• Vermijd buitensporige fysieke schokken en trillingen aan de bat-
terij.
• Probeer de batterij(en) of behuizing(en) niet uit elkaar te halen, te
ontleden of te vervormen.
• Dompel de batterij niet onder in een vloeistof (ook niet in water).
• Gebruik nooit verschillende types batterijen door elkaar.
• Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.
• Gebruik geen gewijzigde of beschadigde laders.
• Laat de batterij niet langer dan
• Bewaar de batterij op een koele, droge en goed geventileerde plaats.
• Gooi de batterij uitsluitend weg in overeenstemming met de plaat-
selijke wet- en regelgeving.
• Batterijen mogen niet gedurende lange perioden worden opges-
lagen zonder te worden opgeladen. Het wordt aanbevolen de bat-
terij maandelijks op te laden om de levensduur te verlengen.
• Berg de batterij nooit op als deze sterk ontladen is.
Batterijniveaudisplay
Schakel de stroom in. Het batterijniveaudisplay op de voorste
licht op. Bij vol vermogen branden er
groene). Als de twee rode lampjes knipperen, betekent dit dat
de batterij moet worden opgeladen.
Om de batterij te verwijderen om hem op te laden, drukt u de rode
knop omlaag om daarna de batterij aan de buitenkant vast te ne-
uur opladen.
lampjes ( rode,
Page
geel,