Inhoudsopgave
Advertenties
12 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
OPMERKING
12-1 Lasers en infrarood licht
■ De machine controleert de veiligheid van de omgeving met een laser.
■ De machine is uitgerust met een laser van Klasse 1.
■ Laser van Klasse 1:
Als er binnen een normaal werkingsbereik geen gevaar is om langdurig rechtstreeks naar de
laserstraal te kijken, of bij gebruik van een optisch waarnemingsinstrument zoals een vergrootglas of
verrekijker om rechtstreeks naar de laserstraal te kijken (voldoet aan JIS C6802).
12-2 Detectiebereik van de sensor
■ De machine controleert de veiligheid van de omgeving met diverse sensoren. De machine detecteert
obstakels binnen een bereik van ongeveer 200° aan de voorkant ervan; ga niet naar een plaats in
de buurt van de machine die de sensoren niet kunnen zien (erachter enz.). Dan kan hij de gebruiker
mogelijk niet als obstakel detecteren.
■ Lage obstakels van minder dan 10 cm hoog kunnen niet door sensordetectie worden vermeden;
verwijder ze op voorhand van de reinigingsroute.
De machine bedienen
■ De stofzak, borstel, batterij, HEPA-filters en pieper-meldingen zijn specifiek
voor de machine ontworpen. Gebruik geen andere producten. Als u andere
producten gebruikt, raakt de machine mogelijk defect of beschadigd.
■ Breng geen dichting of tape aan op de sensor of de wielen. Als u dat doet,
dan werkt de sensor mogelijk niet goed, wat een storing kan veroorzaken.
Reiniging
■ Gebruik de machine pas nadat u gecontroleerd hebt of er obstakels liggen op
de reinigingsroute.
Meer informatie over het bereik van de sensoren van de machine vindt u in
'3-2 Detectiebereik van de sensor'.
■ Zorg ervoor dat de volgende zaken zich niet in de reinigingszone bevinden.
Als ze worden opgezogen, kunnen ze een storing van de machine, schade
aan eigendom of de machine, of letsels bij mensen veroorzaken.
• Afval dat vloeistof of vocht bevat
• Grote hoeveelheden zand, stof, draad
• Scherpe voorwerpen (glas, messen, stukken metaal enz.)
• Voorwerpen die er niet eenvoudig door kunnen (voedselverpakking, plastic;
wikkelfolie enz.)
■ Gebruik het toestel niet op een natte vloer (met vocht). De machine kan geen
vloeistoffen stofzuigen. Dit kan een storing veroorzaken. Gebruik de machine
alleen op een droge vloer.
Batterijlader
■ Sluit tijdens het laden geen enkel ander elektrisch apparaat op hetzelfde
stopcontact aan. Als u dat doet, kan de lagere spanning een invloed hebben
op de acculader.
■ Gebruik de batterijlader niet staand of ondersteboven. De batterijlader is
specifiek gemaakt om op zijn zijde te worden geplaatst.
■ Plaats de batterijlader waar de stekker gemakkelijk in het stopcontact kan
worden gestoken. Plaats de batterijlader ook zodanig dat u gemakkelijk de
laadaanduidingen kunt zien.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
