Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de
Controle 3
computer.
Controleer het volgende als het apparaat met een USB-kabel op de computer is aangesloten:
• Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, koppelt u dit los en sluit u het apparaat
rechtstreeks aan op de computer. Probeer opnieuw af te drukken. Als het afdrukken normaal wordt
gestart, is er een probleem met het doorschakelapparaat. Neem contact op met de leverancier van het
doorschakelapparaat.
• Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer nogmaals af te
drukken.
Controleer of MP Drivers correct is geïnstalleerd.
Controle 4
Verwijder MP Drivers aan de hand van de procedure in
vervolgens opnieuw vanaf de installatie-cd-rom of de Canon-website.
Als het apparaat met een USB-kabel op de computer is aangesloten,
Controle 5
controleert u de apparaatstatus vanaf de computer.
Volg de onderstaande procedure om de apparaatstatus te controleren.
1. Open Apparaatbeheer op de computer, zoals hieronder wordt aangegeven.
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven, volgt u de
instructies op het scherm.
• Klik in Windows 10 met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer Apparaatbeheer
(Device Manager).
• In Windows 8.1 of Windows 8 selecteert u Configuratiescherm (Control Panel) via de charm
Instellingen (Settings) op het Bureaublad (Desktop) > Hardware en geluiden (Hardware and
Sound) > Apparaatbeheer (Device Manager).
• In Windows 7 of Windows Vista klikt u op Configuratiescherm (Control Panel), Hardware en
geluiden (Hardware and Sound) en Apparaatbeheer (Device Manager).
• In Windows XP klikt u op Configuratiescherm (Control Panel), Prestaties en onderhoud
(Performance and Maintenance), Systeem (System) en op Apparaatbeheer (Device Manager)
op het tabblad Hardware.
2. Dubbelklik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers) en op Ondersteuning voor USB-
afdrukken (USB Printing Support).
Als het scherm Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support Properties) niet wordt
weergegeven, controleert u of het apparaat goed op de computer is aangesloten.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de computer.
Controle 3
3. Klik op het tabblad Algemeen (General) en controleer of er een apparaatprobleem is.
Als er een apparaatfout wordt weergegeven, raadpleegt u Windows Help om deze te verhelpen.
Onnodige MP Drivers
580
verwijderen. Installeer het