Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Altanium Neo5
Gebruikershandleiding
Originele instructies

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Husky Altanium Neo5

  • Pagina 1 Altanium Neo5 Gebruikershandleiding Originele instructies...
  • Pagina 2 Product- of servicenamen of logo's van Husky® waarnaar in deze materialen wordt verwezen, zijn handelsmerken van Husky Injection Molding Systems Ltd. en kunnen onder licentie worden gebruikt door een aantal dochterondernemingen.
  • Pagina 3: Algemene Informatie

    Brazilië +55-11-4589-7200 Mexico + 52-5550891160 optie 5 Neem voor service ter plaatse contact op met het dichtstbijzijnde Husky Regionaal Service- en Verkoopkantoor. Voor niet-dringende vragen en problemen, kunt u contact opnemen met Husky door een mail te sturen naar techsupport@husky.ca.
  • Pagina 4 Bladzijde iv...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Regionale service- en verkoopkantoren van Husky ........
  • Pagina 6 1.0 - augustus 2018 Altanium Neo5 4.2.1 Dialoogvenster - Accepteer-/Annuleerknoppen ......16 4.2.2 Startscherm .
  • Pagina 7 1.0 - augustus 2018 Altanium Neo5 7.4.1 Zoneselectie op het scherm Tekstweergave ......53 7.4.2...
  • Pagina 8 1.0 - augustus 2018 Altanium Neo5 9.4.2 Alarmen wissen ............103 Scherm Gebeurtenisgeschiedenis .
  • Pagina 9 1.0 - augustus 2018 Altanium Neo5 15.4.3 De aanraakmonitor met vrijstaande configuratie terugplaatsen ..152 15.4.4 De MCU met vrijstaande configuratie vervangen ......156 15.4.5 De gebruikersinterface operatorinterface met vrijstaande configuratie...
  • Pagina 10 1.0 - augustus 2018 Altanium Neo5 Bladzijde x...
  • Pagina 11: Introductie

    Hoofdstuk 1 Introductie Deze gebruikershandleiding bevat algemene waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het systeem. Deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen zijn niet bedoeld en ook niet allesomvattend voor elke toestand of toepassing die tijdens het werken met het systeem kan optreden. Onderhouds- en veiligheidsprocedures blijven de exclusieve verantwoordelijkheid van het individu en het bedrijf waar hij of zij voor werkt.
  • Pagina 12: Veiligheidsborden

    Volg alle waarschuwingen en instructies die op het systeem zijn gemarkeerd. • Probeer het systeem niet zelf te repareren, tenzij de handleiding specifieke uitleg geeft of dit wordt gevraagd door Husky. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot schade aan het systeem of ernstig persoonlijk letsel. •...
  • Pagina 13: Beoogd Gebruik Van De Apparatuur

    Husky-bedienigspanelen zijn ontworpen om de procestemperatuur alleen voor spuitgiettoepassingen te regelen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde Husky Regionaal Service- en Verkoopkantoor als u van plan bent een Husky-product voor iets anders dan het beoogde gebruik te gebruiken. Gebruiksbeperkingen Husky-spuitgietapparatuur mag nooit: •...
  • Pagina 14: Omgevingsspecificaties

    Alle werkzaamheden moeten voldoen aan de toepasselijke lokale elektrische richtlijnen. Omgevingsspecificaties Hieronder volgen de omgevingsspecificaties voor de Altanium Neo5-gebruikersinterface: VOORZICHTIG! Gevaar in verband met gebruik - risico op schade aan de apparatuur. Vallende of spetterende vloeistof, inclusief olie of water, kan de apparatuur beschadigen.
  • Pagina 15: Gewichten En Afmetingen

    Hoogte: 1512 mm (59,5 in) 133,36 kg (294 lb) Instructies voor het heffen van het bedieningspaneel De aanbevolen hefmethode is afhankelijk van het feit of de Altanium Neo5 een C6-1-, C6-2- of enkele stapel (vrijstaande) bedieningspaneel is. 1.8.1 Hefinstructies C6-1 en C6-2 Gebruik de volgende stappen om een Neo5 C6-1 of C6-2 correct te heffen.
  • Pagina 16: Hefinstructies Voor Systeem Met Enkele Stapel

    Draai met uw voeten, Kniel of hurk Houd het bedieningspaneel dicht Gebruik twee mensen niet met uw rug om op te tillen bij uw lichaam Handgrepen • Duw omhoog met benen Kom dicht bij het Houd uw rug recht bedieningspaneel 1.8.2 Hefinstructies voor systeem met enkele stapel: Voer de volgende stappen uit om de Neo5 met enkele stapel te heffen.
  • Pagina 17 ZWENKWIEL RIEMEN BEVESTIGINGSBEUGEL b. Zorg ervoor dat de riemen geen kabels die op de Neo5 zijn aangesloten, beknellen of verpletteren. RIEMEN KABELS Gebruik de hefmachine om voldoende opwaartse kracht op de riemen uit te oefenen om de speling te verwijderen, maar til de Neo5 op dit moment nog niet op. Plaats de spanband rond de bovenkant van de Neo5, waarbij u de vier uiteinden van de geplaatste banden vasthoudt.
  • Pagina 18 KUSSENMATERIAAL SPANBAND Draai de spanband vast. Gebruik de hefmachine om de Neo5 langzaam een paar centimeter van de grond te tillen. Controleer de spanbanden om er zeker van te zijn dat de Neo5 niet kantelt. Verplaats de Neo5 naar de nieuwe locatie. 10.
  • Pagina 19: Temperatuurregeling Hot Runner

    Hoofdstuk 2 Temperatuurregeling Hot Runner Deze handleiding is ontworpen om ervoor te zorgen dat gebruikers het maximale voordeel halen uit het gebruik van de Neo5. De Neo5 is ontworpen als een processor voor hot runner-mallen. De fundamentele criteria die vereist zijn om een hot runner-mal te laten werken, is het regelen van de procestemperatuur zodat deze consistent en herhaalbaar is met betrekking tot de ingestelde waarde van het proces.
  • Pagina 20: Zones Configureren

    Zones configureren Om te voldoen aan de energie-inputvereisten van verschillende soorten belastingen, is het noodzakelijk dat het uitgaand vermogen dat aan de verwarmers wordt geleverd, wordt aangepast over een bereik van 0 tot 100%. De Neo5 kan worden ingesteld om dit te bereiken via Nulkruisbediening of Fase-hoek-bediening.
  • Pagina 21 WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit - levensgevaar of ernstig letsel. Koppel stroomvoorziening los van de mal en het bedieningspaneel voordat u deze test uitvoert. Stel met behulp van een multimeter de keuzeschakelaar in om de weerstand te meten. Sluit de (rode) positieve kabel aan op de eerste draad van het verwarmingselement en sluit de (zwarte) negatieve kabel aan op de tweede draad (dit kunnen pinnen op een aansluiting zijn, of de zone-uitgangszekeringen in het systeem zolang ze zijn aangesloten) naar het verwarmingselement).
  • Pagina 22: Typen Thermokoppels En Kleurcodes

    Typen thermokoppels en kleurcodes De Neo5 gebruikt de ANSI-kleurcode voor alle thermokoppels. De volgende tabel is bedoeld als referentie voor hotrunners en kabels die voldoen aan andere kleurcodestandaarden. Internationale BRITS AMERIKAANS DUITS Code Type kleurcode (BS4937 (BS1843: 1952) ANSI deel 30: 1993) IJzer / Constantaan / Volledig zwart Volledig zwart...
  • Pagina 23: Het Systeem Koppelen Aan De Mal

    Hoofdstuk 3 Het systeem koppelen aan de mal In dit hoofdstuk worden verschillende controles beschreven die moeten worden uitgevoerd alvorens het systeem wordt opgestart. Voorafgaand aan opstarten GEVAAR! Elektrocutiegevaar - contact met gevaarlijke voltages kan de dood of ernstig letsel veroorzaken. Zorg ervoor dat het systeem volledig is losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
  • Pagina 24: Checklist Opstartprocedure

    LET OP: Er is geen bedieningspaneel om interconnectiegegevens in deze gebruikershandleiding te vormen. Als deze informatie vereist is, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Husky Regionaal Service- en Verkoopkantoor. BELANGRIJK! Wacht na het uitschakelen van het systeem 30 seconden voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt.
  • Pagina 25: Altanium-Gebruikersinterface

    Hoofdstuk 4 Altanium-gebruikersinterface Dit hoofdstuk geeft een kort overzicht van de functionaliteit van de Neo5-gebruikersinterface. Algemeen De gebruikersinterface bestaat uit een beeldscherm dat gevoelig is voor aanraking. De gebruikersinterface van de Neo5 is een LCD-kleurendisplay met hoge resolutie bedekt met een transparant touchscreen. Dit scherm biedt de voordelen van hoge definitie en een brede kijkhoek, zelfs bij weinig licht.
  • Pagina 26: Gebruikersinterface - Schermen En Knoppen

    Gebruikersinterface - Schermen en knoppen 4.2.1 Dialoogvenster - Accepteer-/Annuleerknoppen Tik onderaan elk scherm, waar u nieuwe gegevens heeft ingevoerd, op om nieuwe of gewijzigde gegevens op te slaan. Tik op als u het dialoogvenster wilt sluiten (geen wijzigingen). 4.2.2 Startscherm Het startscherm is het scherm dat u gebruikt om naar alle andere schermen in het systeem te navigeren.
  • Pagina 27: Koptekst En Voettekst

    4.2.3 Koptekst en voettekst Het startscherm heeft een koptekst en een voettekst. Op elk scherm verschijnt dezelfde kop- en voettekst. 4.2.3.1 Koptekst - Functieknoppen bedieningspaneel Knop Beschrijving Stop - Schakelt de stroom uit in alle zones, ongeacht de staat van het systeem.
  • Pagina 28: Koptekst - Indicatoren Status Van Het Systeem

    4.2.3.2 Koptekst - Indicatoren status van het systeem Indicator Beschrijving Op temperatuur: • Knippert wanneer de zones opwarmen tot de ingestelde temperatuur. • Brandt continu als alle automatische zones 'Op temperatuur' zijn. °F • Uit als het bedieningspaneel is gestopt. •...
  • Pagina 29: Voettekst - Alarmknoppen

    4.2.3.4 Voettekst - Alarmknoppen Toeter stopzetten - Stopt het hoorbare alarm. Alarm resetten - Verandert de status van een alarm van actief in inactief. Alarmstatus - De tijd en een beschrijving van het actieve alarm met de hoogste prioriteit worden weergegeven. Als er een alarm actief is, wordt het driehoekje rood.
  • Pagina 30: Selecties Systeemscherm - Zoneweergaven

    4.2.4 Selecties systeemscherm - Zoneweergaven 4.2.5 Selecties systeemscherm - Temperatuurbeheer 4.2.6 Selecties systeemscherm - Dataverzameling en Monitoring 4.2.7 Selecties systeemscherm - Systeemconfiguratie Bladzijde 20...
  • Pagina 31: Scherm Voedingsspanning

    Scherm voedingsspanning Het scherm Voedingsspanning toont een grafische weergave van hoe het voedingsvoltage is bedraad. Een tabel laat zien hoe de zones zijn aangesloten op het inkomend vermogen. Op het Home-scherm, selecteert u Item Beschrijving Schematische De afbeelding is een visuele weergave van de toevoerconfiguratie weergave Zone # Laat zien op welk fasepaar de zone is aangesloten...
  • Pagina 32 Tabel systeemmodi Systeemmodus Beschrijving Stop Het systeem is gestopt en er wordt geen stroom geleverd aan de verwarmingselementen. In werking Het systeem warmt op tot of handhaaft de normale ingestelde waarde. Handmatig stand-by De gebruiker heeft op de knop Stand-by gedrukt en verwarmt daarmee het systeem tot op de handmatig ingestelde standy-by-waarde.
  • Pagina 33 Tabel systeemmodi (Vervolg) Systeemmodus Beschrijving Fase x Actief Alle zones toegewezen aan fase x (1-4) worden verwarmd tot de (verwarming) ingestelde waarde voor die fase. Fase x Actief (ART) Het ART-proces draait alleen op de zones die zijn toegewezen aan fase x. Fase x Doorweken Na het opwarmen zal het systeem de ingestelde waarde van fase x (Verwarming)
  • Pagina 34 Bladzijde 24...
  • Pagina 35: Hoofdstuk 5

    Hoofdstuk 5 Beveiliging en administratie Dit hoofdstuk beschrijft de functies voor gebruikersbeheer. Inloggen/Uitloggen 5.1.1 Inloggen Tik in de voettekst op de knop Uitloggen/Inloggen Bij inloggen: a. Vul met behulp van het toetsenbord uw gebruikersnaam in en tik vervolgens Bladzijde 25...
  • Pagina 36: Schermen Gebruikersbeheer En Beveiliging

    b. Voer uw wachtwoord in en tik vervolgens op Bij uitloggen: Tik op in het uitlogvenster Schermen Gebruikersbeheer en Beveiliging Alle gebruikers krijgen een rol toegewezen. Er zijn drie verschillende rollen. Elke rol wordt door de beheerder aangepast. De beheerder bepaalt tot welke functies elke gebruiker toegang heeft.
  • Pagina 37: Gebruikers Beheren

    5.2.1 Gebruikers beheren Voer de volgende stappen uit om een gebruiker aan te maken of te verwijderen of om het wachtwoord van een gebruiker te wijzigen: Selecteer op het scherm Start in de rij Systeemconfiguratie de optie Selecteer indien nodig bovenaan het scherm Gebruiker. 5.2.1.1 Een gebruiker toevoegen Selecteer in de linker kolom.
  • Pagina 38 • Volledige naam: • Gebruikersrol: • Wachtwoord: • Taal: Bladzijde 28...
  • Pagina 39 • Eenheden: • Functionaliteit: • Tijd voor automatisch uitloggen: Als er gedurende de tijd die is ingevoerd in het dialoogvenster Tijd voor automatisch uitloggen geen activiteit is, logt de Neo5 de gebruiker automatisch uit. De standaardtijd is 5 minuten. Het minimum is 10 seconden. Het scherm Een gebruiker toevoegen gaat automatisch naar het volgende gegevensscherm nadat u de volgende selectie hebt gedaan: .
  • Pagina 40: Een Gebruiker Verwijderen

    5.2.1.2 Een gebruiker verwijderen Selecteer de gebruiker in de kolom Gebruikersnaam. Selecteer in de linker kolom. Selecteer op het scherm Gebruiker verwijderen. De gebruiker is verwijderd. Bladzijde 30...
  • Pagina 41: Wijzig Een Gebruikerswachtwoord

    5.2.1.3 Wijzig een gebruikerswachtwoord Selecteer de gebruiker in de kolom Gebruikersnaam. Selecteer Gebruik in het scherm Wachtwoord het toetsenbord om het nieuwe wachtwoord in te voeren. Nadat u heeft geselecteerd, wordt het scherm voor het bevestigen van het wachtwoord weergegeven. Voer het wachtwoord opnieuw in en tik vervolgens op Het wachtwoord is gewijzigd.
  • Pagina 42: Stel De Beveiligingsinstellingen In

    5.2.2 Stel de beveiligingsinstellingen in Selecteer op het scherm Start in de rij Systeemconfiguratie de optie Selecteer indien nodig bovenaan het scherm Gebruiker Wijs op het scherm Schermbeveiliging een rol (gebruiker, supervisor of beheerder) toe aan elke functie. Tik op het tabblad Bestandsbeheer op om het vervolgkeuzemenu te openen.
  • Pagina 43: Beveiliging Inschakelen

    Tik op het vak rechts van de functie-/schermnaam om het dialoogvenster weer te geven. Selecteer een gebruikersrol en vervolgens Het tabblad Gebruikers wordt grijs weergegeven omdat alleen de beheerder gebruikers kan beheren. Raadpleeg Sectie 5.2.1. Wijs een gebruikersrol toe voor elke functie/elk scherm in de resterende tabbladen op het scherm Schermbeveiliging.
  • Pagina 44 Bladzijde 34...
  • Pagina 45: Hoofdstuk 6

    Hoofdstuk 6 Malinstellingen De malinstelling heeft de procesparameters die nodig zijn om het hot runner-systeem te bedienen. Malinstellingscherm Het scherm Malinstelling slaat bestanden zoals malinstellingen, afbeeldingen, documenten en rapporten op en beheert deze. Bestanden worden opgeslagen in mal-, systeem- en gebruikersmappen.
  • Pagina 46 Als 'Mallen' is geselecteerd, worden alle malmappen weergegeven in het linkerdeelvenster. Als 'Systeem' is geselecteerd, wordt de map 'Rapporten' met alle systeembestanden weergegeven. Tik op , 'Details' om de weergavebestanden uit te breiden in een tabelindeling met bestandsnaam, bestandsgrootte en de datum en tijd die het laatst zijn gewijzigd. Selecteer 'USB' om de inhoud van een aangesloten USB-station weer te geven.
  • Pagina 47: Wijzigingen Opslaan In Een Malinstellingenbestand

    6.1.1 Wijzigingen opslaan in een malinstellingenbestand Zodra een malinstellingenbestand is geladen, kunt u de aangebrachte wijzigingen permanent opslaan. Tik in het scherm Malinstelling op de knop Wijzigingen opslaan. Hierdoor wordt het dialoogvenster Malinstelling - Opslaan weergegeven om de vorm en de naam van het bestand te bevestigen waarin de wijzigingen moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 48: Bestanden Verwijderen

    6.1.4 Bestanden verwijderen Als een bestand of map niet langer nodig is op de interne harde schijf, kunt u deze verwijderen. Tik op het scherm Malinstellingen op de bestanden of de map die u wilt verwijderen. Tik op de knop Verwijderen. Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de verwijdering te bevestigen.
  • Pagina 49: Hoofdstuk 7

    Hoofdstuk 7 Aanpassingen maken U kunt de procesinstellingen voor een malopstelling aanpassen voordat u de mal start of terwijl de mal in werking is. Dit hoofdstuk legt uit hoe u het systeem kunt gebruiken, bewaken en wijzigen. Met de Neo5 kunnen zonegegevens in verschillende grafische en tekstuele formaten worden weergegeven.
  • Pagina 50: Een Groep Creëren

    Een groep creëren Op het Home-scherm, selecteert u Tik op op de knop Groepen om het uitklapmenu te openen. Wijs namen toe aan een of meer van de naamhouders van de groep (1 t/m 10). a. Tik op het veld rechts van de naam van groep 1. b.
  • Pagina 51 Selecteer de zones die u in een groep wilt hebben. Tik op het vakje rechts van Groep. Tik in de lijst in het dialoogvenster Groep op de groepsnaam die u aan de geselecteerde zones wilt geven en vervolgens op Onderaan het scherm wordt een selectieknop voor die groep weergegeven. Bladzijde 41...
  • Pagina 52 Voer indien nodig nogmaals stappen 3 tot en met 6 uit om zones toe te wijzen aan de resterende groepen. Om een groep te verwijderen, tikt u op het vak rechts van de naam van Groep X. 10. Tik op op het scherm Toetsenbord groepsnaam om de naam te verwijderen en vervolgens op De groepsnaam staat onderaan alle snel ingestelde schermen.
  • Pagina 53 Selecteer op het startscherm in de rij zoneweergaven, de optie Alle groepen die zijn ingesteld in het scherm Quick Set -groepen, worden weergegeven. Bladzijde 43...
  • Pagina 54: Kleurcode

    Als u aanraakt, wordt het scherm weergegeven in de modus volledig scherm. Tik op om terug te gaan naar de weergave op het halve scherm. 7.2.1 Kleurcode U kunt de groepen een kleurcode geven. Selecteer op de koptekstbalk Selecteer in het dialoogvenster Een kleur selecteren de kleur en selecteer vervolgens Bladzijde 44...
  • Pagina 55: Indelingsvolgorde

    De koptekstbalk voor die zone verandert in de geselecteerde kleur. 7.2.2 Indelingsvolgorde U kunt ook een indelingsvolgorde voor de groepen kiezen. Selecteer Tik op de knop 'Vorige wissen' of 'Alles wissen' om de cijfers te wissen. Tik op het vak voor de groep die u bovenaan wilt plaatsen (1e positie) in de weergave met meerdere groepen.
  • Pagina 56: Groepsdetails Weergeven

    7.2.3 Groepsdetails weergeven Tik op in de koptekst van de groep om de groepsdetails weer te geven. Bladzijde 46...
  • Pagina 57: Overzicht Van Neo2-Weergavescherm

    Tik op om de details van alle groepen weer te geven. Tik op om alle groepsdetails in te klappen of tik op om alleen de details van die groep in te klappen. Tik op om naar het scherm Quick Set te gaan. Overzicht van Neo2-weergavescherm De Neo2-weergave toont de zones in een grafische indeling.
  • Pagina 58 LET OP: Verwarming UIT. LET OP: Verwarming UIT / zones koelen / zones 1 en 2 zijn uitgeschakeld. Bladzijde 48...
  • Pagina 59 LET OP: Verwarming AAN / zones (groen) bij temperatuur / zones (wit) zijn niet op temperatuur / zone 1 is slaaf gemaakt van zone 24 / zones 9, 17 en 25 - uitgeschakeld. Item Beschrijving Temperatuurbalk De balk in elke zone toont de temperatuur van de zone. Segmenten van de balk hebben een kleurcode.
  • Pagina 60 Tik op de knop en het scherm schakelt over naar het onderstaande scherm. Dit scherm toont alleen de temperatuur van de zone. Tik opnieuw op om terug te schakelen naar de grafische weergave. Bladzijde 50...
  • Pagina 61: Overzicht Van Het Scherm Tekstweergave

    Overzicht van het scherm Tekstweergave Het scherm Tekstweergave geeft zone-informatie weer in tabelvorm. In elke rij van de tabel worden gedetailleerde gegevens voor elke zone weergegeven. Dit geeft het meest uitgebreide overzicht van het proces. Op het Home-scherm, selecteert u Bladzijde 51...
  • Pagina 62 Kolomkop Beschrijving Rij van een zone Elke rij in de tekstweergave vertegenwoordigt een verwarmingszone in het systeem. Door ergens in de rij te tikken, navigeert u naar het Quick Set-scherm. Raadpleeg 7.5. Kolomkoppen Elke koptekst in de tekstweergave geeft aan welke informatie in elke kolom wordt weergegeven.
  • Pagina 63: Zoneselectie Op Het Scherm Tekstweergave

    7.4.1 Zoneselectie op het scherm Tekstweergave Gebruik het scherm Tekstweergave om een of meerdere zones te selecteren. Tik ergens in de rij van die zone om één zone te bekijken. Tik op de eerste zone en houd deze vast om meerdere zones te bekijken. Sleep vervolgens omhoog of omlaag naar de laatste zone.
  • Pagina 64: Veelgebruikte Velden

    Selecteer de zone, zones of groepen die u wilt wijzigen of voer gegevens in. Tik op om elk tabblad uit te klappen. 7.5.1 Veelgebruikte velden Bladzijde 54...
  • Pagina 65 Tik op het vak rechts van de parameter om een toetsenbord of menu weer te geven. Temperatuurinstelpunt - Gebruik het toetsenbord om de ingestelde temperatuurwaarde van de zone(s) in te voeren in Auto- of Monitor-regeling. Pijlen omhoog en omlaag Pijl-omhoog, , geeft aan dat de ingestelde waarde met de ingevoerde waarde zal toenemen.
  • Pagina 66 Het ingestelde vermogen - Gebruik het toetsenbord om het percentage van het vermogen aan te passen wanneer de zone(s) zich in handmatige regeling bevindt/bevinden. Zone aan/uit - Schakelt de geselecteerde zone(s) in of uit. Standaard staat de zone AAN. Bladzijde 56...
  • Pagina 67 Regeling - Stelt de regelmodus in voor de geselecteerde zone(s). AUTO of Automatisch (gesloten lus) gebruikt de thermokoppelfeedback om de temperatuur te regelen. Handmatig (open lus) betekent dat het systeem alleen stroom (met een waarde tussen 0 tot 100%), door de gebruiker geselecteerd, op de verwarming zal toepassen en niet op zoek zal gaan naar thermokoppelfeedback.
  • Pagina 68: Velden Zonebewerking

    Alle zones in groep husky #1 hebben de zonenaam 'kleppoort' toegewezen gekregen. Tik op Auto+ nadat u alle zones een naam hebt gegeven. Auto+ wijst een nummer toe, in volgorde, aan alle zones.
  • Pagina 69 Tik op het vak rechts van de vergrendelde/ontgrendelde knop. Selecteer in het dialoogvenster 'vergrendelen' of 'ontgrendelen' en vervolgens . Als een zone is vergrendeld, kunt u geen wijzigingen aanbrengen vanuit het Quick Set-scherm. Alle zones worden weergegeven. Bladzijde 59...
  • Pagina 70: Groepen

    7.5.3 Groepen Raadpleeg Sectie 7.2. 7.5.4 Limieten ingestelde waarden Bladzijde 60...
  • Pagina 71 Bereik instelpunten - Gebruik de minimale en maximale dialoogvensters om het bereik voor de ingestelde temperaturen in te stellen. Voorbeeld: Als het minimum is ingesteld op 100 °F en het maximum op 600 °F, kunt u geen ingestelde waarde invoeren dat lager is dan 100 °F of hoger dan 600 °F.
  • Pagina 72: Handmatig Stand-By

    7.5.5 Handmatig stand-by Handmatig stand-by ingestelde temperatuur - De temperatuur waarop alle zones zijn ingesteld wanneer u selecteert. Handmatig stand-by verlaagt de temperaturen van alle zones tot de ingestelde waarde totdat de timer afloopt of u opnieuw aanraakt. Bladzijde 62...
  • Pagina 73 Handmatig stand-by temperatuurbereik - Gebruik de dialoogvensters Minimum en Maximum om het temperatuurbereik voor handmatig stand-by in te stellen. Handmatig stand-by ingesteld vermogen - Het vermogensniveau waarop alle zones zijn ingesteld wanneer u selecteert. Handmatige stand-by verlaagt het vermogensniveau van alle zones tot de ingestelde waarde totdat de timer afloopt of u opnieuw aanraakt.
  • Pagina 74 Handmatig stand-by vermogensbereik - Gebruik de minimale en maximale dialoogvensters om het handmatig stand-by in te stellen. Duur timer - Stel in het dialoogvenster de tijd in waarin de zones in de handmatige stand-by- modus blijven. LET OP: Dit is een systeeminstelling die van toepassing is op alle zones. Operationele beschrijving handmatig stand-by Handmatige Vertragingstijd...
  • Pagina 75: Handmatige Boost

    7.5.6 Handmatige boost Handmatige Boost ingestelde temperatuur - De temperatuur waarop alle zones zijn ingesteld wanneer u selecteert. Handmatige boost verhoogt de temperatuur van alle zones tot het handmatige boost van de ingestelde temperatuur totdat de timer afloopt of u opnieuw aanraakt.
  • Pagina 76 Handmatige Boost temperatuurbereik - Gebruik de dialoogvensters Minimum en Maximum om het temperatuurbereik voor handmatige boost in te stellen. Handmatige Boost ingestelde temperatuur - Het vermogensniveau waarop alle zones zijn ingesteld wanneer u selecteert. Handmatige boost verhoogt het vermogensniveau van alle zones tot de ingestelde waarde totdat de timer afloopt of u opnieuw aanraakt.
  • Pagina 77 Handmatige Boost vermogensbereik - Stel in de dialoogvensters de minimale en maximale waarden van het handmatige vermogensbereik in. Duur timer handmatige boost - Stel in het dialoogvenster de tijd in waarin de zones in de handmatige boost-modus blijven. Operationele beschrijving handmatige boost Handmatige Vertragingstijd Externe tijd...
  • Pagina 78: Stand-By Op Afstand

    7.5.7 Stand-by op afstand Stand-by op afstand wordt geactiveerd met een digitale ingang naar de Neo5 vanaf een externe locatie op de IMM. Stand-by op afstand van de ingestelde temperatuur - De temperatuur waarop alle zones zijn ingesteld wanneer een signaal op afstand wordt ontvangen. Stand-by op afstand verlaagt de temperatuur van alle zones tot de ingestelde waarde totdat de timer afloopt of het signaal op afstand wordt verwijderd.
  • Pagina 79 Stand-by temperatuurbereik op astand - Gebruik de minimale en maximale dialoogvensters om het temperatuurbereik voor stand-by op afstand in te stellen. Stand-by op afstand ingesteld vermogen - Het vermogensniveau waarop alle zones zijn ingesteld wanneer een signaal op afstand wordt ontvangen. Stand-by op afstand verlaagt het vermogensniveau naar alle zones tot de ingestelde waarde totdat de timer afloopt of het signaal van stand-by op afstand wordt verwijderd.
  • Pagina 80 Duur timer - Stel in het dialoogvenster de tijd in waarin de zones in de stand-by op afstand- modus blijven. LET OP: De duur van de timer, vertraging stand-by op afstand en inputmodus zijn systeeminstellingen die van toepassing zijn op alle zones. Vertraging stand-by op afstand - Voer in het dialoogvenster de tijd in waarop u wilt dat het systeem wacht vanaf het moment dat het het stand-bysignaal op afstand ontvangt tot het in de stand-bymodus gaat.
  • Pagina 81 Operationele beschrijving stand-by op afstand Handmatige Externe Vertragingstijd Invoermodus Bediening - STAND-BY-knop selecteren tijd tijd ---- 0:00:00 0:00:00 Trigger Systeem gaat niet in stand-by omdat er geen timers zijn ingesteld. ---- 0:00:00 X:XX:XX Trigger Systeem komt en blijft onmiddellijk in stand-by totdat de timer afloopt.
  • Pagina 82: Boost Op Afstand

    7.5.8 Boost op afstand Boost op afstand wordt geactiveerd met een digitale ingang naar de Neo5 vanaf een externe locatie op de IMM. Boost temperatuurinstelling op afstand - De temperatuur waarop alle zones zijn ingesteld wanneer een boostsignaal op afstand wordt ontvangen. Boost op afstand verhoogt de temperatuur van alle zones tot de temperatuurinstelling op afstand totdat de timer afloopt of het boostsignaal op afstand wordt verwijderd.
  • Pagina 83 Boost temperatuurbereik op afstand - Gebruik de dialoogvensters Minimum en Maximum om het temperatuurbereik voor boost op afstand in te stellen. Ingesteld vermogen voor boost op afstand - Het vermogensniveau waarop alle zones zijn ingesteld wanneer een boostsignaal op afstand wordt ontvangen. Boost op afstand verhoogt het vermogensniveau van alle zones tot de ingestelde waarde totdat de timer afloopt of het boostsignaal op afstand wordt verwijderd.
  • Pagina 84 Duur timer - Stel in het dialoogvenster de tijd in waarin de zones in de boost op afstand- modus blijven. LET OP: De duur van de timer, vertraging van boost op afstand en inputmodus van boost op afstand zijn systeeminstellingen die van toepassing zijn op alle zones. Vertraging boost op afstand - Voer in het dialoogvenster de tijd in waarop u wilt dat het systeem wacht vanaf het moment dat het boostsignaal op afstand ontvangt tot het in de boostmodus gaat.
  • Pagina 85 Operationele beschrijving boost op afstand Handmatige Vertragingstijd Externe tijd Invoermodus Bediening - Boostknop selecteren tijd ---- 0:00:00 0:00:00 Trigger Systeem gaat niet in boost omdat er geen timers zijn ingesteld. ---- 0:00:00 X:XX:XX Trigger Systeem komt en blijft onmiddellijk in boost totdat de timer afloopt. ---- X:XX:XX X:XX:XX...
  • Pagina 86: Verwarmingstypen

    7.5.9 Verwarmingstypen Wijs namen toe aan een of meer van de aanpasbare verwarmingen (1 t/m 8). a. Tik op het veld rechts van Custom type 1. Het toetsenbordscherm van verwarmingstype Custom wordt weergegeven. b. Gebruik het toetsenbord om de naam van het verwarmingstype in te voeren of selecteer een van de negen namen van het verwarmingstype en vervolgens c.
  • Pagina 87: Geavanceerde Instellingen

    Selecteer de zones die u aan een specifiek type verwarming wilt toewijzen. Tik op het veld rechts van Verwarmingstype. Tik in het uitklapmenu in het dialoogvenster Verwarmingstype op het type verwarming dat u aan de geselecteerde zones wilt toewijzen en vervolgens op Voer zo nodig stap 2 t/m 4 uit om verwarmingstypen toe te wijzen aan andere zones of groepen.
  • Pagina 88 Output vermogenslimiet - Voer in het dialoogvenster het maximale percentage van het uitgaand vermogen in dat wordt geleverd om de zones te verwarmen. Slaaf gemaakt van zone - Voer in het dialoogvenster het zonenummer in waarop de geselecteerde zone zal worden opgeslagen. Als het thermokoppel van de geselecteerde zones faalt, gebruikt de Neo5 het uitgaand vermogen van de zone waar deze een slaaf van is.
  • Pagina 89 Sensoringang - Voer in het dialoogvenster het nummer in van het thermokoppel dat is verbonden met de zones. De bijbehorende zoneknop selecteert het thermokoppel met hetzelfde nummer als de zone. Uitvoermodus - In het dialoogvenster kunt u kiezen welk type uitvoermodus wordt gebruikt voor de besturing van de zones.
  • Pagina 90 Limiet aardingslekkage - Voer in het dialoogvenster de limiet in, in Ampère. De limiet is de grens waarop de Neo5 een aardlekalarm zal geven. Geen reactielimiet - Dit is een globale instelling die bepaalt hoe lang het systeem 96% vermogen of meer moet toepassen zonder dat de temperatuur stijgt met 5 graden voordat het als alarm wordt beschouwd.
  • Pagina 91: Beheer Instellingen Velden

    Geen verwarmingslimiet - Deze limiet wordt door het systeem gebruikt om te bepalen of er nog een verwarming op de zone is aangesloten. Als de huidige meting van de zone langer dan 10 seconden onder de limiet ligt, wordt het alarm Geen verwarming geactiveerd. 7.5.11 Beheer instellingen velden Bladzijde 81...
  • Pagina 92: Art-Instellingen

    Regelmodus - ART past het regelalgoritme automatisch aan verschillende verwarmingsvereisten aan. Als een zone niet goed regelt, kunnen gebruikers van het automatisch aangepaste ART-algoritme overschakelen naar een algoritme dat handmatig kan worden aangepast (PID). P-Proportioneel - Dit is de proportionele termwaarde die wordt gebruikt door het besturingsalgoritme.
  • Pagina 93 • Reset - Stel de ART-parameters voor de zones opnieuw in. Wanneer het systeem de volgende keer wordt opgestart, zullen de zones het ART-proces doorlopen. LET OP: Reset kan worden geselecteerd, ongeacht de systeemmodus. • Re-ART - Voert het afstemproces opnieuw uit op de geselecteerde zones. LET OP: Het systeem moet in de run-modus staan voordat een zone Re-ART kan uitvoeren.
  • Pagina 94 Minimum P - Voer in het dialoogvenster de minimale proportionele (P) waarde in. Minimum I - Voer in het dialoogvenster de minimum Integrale (I) waarde in. Minimum D - Voer in het dialoogvenster de minimale Derivatiewaarde (D) in. Bladzijde 84...
  • Pagina 95 Standaard P - Voer in het dialoogvenster de standaard P-waarde in. Standaard I - Voer in het dialoogvenster de standaard I-waarde in. Standaard D - Voer in het dialoogvenster de standaard D-waarde in. Bladzijde 85...
  • Pagina 96: Slaaf Van Zone

    ART-offset - De ART-offset is het aantal graden dat de werkelijke temperatuur voor alle zones onder de normale ingestelde waarde moet liggen voordat het systeem het ART-proces start. 7.5.13 Slaaf van zone Enkele van de meest kwetsbare componenten in de mal zijn de thermokoppels. Als een thermokoppel stuk gaat, klinkt er een alarm en wordt er een fout geregistreerd op het scherm Alarm.
  • Pagina 97: Handmatig Een Zone Naar Een Andere Zone Overzetten

    Zodra de fout is gewist en gereset, wordt de slaafwaarde opgeslagen in de database. Het scherm Quick Set voor die zone geeft de zone weer waar de slaven zich op hebben aangesloten. De Automatic Slave-functie kan worden uitgeschakeld in het scherm Systeeminstelling.
  • Pagina 98: De Zoneregeling Wijzigen Van Art Naar Pid

    7.5.14.1 De zoneregeling wijzigen van ART naar PID Het regelalgoritme wordt automatisch aangepast aan de verschillende verwarmingsvereisten. Deze controlemethode wordt Active Reasoning Technology (ART) genoemd. In sommige gevallen kan het nodig zijn over te schakelen van het automatisch aangepaste ART-algoritme overschakelen naar een algoritme dat handmatig kan worden aangepast.
  • Pagina 99: Hoofdstuk 8 Maldiagnostiek

    Hoofdstuk 8 Maldiagnostiek Diagnostiek is een handig hulpmiddel voor het oplossen van problemen met een mal of voor het verifiëren van de bedradingsintegriteit van een mal nadat onderhoud is uitgevoerd. U kunt diagnostiek ook gebruiken om de thermische isolatie tussen alle holtes in de mal te analyseren.
  • Pagina 100 Selecteer 'Instellingen' op het testscherm van de mal. Tik op het vak rechts van de knop 'Zone valideren'. Voer in het dialoogvenster Zone valideren na de temperatuur in en tik vervolgens . Dit is de temperatuurstijging in graden die een zone moet bereiken voordat deze als een operationele zone wordt beschouwd.
  • Pagina 101 Als de vaste begininstelling is geactiveerd, wordt de ingevoerde waarde gebruikt als de minimale ingestelde waarde. Indien niet ingeschakeld, wordt de laagste normale ingestelde waarde voor de zones die voor testen zijn geselecteerd, gebruikt als minimale ingestelde waarde. Alle temperaturen voor de ingangssensoren die worden getest, moeten onder deze limiet liggen voordat de volgende zone wordt getest tijdens de bedradingstest.
  • Pagina 102: Een Diagnosetest Voor De Mal Uitvoeren

    11. Voer in het dialoogvenster 'Maximum Testtijd' de maximale testtijd in en tik vervolgens . Raadpleeg 8.2.2. Output Vermogenslimiet - Dit is een link naar het snel instelscherm waarmee de gebruiker desgewenst een Output Vermogenslimiet kan instellen. Sensor - Als de zones en thermokoppels niet correct zijn aangesloten (zone 1 op thermokoppel 1), wordt het vak rechts van de sensorknop actief (niet grijs weergegeven).
  • Pagina 103: Afkoelingstijd Zone

    Alleen geselecteerde zones worden getest. Selecteer de gewenste zone(s) op het scherm Maltest. 10. Zorg ervoor dat de Neo5 stilstaat. 11. Tik op het vak naast de test die u op de geselecteerde zones wilt uitvoeren. Raadpleeg 8.2.3. 12. Tik op om de geselecteerde tests op de geselecteerde zones uit te voeren.
  • Pagina 104: Resultaten Maltest

    Resultaten maltest Op het Home-scherm, selecteert u Het volgende gedeelte beschrijft de velden en knoppen op het scherm Resultaten maltest. Item Beschrijving Zone Zonenummer Naam Zonenaam Sensor Geeft het nummer van de sensor aan die voor die zone wordt gebruikt. Zekeringen De zekeringentest zal bepalen of de zekering voor die zone correct werkt.
  • Pagina 105 Item Beschrijving Thermokoppel De thermokoppeltest zal bepalen of het thermokoppel voor die zone correct werkt. De waarden van thermokoppels worden als volgt weergegeven: • ? = geeft aan dat het thermokoppel voor de zone niet is getest of de test niet heeft voltooid. •...
  • Pagina 106: Automatische Thermokoppelbedrading

    Item Beschrijving De aardingsfouttest test voor een aardingslekkage in elke zone. Aardlekwaarden worden als volgt weergegeven: • ? = Test is niet voltooid. • - - - = Geen stroomsensor voor deze zone. • OK = Geslaagd. • Fail = Mislukt (verlieswaarde gemeten die de instelling voor de limiet van de aardingslekkage in Quick Set overschreed).
  • Pagina 107: Vergelijkmodus Testresultaten

    8.3.2 Vergelijkmodus testresultaten Wanneer de functie vergelijken op het scherm Resultaten maltest is aangevinkt, worden op het scherm Diagnostische resultaten twee tabellen weergegeven, de een boven de ander. De bovenste tabel toont de basisresultaten en de onderste tabel toont de vergelijkingen. Met knoppen bovenaan het scherm kan de gebruiker de basisresultaten kiezen en die vergelijken uit een lijst met tabellen in de database.
  • Pagina 108 Druk op . Selecteer in het uitklapmenu Selecteer Vergelijken selecteert u de test die u wilt gebruiken als vergelijking voor de bovenste tabel. Verschillen in ampère, watt, spanning en ohm zijn rood gemarkeerd in de onderste tabel. Zodra er 20 tabellen met diagnostische resultaten in de database zijn, wordt de knop Opslaan uitgeschakeld.
  • Pagina 109: De Mal Verwarmen

    Hoofdstuk 9 De mal verwarmen Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het Neo5-systeem start en controleert op fouten en alarmoorzaken als deze zich voordoen. Test verwarmingscircuit 9.1.1 Opstart Als u in de koptekst selecteert, wordt een verwarmingscircuittest op alle zones uitgevoerd voordat het volledige vermogen wordt toegepast. Deze test duurt 15 seconden en wordt gedaan voordat de zachte start routine wordt geactiveerd.
  • Pagina 110: Aardlekkage-/Droogverhitsysteem Natte Verwarming

    Aardlekkage-/Droogverhitsysteem natte verwarming De Neo5 is uitgerust met een geavanceerd aardlekkage-/droogverhitsysteem natte verwarming. Wanneer de Neo5 wordt gestart, wordt op elke verwarming tegelijkertijd en voortdurend gecontroleerd op aardlekoorzaken. Indien nodig wordt de laagspanning uitgeschakeld op de defecte zone(s). Hierdoor wordt het vocht uit de zones verwijderd. 9.2.1 Limiet aardlekkage Voor H-kaarten (ICC3):...
  • Pagina 111: Soft Start-Routine

    Soft Start-routine Tijdens de Soft-startroutine worden alle zones gelijktijdig en met dezelfde snelheid opgewarmd. De Soft-startroutine resulteert in gelijkmatige thermische uitzetting en identieke verblijftijd op het materiaal. LET OP: Soft-start is niet actief tijdens gefaseerde opstart. De Soft-startsequentie is: Indien nodig begint het droogverhitten. LET OP: Als het ART-proces niet is voltooid, verschijnt het scherm ART-proces wanneer de Soft-start wordt gestart.
  • Pagina 112: Het Alarmscherm Openen

    Item Beschrijving Datum/Tijd Datum en tijd waarop het alarm is geactiveerd. Bron Oorzaak van het afgaan van het alarm. Beschrijving Beschrijving van het probleem dat het alarm deed afgaan. Deze knop is een snelkoppeling naar het scherm Gebeurtenisgeschiedenis. Het scherm Gebeurtenisgeschiedenis slaat alle gevallen waarin het alarm is afgegaan op nadat ze uit het scherm Alarm zijn verwijderd.
  • Pagina 113: Alarmen Wissen

    9.4.2 Alarmen wissen Als er een fout optreedt, zal de Neo5 hoorbare en zichtbare alarmen inschakelen en de alarmtoestand weergeven op het scherm Alarm. Ga als volgt te werk om een alarm te wissen: LET OP: Voordat u een alarm opnieuw instelt, herstelt u de reden waarom het alarm afging. Tik op om een hoorbaar alarm uit te zetten.
  • Pagina 114: Gebeurtenissen Filteren

    Item Beschrijving Datum/Tijd Datum en tijd waarop de gebeurtenis is geactiveerd. Bron Waar de gebeurtenis plaatsvond. Gebeurtenis Naam van de gebeurtenis. Geeft aan welke mal is gekoppeld aan de malinstelling die was geladen toen de gebeurtenis plaatsvond. Malinstelling Geeft aan welke malinstelling was geladen toen de gebeurtenis plaatsvond.
  • Pagina 115: Alarmoorzaken - Waarschuwingsfouten

    Alarmoorzaken - Waarschuwingsfouten Alarmoorzaken worden weergegeven op het scherm Alarm en het scherm Gebeurtenisgeschiedenis. De volgende omstandigheden zorgen ervoor dat de hoorbare en zichtbare alarmen worden geactiveerd. Omdat het waarschuwingen zijn, schakelen ze geen enkel deel van het systeem uit. Waarschuwingsfouten Waarschuwing Beschrijving...
  • Pagina 116 Afsluitfouten Fout bij afsluiten Beschrijving Afbreken als temperatuur te De werkelijke temperatuur van een zone heeft de ingestelde hoog is waarde overschreden dat is ingesteld als afbraaklimiet. Afbreken als temperatuur te De werkelijke temperatuur van een zone is onder de ingestelde laag is waarde gedaald die is ingesteld als afbraaklimiet.
  • Pagina 117: Hoofdstuk 10 Scherm Systeeminstelling

    Hoofdstuk 10 Scherm Systeeminstelling Dit hoofdstuk beschrijft de functionaliteit die beschikbaar is in het scherm Systeeminstelling en geeft instructies voor het instellen van enkele van de meest gebruikte systeemvoorkeuren. Tik op 'Systeeminstelling' op het Home-scherm om het scherm 'Systeeminstelling' weer te geven.
  • Pagina 118 Door de gebruiker te definiëren bedrijfsnaam weergegeven in de systeemkop. Softwareversie De huidige softwareversie is alleen voor informatieve doeleinden. De afdeling Technische Ondersteuning van Husky kan om dit nummer vragen bij het oplossen van problemen of het installeren van een upgrade. Malinstelling automatisch...
  • Pagina 119 Itembeschrijvingen scherm Systeeminstellingen (Vervolg) Item Beschrijving Globale Output Regelt het maximale uitgaand vermogen dat aan elke zone wordt Vermogenslimiet geleverd. Overschrijft de individuele zone-instelling in het Quick Set-scherm. Forceer temperatuureenheden Forceert de temperatuureenheden tot gespecificeerde naar instellingen. Wattage-spanning Voer de ontworpen spanningswaarde van de verwarmingselementen in, zodat het systeem de Wattspanning nauwkeurig kan berekenen.
  • Pagina 120 Itembeschrijvingen scherm Systeeminstellingen (Vervolg) Item Beschrijving Auto-vermogen beperken Indien aangevinkt, is de automatische vermogensbeperking- inschakelen functie ingeschakeld. Circuittest Status 4 Bepaalt het vermogenspercentage dat wordt toegepast tijdens vermogensniveau circuitteststatus 4. Droogverhitten inschakelen Als deze parameter is ingeschakeld, voert het systeem de droogverhittest uit en zet een lage spanning aan om indien nodig het vocht in een verwarming te verwijderen.
  • Pagina 121: Het Aantal Zones In Het Systeem Wijzigen

    10.2 Het aantal zones in het systeem wijzigen Mogelijk moet u zones toevoegen aan of verwijderen uit een bestaande malinstelling. Als de mal die loopt, minder controlezones heeft dan op het scherm wordt vermeld, kunt u de ongebruikte zones verwijderen zodat deze niet worden weergegeven. Ga als volgt te werk om het aantal zones in het systeem te wijzigen: Op het Home-scherm, selecteert u Selecteer het aantal zones en/of slots dat moet worden in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 122 Bladzijde 112...
  • Pagina 123: Hoofdstuk 11 Gefaseerd Opstarten En Afsluiten

    Hoofdstuk 11 Gefaseerd opstarten en afsluiten Met deze functie kan de Neo5 zones in fases verwarmen of koelen in een vooraf bepaalde volgorde. Zones kunnen worden toegewezen aan elk van de vier fasen en kunnen worden geconfigureerd met een aparte ingestelde waarde voor elke fase. Voor elke fase kan ook een timer worden geconfigureerd, waardoor alle zones gedurende een bepaalde tijd kunnen "weken".
  • Pagina 124: Doorweek-Timers Instellen

    Tik opnieuw op het selectievakje om gefaseerd opstarten uit te schakelen. Item Beschrijving Laatste fase voor onbepaalde Als deze instelling is ingeschakeld, zullen alle zones in de laatste tijd uitvoeren toegewezen fase niet in hun ingestelde waarde veranderen zodra alle zones de ingestelde waarde van de fase hebben bereikt en de weektimer is verstreken.
  • Pagina 125: Stel De Temperatuur En Het Vermogen In

    Gebruik het dialoogvenster om de doorweektijd in te stellen en selecteer vervolgens 11.2 Stel de temperatuur en het vermogen in Selecteer Fase (1, 2, 3 of 4) (Opstart) en tik op om het uitklapmenu weer te geven. Tik op de knop rechts van de temperatuurbalk van fase X. Voer in het dialoogvenster de temperatuur voor fase X in, en tik vervolgens op Voer stap 1 t/m 4 hierboven uit om het vermogenspercentage van fase X in te stellen.
  • Pagina 126 Bladzijde 116...
  • Pagina 127: Gegevensregistratie

    Hoofdstuk 12 Gegevensregistratie Gegevensregistratie is een handig hulpmiddel voor het volgen van de werking van een mal. Deze tool helpt bij het analyseren van het systeem om het gietproces te optimaliseren, fouten op te sporen, de bron van een recente fout te vinden of te voorspellen waar toekomstige fouten kunnen optreden.
  • Pagina 128: Het Proces Weergeven

    12.1.1 Het proces weergeven De zone wijzigen: Tik op het vakje rechts van het Zonevak. Gebruik het toetsenbord en voer het nieuwe zonenummer in. Tik op De parameter wijzigen: Tik op het parametervak #1. Selecteer de parameter in het dialoogvenster. Tik op Voer stap 1 en 2 uit voor de parameters 2 en 3.
  • Pagina 129: Hoofdstuk 13 Gegevensuitwisseling

    Hoofdstuk 13 Gegevensuitwisseling U kunt rapporten en afbeeldingen opslaan op harde schijf van de Neo5. Vanuit het scherm Bestandsbeheer kunt u de rapporten of afbeeldingen naar een netwerk of USB-station verplaatsen om ze te delen, op te slaan of af te drukken. U kunt ze ook direct opslaan op het USB-station of netwerk.
  • Pagina 130 Item Beschrijving Sla instellingen van Vink het vakje 'Gegevens opslaan naar bestand' aan om de procesgegevens op procesgegevens op de harde schijf van de Neo5 op te slaan. Tik op de frequentieknop en voer de tijdsintervallen in waarin u wilt dat de schijf van de Neo5 de huidige procesgegevens opslaat.
  • Pagina 131: Rapportbeschrijvingen

    13.2 Rapportbeschrijvingen Dit gedeelte bevat een beschrijving van elk afdrukrapport. Rapporten worden opgeslagen op een van de volgende locaties: • System/Rapportenmap op de harde schijf van de Neo5, • een geïnstalleerd USB-station, indien geconfigureerd, • een gedeelde map op een netwerk, indien geconfigureerd. Type afdrukrapport Beschrijving Zone-informatie - Beknopt...
  • Pagina 132 Type afdrukrapport Beschrijving Diagnostiek Druk vanaf het scherm Testresultaten het volgende af naar een bestand: • Zonenummer • Zonenaam • Sensor • Zekeringen • Thermokoppel • Amperage • Volt wisselstroom • Watt • Bedrading • Isolatie • Aardingslekkage • Droogverhitten •...
  • Pagina 133 Type afdrukrapport Beschrijving Zonekalibratie • Datum en tijd • Map van de mal en Malinstelling • Systeemstatus • Lage testwaarde • Hoge testwaarde • Zonenummer: — Lage waarde vóór kalibratie — Hoge waarde vóór kalibratie • Zonenummer: — Waarde na kalibratie Gegevens vermogenafwijking •...
  • Pagina 134 Bladzijde 124...
  • Pagina 135: Digitaal I/O

    De input- en outputaansluitingen bevinden zich aan de achterkant van de Neo5 (zie Sectie 15.2). Als u hulp nodig heeft bij het aansluiten van in- en uitgangen van de Neo5, neem dan contact op met uw Husky Regionaal Service- en Verkoopkantoor. Bladzijde 125...
  • Pagina 136: Configureer De Digitale I/O

    14.1 Configureer de Digitale I/O Selecteer op het scherm Start in de rij Systeemconfiguratie de optie Digitale I/O. Item Beschrijving Actief Geeft de logische status van het I/O-signaal aan. Dit toont de eindtoestand van het signaal nadat omkeren eventueel is toegepast. Niveau Geeft de fysieke (elektrische) toestand van de I/O aan de pin aan.
  • Pagina 137: Pin-Outbeschrijving Aansluiting Digitaal I/O

    14.2 Pin-outbeschrijving aansluiting Digitaal I/O De volgende tabellen bevatten de verbindingsbeschrijvingen voor alle optionele in- en uitgangen die beschikbaar zijn voor de Neo5. 14.2.1 Beschrijvingen van digitale ingangen Digitale ingangen Optionele naam Beschrijving Stand-by op afstand Zet alle zones met ingestelde waarde stand-by op afstand in de Stand-by-modus (lagere ingestelde waarde) wanneer dit ingangssignaal wordt geactiveerd.
  • Pagina 138: Pin-Out Aansluiting Ingang

    14.2.3 Pin-Out aansluiting ingang De onderstaande tabel toont de details van de aansluitingen van alle ingangen die bedraad worden voor droge contacten (zonder spanning). VOORZICHTIG! Gevaar in verband met elektriciteit - risico op schade aan de apparatuur. Zet GEEN spanning op een van de ingangen. Als u dit wel doet, kan de Neo5 beschadigd raken. Digitale ingangen (bedrading voor droge of spanningsloze contacten) Aansluiting / pin Draadkleur veldkabel...
  • Pagina 139: Pin-Out Aansluiting Uitgang

    De onderstaande tabel toont de details van de aansluitingen van alle ingangen die bedraad zijn om spanning van een externe bron te accepteren. VOORZICHTIG! Gevaar in verband met elektriciteit - risico op schade aan de apparatuur. Breng GEEN spanning aan van meer dan 30 VDC op een van de ingangen. Als u dit wel doet, kan de Neo5 beschadigd raken.
  • Pagina 140 Digitale uitgangen Aansluiting / pin Draadkleur veldkabel Signaalfunctie Ingang / 7 Bruin Activiteitslampje Ingang / 8 Geel Bladzijde 130...
  • Pagina 141: Onderhoud

    Hoofdstuk 15 Onderhoud Dit hoofdstuk beschrijft de taken die nodig zijn om de Neo5 te onderhouden. Voer de onderhoudstaken alleen uit als dat nodig is. Controleer regelmatig en voordat u de apparatuur start of alle kabels en kabelverbindingen vrij zijn van slijtage of schade. Gebruik de apparatuur niet als de kabels beschadigd zijn. Vervang alle kabels die beschadigd lijken.
  • Pagina 142: Het Systeem Onderhouden

    15.1 Het systeem onderhouden De Neo5-systemen zijn gebaseerd op twee door de gebruiker te onderhouden componenten: • X-serie of H-serie intelligente besturingskaarten • Neo5-gebruikersinterface Neo5-gebruikersinterface Aanraakmonitor • MCU en Aanraakmonitor Neo5 Intelligente Locaties besturingskaart (Bays) Intelligente besturingskaart Geïntegreerde Neo5-configuratie (C6-2-configuratie weergegeven) Bladzijde 132...
  • Pagina 143 Vrijstaande systeemconfiguratie Neo5 (enkele stapel) WAARSCHUWING! Gevaarlijke voltages - levensgevaar of ernstig letsel. Voordat u onderhoud pleegt aan de Altanium Neo5, vergrendelt u het label en markeert u de hoofdschakelaar in overeenstemming met de lokale richtlijnen. Hoofdschakelaar Neo5-hoofdschakelaar - Geïntegreerde configuratie (C6-1-configuratie weergegeven)
  • Pagina 144: Kabelaansluitingen

    Hoofdschakelaar Neo5 hoofdschakelaar - vrijstaande configuratie (enkele stapel) 15.2 Kabelaansluitingen Afhankelijk van de Neo5-configuratie zijn er kabelaansluitingen aan de voor- en achterkant van het bedieningspaneel. Het isolatieniveau van besturingskabels en apparaten die zijn aangesloten op de Neo5- aansluitingen zijn: • 500 V als de apparaten worden gevoed door een 380 VAC- of 415 VAC-systeem •...
  • Pagina 145: Kabelaansluitingen - Vrijstaande Configuratie

    Kabelaansluitingen - achterkant van de Neo5 Item Kabelaansluiting Beschrijving Toeter Hoorbaar alarm. LCD1 (HDMI) Videosignaal naar de aanraakmonitor. Aanraakmonitor Signaal naar de aanraakmonitor. Ethernet Gebruikersinterface voor klantnetwerken. USB-poort voor het importeren en exporteren van bestanden. Invoer Digitale ingangen (optioneel). Uitvoer Digitale uitgangen (optioneel).
  • Pagina 146: Intelligente Besturingskaarten

    Item Kabelaansluiting Beschrijving 100-240 VAC inkomend Hoofdstroom van het Altanium-hoofdframe. Uitgang COMM CANBus-communicatie met het Altanium-hoofdframe. Aanraakmonitor Signaal naar de aanraakmonitor. Ethernet Gebruikersinterface voor klantnetwerken. USB-poort voor het importeren en exporteren van bestanden. LET OP: Gebruik de USB-poort aan de voorkant van het apparaat voor gemakkelijkere toegang.
  • Pagina 147 Locatie van transformator Intelligente besturingskaart X-serie Inham hoofdframe met backplane zichtbaar Beide series kaarten passen in backplanes die in de inhammen van het hoofdframe van de Neo5 zijn geïnstalleerd. De kaarten beheren het vermogen dat wordt geleverd aan de verwarmingen, de feedback en controle van het thermokoppel, en de circuitbeveiliging. Bladzijde 137...
  • Pagina 148: Een Intelligente Besturingskaart Vervangen

    BELANGRIJK! Hoewel ze op elkaar lijken, gebruiken kaarten uit de X-serie en H-serie verschillende backplanes en zijn ze niet compatibel met elkaar. BELANGRIJK! U moet een intelligente besturingskaart hebben op de positie die aangegeven wordt met label 1 in alle backplanes om het systeem goed te laten functioneren. 15.3.1 Een intelligente besturingskaart vervangen WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit en gebruik - risico op de dood, ernstig letsel en/of...
  • Pagina 149 VOORZICHTIG! Mechanische foutmodus - pogingen om een kaart te verwijderen wanneer de bovenste en onderste bevestigingselementen van het koellichaam niet volledig zijn losgemaakt van de bout op de kast, kunnen zeer ernstige schade aan de kaart veroorzaken. Maak de bovenste en onderste sleufbevestigingen op het koellichaam los. Deze twee bevestigingsmiddelen zijn vastgezet zodat ze niet in het systeem of op de grond vallen.
  • Pagina 150: Een Doorgebrande Zekering Op Een Intelligente Besturingskaart Vervangen

    VOORZICHTIG! Gevaar voor statische elektriciteit - risico op schade aan de apparatuur. De intelligente besturingskaarten zijn gevoelig voor elektrostatische ontlading. Leg onder geen enkele omstandigheid een intelligente besturingskaart op een tapijt, vloerkleed of ander materiaal dat een statische lading kan veroorzaken. Leg de kaart voorzichtig op een geaard oppervlak.
  • Pagina 151 Leg de kaart voorzichtig op een geaard oppervlak. Verwijder en vervang de defecte zekering door een zekering van hetzelfde type en dezelfde klasse. Husky raadt SIBA 712540-serie of gelijkwaardige zekeringen aan. Zorg ervoor dat de zekering goed op zijn plaats zit. Het niet goed plaatsen van een zekering veroorzaakt een hotspot, wat problemen kan veroorzaken voor het systeem.
  • Pagina 152: Neo5-Gebruikersinterface

    15.4 Neo5-gebruikersinterface De Neo5-gebruikersinterface wordt gebruikt voor het invoeren en weergeven van vormparameters. Deze interface bestaat uit twee hoofdcomponenten; de aanraakmonitor en de master-regeleenheid (MCU). De interface is ook verkrijgbaar in twee verschillende configuraties; geïntegreerd en standalone. De gebruikersinterface bevat geen onderdelen waaraan door de gebruiker kan worden gesleuteld.
  • Pagina 153: De Aanraakmonitor Vervangen - Geïntegreerde Configuratie

    15.4.1 De aanraakmonitor vervangen - geïntegreerde configuratie WAARSCHUWING! Gevaar in verband met gebruik en elektriciteit - risico op schade aan de apparatuur. Schakel alle stroom naar het systeem uit en koppel het volledig los van de hoofdstroomvoorziening. Volg de lokale Lock Out Tag Out-procedures. Draai de aanraakmonitor helemaal naar voren.
  • Pagina 154 Koppel de mini-USB- en HDMI-aansluitingen aan de achterkant van de aanraakmonitor los. Bladzijde 144...
  • Pagina 155 Maak de twee bovenste bevestigingsschroeven los met een 4 mm dopsleutel of moersleutel. BELANGRIJK! Maak alleen de bevestigingsschroeven los. De montagegaten in de beugel waarmee de aanraakmonitor is bevestigd, zijn sleufgaten waarmee de monitor kan worden verwijderd zonder de bevestigingsschroeven volledig los te hoeven halen! Draai de aanraakmonitor helemaal naar achteren en maak de twee onderste bevestigingsschroeven los.
  • Pagina 156 Houd de aanraakmonitor stevig vast en schuif hem omhoog totdat de bevestigingsschroeven de bovenste montagesleuven en onderste sleutelgaten hebben vrijgemaakt. Trek de aanraakmonitor naar voren om deze van de montagebeugel te halen. Verwijder de twee bovenste en onderste bevestigingsschroeven van de aanraakmonitor en installeer ze op de draadeinden aan de achterkant van de nieuwe aanraakmonitor.
  • Pagina 157: De Mcu Met Geïntegreerde Configuratie Vervangen

    15.4.2 De MCU met geïntegreerde configuratie vervangen WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit en gebruik - risico op de dood, ernstig letsel en/of schade aan de apparatuur. Schakel alle stroom naar het systeem uit en koppel het volledig los van de hoofdstroomvoorziening. Volg de lokale Lock Out Tag Out- procedures.
  • Pagina 158 Zoek en verwijder twee bevestigingsschroeven waarmee de MCU aan de achterkant van het apparaat op zijn plaats wordt gehouden. Bladzijde 148...
  • Pagina 159 Leg uw hand op de voorkant van de MCU en duw hem naar achteren om de verborgen haken los te maken die hem op zijn plaats op het hoofdframe vastzetten. BELANGRIJK! Trek de MCU niet omhoog omdat deze op zijn plaats wordt gehouden door haken die in sleuven in de bovenkant van het hoofdframe passen en aan het zicht zijn onttrokken! Duw de MCU vanaf de voorkant terug om de haken los te maken en til hem vervolgens op.
  • Pagina 160 Verwijder voorzichtig de stroom- en datakabels uit de zak aan de onderkant van de MCU en blijf de eenheid naar boven draaien totdat deze op zijn voorkant rust. Bladzijde 150...
  • Pagina 161 Draai met uw vingers aan de stroom- en data-aansluitingen voorzichtig om de kabels los te koppelen van de bovenkant van het hoofdframe. Nadat de stroom- en datakabels zijn losgekoppeld, tilt u de MCU voorzichtig uit het hoofdframe. Volg stap 1 t/m 8 in omgekeerde volgorde om de nieuwe MCU te installeren. Bladzijde 151...
  • Pagina 162: De Aanraakmonitor Met Vrijstaande Configuratie Terugplaatsen

    15.4.3 De aanraakmonitor met vrijstaande configuratie terugplaatsen WAARSCHUWING! Gevaar in verband met gebruik en elektriciteit - risico op schade aan de apparatuur. Schakel alle stroom naar het systeem uit en koppel het volledig los van de hoofdstroomvoorziening. Volg de lokale Lock Out Tag Out-procedures. Draai de aanraakmonitor helemaal naar voren om de mini-USB-aansluiting, de HDMI- aansluiting en de bovenste set bevestigingsschroeven zichtbaar te maken waarmee de aanraakmonitor aan de montagebeugel wordt vastgezet.
  • Pagina 163 WAARSCHUWING! Beknellingsgevaar - houd handen en vingers uit de buurt van het scharniermechanisme van de aanraakmonitor. Koppel de mini-USB- en HDMI-aansluitingen aan de achterkant van de aanraakmonitor los en draai de twee bovenste bevestigingen los met een 4 mm dopsleutel of moersleutel.
  • Pagina 164 BELANGRIJK! Maak alleen de bovenste bevestigingsschroeven los. De bovenste montagegaten in de beugel waarmee de aanraakmonitor is bevestigd zijn sleufgaten waardoor de monitor kan worden verwijderd zonder de bovenste bevestigingsschroeven volledig los te hoeven halen! Draai de aanraakmonitor helemaal naar achteren en maak de twee onderste bevestigingsschroeven helemaal los.
  • Pagina 165 Houd de aanraakmonitor stevig vast en schuif hem omhoog totdat de bevestigingsschroeven de bovenste montagesleuven en onderste sleutelgaten hebben vrijgemaakt en trek de aanraakmonitor naar voren om hem van de montagebeugel te verwijderen. Zorg ervoor dat de bevestigingsmoeren vooraf zijn geïnstalleerd op de bouten met schroefdraad aan de bovenkant en dat ze niet geplaatst worden op de onderste bouten aan de achterkant van de aanraakmonitor.
  • Pagina 166: De Mcu Met Vrijstaande Configuratie Vervangen

    15.4.4 De MCU met vrijstaande configuratie vervangen WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit en gebruik - risico op de dood, ernstig letsel en/of schade aan de apparatuur. Schakel alle stroom naar het systeem uit en koppel het volledig los van de hoofdstroomvoorziening. Volg de lokale Lock Out Tag Out- procedures.
  • Pagina 167 Koppel de aansluitingen van het aanraakscherm- en LCD1-scherm aan de onderkant van de MCU los en ontkoppel de stroom en data-aansluitingen. Communicatie Aanraakmonitor Stroom Zoek de vier bevestigingsschroeven waarmee de MCU aan de montagebeugel is bevestigd. De beugel bevindt zich tussen de aanraakmonitor en de MCU-behuizing. Bladzijde 157...
  • Pagina 168 Maak de twee bovenste bevestigingsschroeven waarmee de MCU aan de montagebeugel is bevestigd, los met een 4 mm inbussleutel. Bladzijde 158...
  • Pagina 169 BELANGRIJK! Maak alleen de bovenste bevestigingsschroeven los. De bovenste montagegaten in de beugel die de MCU vastzet, zijn gesleufd en zorgen ervoor dat het apparaat kan worden verwijderd zonder de bovenste bevestigingsschroeven volledig te verwijderen! Lokaliseer en verwijder de twee onderste bevestigingsschroeven volledig. Deze montagegaten zijn niet gesleufd, dus de schroeven moet volledig losgedraaid worden om de MCU te kunnen verwijderen.
  • Pagina 170 Pak de MCU stevig vast en schuif deze omhoog totdat de bevestigingsschroeven de bovenste montagesleuven hebben vrijgemaakt en trek de MCU naar voren om hem van de montagebeugel te verwijderen. Volg stap 1 t/m 6 in omgekeerde volgorde om de nieuwe MCU te installeren. Bladzijde 160...
  • Pagina 171: De Gebruikersinterface Operatorinterface Met Vrijstaande Configuratie Vervangen

    15.4.5 De gebruikersinterface operatorinterface met vrijstaande configuratie vervangen WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit en gebruik - risico op de dood, ernstig letsel en/of schade aan de apparatuur. Schakel alle stroom naar het systeem uit en koppel het volledig los van de hoofdstroomvoorziening. Volg de lokale Lock Out Tag Out- procedures.
  • Pagina 172 Stroom Communicatie Lokaliseer en verwijder de twee bevestigingsschroeven waarmee de gebruikersinterface aan de voorkant van het hoofdframe vastzit. Bladzijde 162...
  • Pagina 173 Lokaliseer en verwijder de twee bevestigingsschroeven waarmee de gebruikersinterface aan de achterkant van het hoofdframe vastzit. Voor deze stap is een schroevendraaier nodig die kort genoeg is om de MCU boven de twee achterste montageschroeven te verwijderen. Neem de gebruikersinterface stevig vast vanaf de zilveren montagepin en til de eenheid voorzichtig op vanaf de bovenkant van het hoofdframe.
  • Pagina 174: Mobiele Standaard Voor De Neo5

    15.5 Mobiele standaard voor de Neo5 De geïntegreerde configuratie van de Neo5 is beschikbaar met een mobiele standaard als betaalde optie. Met de mobiele standaard kan de aanraakmonitor van de Neo5 met geïntegreerde configuratie worden verhoogd tot een optimale kijkhoogte (1320 mm - 52 inch) en gemakkelijker worden verplaatst.
  • Pagina 175: De Neo5 Installeren Op De Mobiele Standaard

    15.5.1 De Neo5 installeren op de mobiele standaard De mobiele standaard voor de Neo5 en het bedieningspaneel worden als afzonderlijke onderdelen geleverd en moeten worden gemonteerd. WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit en gebruik - risico op ernstig letsel en/of schade aan de apparatuur.
  • Pagina 176 Plaats de verrijdbare standaard op een open, vlak gedeelte van de vloer en zet de remmen vast (op de voorwielen). Lokaliseer de vier montagegaten op de bovenplaat van de mobiele standaard. BELANGRIJK! Zorg ervoor dat u de juiste combinatie van standaard en bedieningspaneel gebruikt. Dit voorkomt dat de montage topzwaar wordt en omvalt.
  • Pagina 177 WAARSCHUWING! Zwaar object - lift voor twee personen vereist. Vraag om hulp om letsel te voorkomen en gebruik de juiste tiltechniek bij het optillen van de Neo5. Raadpleeg Sectie 1.8.1. Zodra de Neo5-bedieningspaneel in het midden van de mobiele standaard is geplaatst, steekt u de vier nivelleerpads door de gaten en draait u ze stevig met de hand vast.
  • Pagina 178: Het Systeem Schoonmaken

    15.6 Het systeem schoonmaken WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit en gebruik - risico op de dood, ernstig letsel en/of schade aan de apparatuur. Schakel alle stroom naar het systeem uit en koppel het volledig los van de hoofdstroomvoorziening. Gevaarlijke voltages - levensgevaar of ernstig letsel. Voordat u onderhoud pleegt aan de Altanium-eenheid, vergrendelt u het label en markeert u de Altanium- hoofdschakelaar in overeenstemming met de lokale richtlijnen.
  • Pagina 179: Eenvoudige Probleemoplossing

    15.7 Eenvoudige probleemoplossing WAARSCHUWING! Gevaar in verband met elektriciteit en gebruik - risico op de dood, ernstig letsel en/of schade aan de apparatuur. Schakel alle stroom naar het systeem uit en koppel het volledig los van de hoofdstroomvoorziening. Gevaarlijke voltages - levensgevaar of ernstig letsel. Voordat u onderhoud pleegt aan de Altanium-eenheid, vergrendelt u het label en markeert u de Altanium- hoofdschakelaar in overeenstemming met de lokale richtlijnen.
  • Pagina 180 Procedures voor probleemoplossing Probleem Potentiële oorzaak Oplossing Aardingsfout Slechte verwarming. Raadpleeg de elektrische afdrukken van Kortsluiting in bedrading. de mal en gebruik een ohm-meter of Defecte kaart. isolatieweerstandmeter om de kabels Verkeerd bedrade mal, kabel of en de mal te inspecteren. bedieningspaneel.
  • Pagina 181 Procedures voor probleemoplossing Probleem Potentiële oorzaak Oplossing Omgekeerd Thermokoppel is verbonden met Onvoldoende warmte kan een teken van een thermokoppel omgekeerde polariteit. lage voedingsspanning zijn. Controleer het Kaart is niet gekalibreerd. voedingsvoltage en controleer of deze mal Kaart werkt niet. met succes op de huidige spanning heeft Mal is veel kouder dan de gedraaid.
  • Pagina 182 Procedures voor probleemoplossing Probleem Potentiële oorzaak Oplossing Weergegeven Geen communicatie met de kaart. Raadpleeg de oplossing Time-out aflezen temperatuur is 0 °C of 32 °F. Geen scherm Slecht werkende aanraakmonitor of Controleer de voeding naar het computer. bedieningspaneel om er zeker van te zijn Ontbrekende fase.

Inhoudsopgave