-alle minimale veiligheidsafstanden tot brandbare onderdelen en meubilair zijn
aangegeven op het plaatje van het apparaat en mogen niet kleiner zijn dan deze afstand.
-als het apparaat op een vloer van brandbaar materiaal word geïnstalleerd, moet een
vuurvaste ondergrond worden aangebracht.
-maak kinderen bewust van deze gevaren en houd ze uit de buurt van de kachel terwijl deze wordt
gebruikt.
-als de verkeerde brandstof wordt gebruikt of als de brandstof te vochtig is, kan er aanslag ontstaan in
de schoorsteen, wat kan leiden tot brandgevaar in de schoorsteen zelf.
De kachel mag alleen worden gebruikt met de aslade op zijn
plaats. De kachel mag nooit worden aangestoken in de
aanwezigheid van gas of dampen (bv. lijm voor linoleum,
benzine, enz.).
Bewaar geen brandbare materialen in de buurt van de kachel.
Bij het verbranden van brandstof komt warmte-energie vrij,
waardoor de oppervlakken, de deur en de ruit van de
brandkamer, de deurgrepen, de geleiders, het rookkanaal en
mogelijk het voorste deel van de kachel zeer heet worden.
Vermijd het aanraken van deze delen zonder geschikte
80 cm
beschermende kleding of hulpmiddelen (hittebestendige
handschoenen, bedieningsapparaten).
OPMERKING: In noodsituaties dooft u het vuur door de brandstof te bedekken met zand of koude
as. GEBRUIK GEEN WATER! Als de haard niet goed functioneert, mogen onderhoudswerkzaam-
heden alleen worden uitgevoerd na een goede ventilatie van de ruimtes en met de hulp van een
andere persoon met een droge poederblusser.
Wanneer het verbrandingsproces langzaam verloopt, worden grote hoeveelheden organische
verbrandingsproducten geproduceerd, wat kan leiden tot de opbouw en ontsteking van creosoot in het
schoorsteenkanaal. Als gevolg hiervan breekt de schoorsteenbrand uit.
In het geval van een schoorsteenbrand gaat u als volgt te werk:
- sluit de luchttoevoer naar de open haard af door de luchtklep van de luchttoevoer dicht te
draaien;
- sluit de deur van de haard goed;
- bel 112 om de plaatselijke brandweer te waarschuwen.
DE SCHOORSTEEN
Warme rookgassen stijgen op in het schoorsteenkanaal en gelijktijdig stroomt de verbrandingslucht uit
de woonkamer, of bij een externe luchttoevoer van buiten, in de verbrandingsruimte. De doorsnede van
de schoorsteen, de hoogte, het aantal bochten en de isolatie beïnvloeden de schoorsteentrek, daarbij
is ook de buitentemperatuur van invloed. Elke kachel heeft zijn bijzondere eigenschappen: Een extra
keerplaat in de rookgassen verhoogt het rendement, het betekent echter wel dat er meer weerstand is.
Daarnaast verschilt de rookgastemperatuur en de hoeveelheid rookgassen per kachel. Daardoor stelt
elke kachel andere eisen aan het schoorsteenkanaal. Zo kan het gebeuren dat een goede kachel en een
niet passende of slecht functionerende schoorsteen kan leiden tot een slechte werking van de kachel.
Het is dus van groot belang dat de schoorsteen past bij de kachel. Uw installateur kan bepalen of dit
juist is.
10