4. Haal het filter uit de RX50L.
− Schoonmaken: Maak het filter schoon door deze schoon te vegen en uit te
kloppen.
Gebruik geen water of andere vloeistoffen om te reinigen.
Controleer of het filter niet is beschadigd.
− Vervangen: Vervang het oude filter met een nieuw filter.
5. Plaats het filter terug. Zorg ervoor dat de pijl op het filter naar beneden wijst.
6. Plaats het filterdeksel terug en draai vast.
Figuur 26 Plaatsing van het filter in de RX50L
7. Wanneer er een ClimateControl V2 aanwezig is (zie figuur 6):
a. Verwijder het frontpaneel door de vier grote schroefdoppen los te draaien.
b. Haal de filterset uit de ClimateControl V2.
− Schoonmaken: Maak de filterset schoon.
Gebruik geen water of andere vloeistoffen om te reiningen.
Controleer of het filterset niet is beschadigd
− Vervangen: Vervang het oude filterset met een nieuw filterset.
c. Plaats het filterset terug (zie figuur 27).
d. Plaats het frontpaneel terug en draai vast.
33