Verkorte gebruiksaanwijzing
Speed
30.0m/h
Dose
22 mm
Time
7:28
STOP
STATUS STOP Sensor
Speed
30.0m/h
Dose
22 mm
Time
7:56
STOP
STATUS STOP Sensor
Speed
25.0m/h
Dose
26 mm
Time
7:58
STOP
STATUS STOP Sensor
Speed
25.0m/h
Dose
26 mm
Time
7:58
STOP
STATUS STOP Sensor
Speed
25.0m/h
Dose
26 mm
Time
8:00
STOP
STATUS Running
Speed
25.0m/h
Dose
26 mm
Time
8:02
STOP
STATUS PRE Irri.
Speed
25.0m/h
Dose
26 mm
Time
18:20
STOP
STATUS POST Irri.
Speed
25.0m/h
Dose
26 mm
Time
18:38
STOP
STATUS STOP Sensor
7:28
17:16
17:58
17:58
18:38
18:38
18:38
18:38
12
Place Machine:
Verplaats de machine naar een nieuwe baan. Het display geeft
start- en stoptijd weer. Rol de slang uit tot het einde van de baan.
(bijv. 250 m)
Select Speed:
Het display geeft nu stop aan na 9u20m. Druk op de toets „+" of „-"
om de snelheid in te stellen. De snelheid kan tijdens beregening
worden gewijzigd.
SNELHEID is kleiner, DOSERING is groter en STOP later.
Start Irrigate, Select PRE- and POST Irrigation:
Druk op START om te starten. Voor VOOR- en NA-beregening,
drukt u respectievelijk op VOOR- en NA-beregening. De STOP-tijd
wordt later wanneer VOOR- en NA-beregening zijn geselecteerd.
Starting
De turbine start wanneer de waterdruk toeneemt, na een poosje
heeft de regulator de juiste snelheid gevonden. De beregening
gaat door totdat de STOPSENSOR wordt geactiveerd aan het einde
van de baan.
PRE Irrigation:
Als er voorberegening is geselecteerd, stopt de turbine direct
naar de start en wordt voorberegening uitgevoerd. Wanneer de
voorberegeningstijd voorbij is, start de turbine en wijzigt de status
naar Beregent
POST Irrigation:
Als er naberegening geselecteerd is, stopt de turbine aan het ein-
de van de baan wanneer de stopsensor is geactiveerd. Vervolgens
start de naberegening.
Stop:
Stopsensor wordt geactiveerd, turbine en water worden afge-
sloten. De machine is nu klaar om verplaatst te worden naar een
nieuwe baan.