TECHNISCHE GEGEVENS
Voor de installatie op de wand van de AC-versie van de regelaar, bevelen we voor een gemakkelijke bediening aan om het interne ge-
deelte (elektronica en omvormer) gescheiden te houden van de regelkast.
1.
6.3. INSTALLATIE EN MONTAGE VAN DE ELEKTRONICA
WAARSCHUWING!
•
De regelaar moet altijd van het stroomnet worden losgekoppeld voordat de eenheid kan worden geopend.
•
De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een vakman met kwalificaties op het gebied van elektronica.
•
De handleiding, tezamen met de wetten en regelgeving die in het betreffende land van toepassing zijn, moeten worden opgevolgd.
•
Het apparaat moet op de stroombron worden aangesloten met behulp van een geïsoleerde hittebestendige kabel die in overeen-
stemming is met de diameter en de toepasselijke wetten en regelgeving in het betreffende land.
•
Alle fasen van de elektrische inlaat op de regelaar moeten worden aangesloten via een bij de stroom en het model passende stroomon-
derbreker.
•
De afstand tussen de losgekoppelde contacten moet groter zijn dan 3 mm.
•
De nominale waarden van de elektrische parameters van het apparaat staan op het etiket van de fabrikant.
•
De hoofdinlaat van elektrische stroom, de schakelelementen en accessoires moeten worden aangesloten overeenkomstig het aansluitschema.
•
De aangesloten ventilatoren mogen de nominale stroomwaarde van de regeleenheid niet overschrijden!
•
Het openen en wijzigen van de interne aansluiting van de regeleenheid is verboden en kan gevolgen hebben voor de garantie.
•
In geval van brand is het noodzakelijk om het apparaat te blussen met een krachtige of CO2-brandblusser.
•
Het apparaat moet zodanig worden aangesloten, dat deze in één stuk kan worden losgekoppeld van het stroomnet.
Aanbevolen stroomonderbrekers:
Tabel met de minimum afmetingen van stroomonderbrekers overeenkomstig het model regelaar.
De geschiktheid van de stroomonderbreker is altijd afhankelijk van de specifieke omstandigheden op de plaats van installatie. De volgende tabel
dient uitsluitend ter oriëntatie!!!
AC-C
SC-C-AC5-04
SC-C-AC5-07
SC-C-AC5-16
Afstandsbediening activeren
1.
5.
2.
6A
SC-S-AC5-04
10A
SC-S-AC5-07
20A
SC-S-AC5-16
2.
6.
De regelaar moet overeenkomstig de afbeeldingen worden geïn-
stalleerd, d.w.z. met de bus naar beneden.
•
Gebruik voor de montage van de regelaar de bijbehorende
ankers en schroeven.
•
Gebruik de meegeleverde schroeven en ringen ter behoud
van het IP-deksel van de kast.
•
Boor
•
4X schroeven
•
4X ankers
•
4X ringen met afdichtringen (inbegrepen)
AC-S
6A
10A
20A
3.
EC
SC-C-EC
16A
SC-S-EC
16A
4.
7