Radio
Bediening
Frequentiegebied wisselen
Het apparaat heeft radio-ontvangst in de analoge frequentiegebieden FM en AM.
Om tussen de frequentiegebieden om te schakelen, de tuimelschakelaar
ger bedienen.
Voor deze frequentiegebieden zijn elk twee geheugenplaatsen FM1/FM2 en AM1/
AM2 beschikbaar. Voor deze groepen zijn elk 6 geheugenplaatsen beschikbaar.
›
Om tussen de geheugengroepen om te schakelen, de tuimelschakelaar
ger bedienen.
Radiozenders zoeken en opslaan
Handmatig zoeken
›
Door indrukken van de tuimelschakelaar
radiozender instellen.
Automatisch zenderzoeksysteem
›
Door op de tuimelschakelaar
of
gende radiozender in het gekozen frequentiebereik.
Functie SCAN
›
Door op de tuimelschakelaar
SCAN
actuele frequentiebereik gedurende korte tijd (10 seconden) weergegeven.
›
Door nogmaals op de tuimelschakelaar
eindigd en wordt de huidige zender weergegeven.
Zenders opslaan
›
Door drukken op en vasthouden van de functietoets
stelde zender opgeslagen onder het nummer van de ingedrukte toets. De toets
zo lang ingedrukt houden, tot de zender kort wordt uitgeschakeld en een kort
akoestisch signaal klinkt.
6
Radio
of
de frequentie van de gewenste
te drukken, zoekt het apparaat de vol-
te drukken, worden de radiozenders in het
te drukken, wordt deze functie be-
SCAN
wordt de actueel inge-
13
Automatisch zoeken en opslaan van radiozenders
›
Op de tuimelschakelaar
zoeken, waarbij de 6 zenders met het sterkste signaal in het geheugenniveau
FM2 resp. AM2 worden opgeslagen. Op het beeldscherm wordt STORE weerge-
geven. Dat geldt echter alleen voor de frequentiebereiken FM2 en AM2.
Als het opslaan van de radiozenders onder de functietoetsen
kan de gewenste radiozender worden opgeroepen door op een functietoets
drukken.
Let op
lan-
A/F
Steeds na het indrukken van de tuimelschakelaar
opgeslagen radiozenders in het actuele frequentiebereik geactualiseerd en op-
nieuw opgeslagen.
lan-
A/F
Functie RDS
Sommige radiozenders zenden extra tekstinformatie mee - die als radiotekst kan
worden omschreven.
Let op
De tekstinformatie hoeft niet op alle radiozenders beschikbaar te zijn.
■
Afhankelijk van de kwaliteit van het ontvangen signaal heeft het apparaat een
■
bepaalde tijd nodig om alle weergegeven tekens correct in te lezen.
Functie verkeersmeldingen
Inschakelen/uitschakelen
›
Op de tuimelschakelaar
De verkeersinformatie wordt uitgeschakeld door opnieuw op de tuimelschakelaar
te drukken. Het weergegeven symbool verdwijnt.
TP
Verkeersmeldingen activeren en deactiveren
Met het symbool op het beeldscherm van het apparaat wordt de paraatheid van
de verkeersinformatiebewaking weergegeven.
Gedurende de weergave in het menu Media wordt op de achtergrond continu de
laatst gekozen radiozender ontvangen, die verkeersmeldingen ondersteunt. Als
de laatst ingestelde zender geen verkeersinformatiezender was, wordt op de
drukken. Er wordt gestart met automatisch zender-
AS
worden de in het geheugen
AS
drukken.
TP
is afgesloten,
13
te
13