Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektroni-
sche afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door anderen kan worden
gebruikt.
Wanneer deze functie is ingeschakeld
kan er namelijk geen programma wor-
den gestart.
Houd bij het inschakelen van deze
functie de volgorde aan zoals die met
1
2
3
getallen (
,
,
Het inschakelen van de afsluitfunctie
1
Zorg ervoor dat de deur is gesloten
en dat de programmakeuzeschake-
laar op "Einde" staat.
2
Schakel het apparaat in.
3
Druk de toets "Kreukbeveiliging" in
en houd deze toets tijdens de stap-
4
pen
tot en met
4
Draai de programmakeuzeschake-
laar langzaam, stap voor stap en
met de klok mee op "WITTE / BONTE
WAS Kastdroog".
5
Draai de programmakeuzeschake-
laar langzaam, stap voor stap en te-
gen de klok in op "Einde".
6
Draai de programmakeuzeschake-
laar langzaam, stap voor stap en te-
gen de klok in op "KREUKHERSTEL-
LEND Strijkdroog".
Het controlelampje "Vergrendeld" knip-
pert.
7
Laat de toets "Kreukbeveiliging" los.
...) is aangegeven.
6
ingedrukt.
Elektronische afsluitfunctie
De afsluitfunctie is hiermee ingescha-
keld.
8
Schakel het apparaat uit.
Het uitschakelen van de afsluitfunctie
Herhaal de stappen
Het controlelampje "Vergrendeld" gaat
6
na stap
uit.
1
7
tot en met
.
21