WERKING ALARM LUCHTSTROOM
Alarm luchtstroom
Het systeem voor de controle van de blaasunit houdt het
•
luchtdebiet continu tijdens de werking. Als het alarm in
werking treedt, kan het zijn dat de filter vervangen moet
worden en/of dat de ademhalingsslang dichtgeslibd is.
Test het luchtstroomalarm altijd vooraleer het
•
ademhalingsapparaat in gebruik te nemen.
Als een alarm weerklinkt of de blazer trilt, moet de
•
werkzone onmiddellijk verlaten worden. Neem het
ademhalingsapparaat niet af tot u zich op een veilige
plaats bevindt.
Testen alarm luchtstroom
Koppel de ademhalingsslang los van de helm. Start de
blaasunit en blokkeer de luchtstroom door de hand over het
uiteinde van de slang te plaatsen, zoals weergegeven. Hou de
hand over het uiteinde van de slang, zoals weergegeven, tot
het alarm afgaat en de blazer begint te trillen (ongeveer 15 tot
30 seconden).
Als het alarm niet afgaat, begeef u dan onmiddellijk naar een
veilige plaats en lever de unit in voor reparatie.
VIKING PAPR 3350 LASHELM
FIGUUR 7
BLOKKERING
LUCHTSTROOM
MET DE HAND
15