4.2. WERKPLAATS
Voorwoord
De werkplaats moet aan de volgende kenmerken voldoen:
De werkplaats, die bedoeld is als werk- en vervoerzone, mag NOOIT volstaan met dozen,
werktuigen of andere voorwerpen waarover gestruikeld of gevallen kan worden.
De bewegingen van de operator mogen door niets gehinderd worden;
De werkplaats moet goed verlicht zijn.
Dit verbod moet ook aangeduid zijn door een symbool dicht bij de machine.
Het is de verantwoordelijkheid van de operator om ervoor te zorgen dat de reglementering
wordt nageleefd en elke niet-naleving aan zijn supervisors te melden.
OPGELET: personeel dat niet gemachtigd is om met de machine te werken of ze te
onderhouden, mag niet tot de werkplaats toegelaten worden.
LET OP: Explosieve atmosfeer
Het is verboden om de machine te gebruiken binnen het gebouw.
Verlichting:
Op de arbeidsplaatsen moet voldoende daglicht of aangepast kunstlicht aanwezig zijn om zo
de veiligheid van de medewerkers te waarborgen in overeenstemming met de richtlijn
89/654/EEG.
De verlichting moet veilige uitvoeringen toelaten. Voor interventies op specifieke gebieden is
passende verlichting aangeraden.
LET OP: onjuist gebruik van de machine.
Het gebruik van machine-eenheden die niet van toepassing zijn voor de machine worden
beschouwd als "misbruik".
Het gebruikspatroon gemarkeerd in Fig 2-5 wordt hieronder vermeld.
Het product word getrokken of geduwd door trekhaak nr 1 en nr 2 waarop een pen enkel
bevestigd is. De rijpositie van het stuur operator A kan de machine met een goede
zichtbaarheid bedienen door op te treden door de juiste commando's.
1
2