Werking
De apparaten meten in elektrisch geleidende, vloeibare media de elektrische geleidbaarheid en zetten deze
informatie om in een geleidbaarheidsafhankelijk stroomsignaal van 4 - 20 mA.
Meetprincipe - LRGT 16-3, LRGT 17-3
De geleidbaarheidstransmitters LRGT 16-3 en LRGT 17-3 werken volgens het conductrometrische meet-
principe met twee elektroden. Door het medium wordt een meetstroom geleid, met een frequentie die op
het meetbereik is afgestemd. Hierdoor treedt tussen elektrode en meetbuis een potentiaalverschil op dat
als meetspanning wordt geanalyseerd.
Meetprincipe - LRGT 16-4
De geleidbaarheidstransmitter LRGT 16-4 werkt volgens het conductrometrische meetprincipe met vier
elektroden. De transmitter bestaat uit twee stroom- en twee spanningselektroden. Vanaf de stroomelek-
troden wordt een meetstroom met vaste frequentie door het medium geleid. Hierdoor ontstaat een
potentiaalverschil tussen deze elektroden. Dit potentiaalverschil wordt in het medium door de spannings-
elektroden opgenomen en als meetspanning geanalyseerd.
Temperatuurcompensatie van de meetwaarden naar een referentietemperatuur (25 °C)
De elektrische geleidbaarheid verandert met de temperatuur. Om de meetwaarden naar een referentie-
temperatuur te kunnen omrekenen meet een geïntegreerde weerstandsthermometer de temperatuur van
het medium. Op basis van de meetstroom en meetspanning wordt de elektrisch geleidbaarheid berekend
en door de temperatuurcompensatie naar de referentietemperatuur van 25 °C omgerekend.
Compensatieprocedure
De meetwaarde van de geleidbaarheid wordt in afhankelijkheid van een ingestelde temperatuurcoëfficiënt
lineair gecorrigeerd. De coëfficiënt (standaard 2,1% / °C) wordt gewoonlijk voor stoomgeneratoren met
constante druk gebruikt. De geleidbaarheid wordt voor een omgevingstemperatuur (25 °C) vastgesteld.
De verificatie van de gradiënt bij de bedrijfsdruk vindt dan plaats met behulp van een gekalibreerd geleid-
baarheidsmeetapparaat.
Transmitterfunctie
De term transmitterfunctie doelt op de eigenschap van de elektrode om een geschaald meetbereik naar
de 4 - 20 mA stroomuitgang te zenden voor analyse door een of meer ontvangers.
Deze apparaten bevatten geen regelaar- of begrenzingsfunctie.
Automatische zelftest
Met een automatische zelftest wordt cyclisch de veiligheid en werking van de geleidbaarheidstransmitters
en de meetwaarderegistratie gecontroleerd.
Bij een fout in de elektrische aansluiting of in de meetelektronica wordt een storingsmelding op het
display geactiveerd en wordt de stroomuitgang op 0 mA gezet.
14
LRGT 1x-x - Gebruiksaanwijzing - 850221-00