afdalen met afgewend ge-
zicht.
I
De ladder nooit als overbrugging gebruiken.
J
De ladder alleen met gemonteerde dwarsbalk gebruiken.
K
De ladder is geschikt voor bedrijfsmatig en particulier
gebruik.
L
Ladders niet op verontreinigde ondergrond plaatsen.
M
Goed letten op veilig houvast bij het werken en het op-
klimmen en afdalen.
N
Werkzaamheden vermijden die een zijdelingse belasting
bij ladders veroorzaken, zoals het van de zijkant boren
door hard materiaal.
O
Bij gebruik van een ladder geen uitrusting dragen die
zwaar of moeilijk hanteerbaar is.
P
Bij het op de ladder stijgen hiervoor geschikt schoeisel
dragen.
Q
De ladder in geval van een lichamelijke handicap niet ge-
bruiken. Neem uw lichamelijke conditie en gezondheids-
toestand in acht. Gebruik van medicijnen, alcohol of drugs
leidt tot een verhoogd risico.
R
Alle potentiële risico's die door elektrische apparatuur in
de werkomgeving ontstaan vaststellen, zoals bovengrond-
se hoogspanningsleidingen of andere toegankelijke elek-
trische apparatuur. De ladder niet gebruiken als er risico
bestaat door elektrische stroom.
Gebruik als aanlegladder
S
De ladder moet in de juiste positie worden opgesteld, bijv.
de correcte plaatsingshoek (hellingsgraad 65° tot 75°).
T
De treden van de aanlegladder moeten in horizontale po-
sitie staan.
U
Ladders voor toegang tot een groteren hoogte moeten
minstens 1 m verder worden uitgeschoven dan het beves-
tigingspunt en indien nodig beveiligd worden.
V
De ladder mag alleen worden gebruikt in de voorgeschre-
ven opstelrichting.
W
De ladder niet tegen ongeschikte oppervlakken laten
leunen.
X
De bovenste drie treden/sporten van een aanlegladder
nooit als stavlak gebruiken.
Gebruik als trapladder
Y
Ladders nooit gebruiken om naar een ander oppervlak
over te stappen.
Z
De ladder alleen met volledig gespreide en beveiligde
opening van de twee ladderdelen gebruiken.
AA De ladder alleen gebruiken als de stapositie is vastgezet.
AB De bovenste twee treden/sporten van een ladder zonder
een platform of reling voor hand/knie nooit als stavlak
gebruiken.
AC De bovenste vier treden/sporten van een ladder met op-
geschoven schuifladder nooit als stavlak gebruiken.
Productspecieke markeringen
AD De vergrendelingen moeten vóór gebruik volledig vastge-
zet zijn.
AE De vergrendelingen moeten vóór gebruik volledig vastge-
zet zijn.
AF De bovenste vier sporten van een reformladder met opge-
schoven schuifladder nooit als stavlak gebruiken.
Bij gebruik van de reformladder als staande ladder met
uitschuifladder moeten de specifieke voorschriften voor de
ladder en van de fabrikant bij het plaatsen absoluut in acht
worden genomen.
Wanneer de reformladder geschikt is voor gebruik als
trapladder, dan moeten de specifieke voorschriften voor de
ladder en van de fabrikant bij het plaatsen absoluut in acht
worden genomen.
5 Leveringsomvang en montage
Leveringsomvang
Montage
Zie Bladzijde II
nl
5