5.4.5.1
Instelling met opgeslagen zender
Hiervoor gaat u als volgt te werk ("Afbeelding 23"):
1.
druk op de zender 1 keer op PRG. De gekoppelde ledstrip zal
twee keer knipperen
2.
druk op de zender 1 keer op PRG. De gekoppelde ledstrip zal
twee keer knipperen
3.
druk op de zender 1 keer op PRG. De gekoppelde ledstrip zal drie
keer knipperen
4.
druk 3 s op
p
om de functie te ACTIVEREN (de ledstrip zal twee
keer knipperen) of druk 3 s op
(de ledstrip zal drie keer knipperen) (Tabel 6). Laat de ingedrukte
toets los.
23
1
2
(x 1)
PRG
x 2
4
(3s)
( )
( )
PRIORITEIT VAN DE UITGANGEN
Toetsen
Instelling
Functie ACTIEF
p
x 3s
Functie INACTIEF (fabrieksinstelling)
q
x 3s
10 – NEDERLANDS
q
om de functie te DEACTIVEREN
3
(x 1)
(x 1)
PRG
PRG
x 2
(x 2)
( )
(x 3)
5.4.6 HET LEDKANAAL AAN DE ZENDER KOPPELEN
l
LET OP: om deze functie te kunnen gebruiken moet eerst
de procedure beschreven in paragraaf Instelling van on-
afhankelijke uitgangen correct zijn uitgevoerd.
Het kanaal dat de gewenste ledstrip voedt aan de zender koppelen ("Af-
beelding 24"):
1.
druk op de zender 1 keer op PRG. De gekoppelde ledstrip zal
twee keer knipperen
2.
druk op
p
beschikbare opties in "Tabel 7".
3.
druk 3 s op
De gekoppelde ledstrip zal drie keer knipperen.
24
4
1
(x 1)
PRG
x 3
End
3
(3s)
Tabel 6
CONFIGURATIE MET ÉÉN UITGANG (DEFAULT)
Toetsen
p
q
CONFIGURATIE MET TWEE ONAFHANKELIJKE UITGANGEN
Toetsen
p
q
CONFIGURATIE MET DRIE ONAFHANKELIJKE UITGANGEN
Toetsen
p
q
of
q
tot u de gewenste optie heeft geselecteerd uit de
o
om uw keuze te bevestigen en de functie te verlaten.
2
x 2
(x 3)
Kanaal geactiveerd
W1+W2+W3+W4
OFF
Kanaal geactiveerd
W1+W2
W3+W4
W1+W2+W3+W4
OFF
Kanaal geactiveerd
W1
W2
W3
W1+W2
W1+W3
W2+W3
W1+W2+W3
OFF
2
( )
End
Tabel 7