Inhoudsopgave
Advertenties
Itembeschrijvingen scherm Systeeminstellingen (Vervolg)
Item
Globale Output
Vermogenslimiet
Forceer temperatuureenheden
naar
Wattage-spanning
Toevoerconfiguratie
Alarmgevoeligheid
Temperatuurlimiet
Soft-start inschakelen
Dynamische Soft-start
inschakelen
Minimumlimiet Soft-start
Minimumlimiet
Vertragingstimer inschakelen
Vertragingstimer
Status timer uitstellen
Hoorbare melding inschakelen Geeft een hoorbare melding dat de zones op temperatuur zijn.
Hoorbaar meldingsinterval
Auto Slave inschakelen
Auto Slave Vermogenslimiet
Overstroom inschakelen
Aardingslekkagefout
inschakelen
Toon weergave aardingslekkage Schakelt de kolom Lekkage in het scherm Tekstweergave in.
Circuittest inschakelen
Regelt het maximale uitgaand vermogen dat aan elke zone wordt
geleverd. Overschrijft de individuele zone-instelling in het Quick
Set-scherm.
Forceert de temperatuureenheden tot gespecificeerde
instellingen.
Voer de ontworpen spanningswaarde van de
verwarmingselementen in, zodat het systeem de Wattspanning
nauwkeurig kan berekenen.
Wordt gebruikt om de configuratieparameter voor de voeding te
selecteren: Delta 3PH, Wye 3PH + N, Enkele fase of geïntegreerd Tx.
De tijdsduur waarin het systeem in een foutconditie moet blijven
voordat het als alarm wordt bechouwd.
Het aantal graden boven de temperatuurlimiet dat het alarm
activeert.
Het Soft-startproces wordt uitgevoerd bij het opstarten, indien
aangevinkt.
Indien deze optie is aangevinkt, is de dynamische Soft-start
ingeschakeld.
Zodra het Soft-startproces is gestart, berekent het systeem het
verschil tussen de zone met de hoogste en laagste temperaturen.
Als dit verschil kleiner is dan deze parameterwaarde, wordt deze
waarde toegepast op het Soft-startproces.
Bepaalt de minimale temperatuur voor het activeren van
het alarm. Het op temperatuur-signaal gaat af wanneer alle actieve
zonetemperaturen binnen de onderste alarmgrens liggen. Als de
instelling van de alarmgrens kleiner is dan de
minimumtemperatuur, wordt de limiet gebruikt om het op
temperatuur-signaal te activeren.
De vertragingstimer start, indien aangevinkt.
Stelt in hoe lang het systeem wacht voordat het op temperatuur-
signaal wordt geactiveerd.
Resterende tijd op de vertragingstimer.
De tijd tussen de hoorbare pieptonen.
Schakel deze parameter in of uit.
Deze waarde is de limiet die wordt gebruikt door de Auto Slave-
procedure om te bepalen of het gemiddelde uitgaand vermogen
van een kandidaat-zone binnen de acceptabele afwijking van de
slaved-zone ligt.
Indien aangevinkt, is het alarm 'Overstroom' ingeschakeld.
Deze parameter in- of uitschakelen om de controle op
aardingslekkage aan of uit te zetten.
Maakt de circuittest voor ICC
Beschrijving
3
-kaarten mogelijk.
Bladzijde 109
Advertenties
Inhoudsopgave
