•
breng de bedieningshendel van de kraan (fig. 6, ref. 6) in de stand van minimale
vloeistofstroming: de reinigingsoplossing begint bij de borstel aan te komen;
•
zet het zuigrubber met het betreffende pedaal omlaag (fig. 6 ref. 8);
•
Versies met mechanische aandrijving: druk op "1" op de borstelschakelaar (fig.
6, ref. 3) om de borstelfunctie in te schakelen;
•
Versies met elektrische aandrijving: druk op de borstelknop (fig. 6, ref. 3)
•
Versies met mechanische aandrijving: druk op "1" op de zuigschakelaar (fig. 6,
ref. 2) om de zuigmotor in te schakelen;
•
Versies met elektrische aandrijving: druk op de zuigknop (fig. 6, ref. 2) om de
zuigmotor in te schakelen;
•
druk op de bedieningshendel borstel/tractie (fig. 6, ref. 7).
•
Versies met mechanische aandrijving: wanneer de borstelschakelaar in de stand
"1 staat en aan de tractiehendel wordt getrokken, wordt de motor ingeschakeld, die
de borstel laat draaien en de machine laat voortbewegen. De speciale mechanische
aandrijfinrichting gebruikt de wrijving tussen de borstel en de vloer om een
voorwaartse duwbeweging op te wekken. Dus als de hendel van de mechanische
aandrijving wordt losgelaten, gaat de borstelmotor uit en zal de machine
dientengevolge stoppen.
Corrigeer eventuele neigingen om van de rechtlijnige beweging af te wijken m.b.v.
de knop voor regeling van de richting (fig. 6, ref. 10): als de machine naar rechts
neigt, de knop rechtsom draaien en andersom;
•
Versies met elektrische aandrijving: zie paragraaf 6.3 voor het vooruit of
achteruit rijden.
Bij beide versies:
•
controleer regelmatig of er reinigingsoplossing bij de borstels aankomt en vul bij
zodra de oplossing opraakt; wanneer in de schoonwatertank niet voldoende water
aanwezig is, gaat de betreffende peilindicator branden (fig. 6, ref. 5): stop in dit
geval en vul de tank;
•
controleer tijdens het werk de kwaliteit van de reiniging en regel de vloeistofstroom
die naar de borstels wordt gestuurd door de hendel naar behoefte omhoog of
omlaag te zetten (fig. 6 ref. 6).
Leeg bij elke vulbeurt van de schoonwatertank, de vuilwatertank volledig.
Blijf niet stilstaan met ingeschakelde zuigunit en open kraan van de
•
al de vuilwatertank vol is gaat de betreffende peilindicator branden (fig. 6 ref. 4) en
na enkele seconden wordt de zuigmotor geblokkeerd: men moet dan stoppen en de
tank ledigen. Om de zuigmotor weer te starten, moet de zuigschakelaar
uitgeschakeld en weer ingeschakeld worden (fig. 6 ref. 2).
•
Modellen met batterij: als het controlelampje (fig. 6, ref. 1) begint te knipperen,
betekent dit dat de batterijen bijna leeg zijn. Na enkele seconden blokkeren de
borstels om een overmatige ontlading te voorkomen. Laad de batterijen weer op.
Na het werk:
•
breng de hendel van de kraan in de gesloten stand (fig. 6, ref. 6);
•
laat de bedieningshendel borstel/tractie (fig. 6, ref. 7) onder de handgreep los: de
borstel-/tractiemotor gaat uit en de machine stopt;
•
druk op "0" op de borstelschakelaar (fig. 6, ref. 3) om de borstelfunctie uit te
schakelen;
•
hef de hendel op (fig. 6, ref. 8) om het zuigrubber van de grond op te tillen en om te
voorkomen dat de voortdurende druk vervormingen van de droogstrippen
veroorzaakt;
ATTENTIE
reinigingsoplossing.
NEDERLANDS
17