Alle Apparaten; Veiligheid; Installatie En Inbedrijfstelling - Spirotech SPIROVENT Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor SPIROVENT:
- Gebruikershandleiding (56 pagina's) ,
- Montage- en bedieningsvoorschriften (28 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
3.5
Koppelwaarden
3.5.1
Alle apparaten
/i
Onderdeel
Aftapkraan [Nm], min. - max.
Ontluchtingskap
Ringmoer van de dompelbuis [Nm],
min. - max. (uitsluitend voor BE...M
BC ...M & XC...M)
3.5.2
Bouten voor demonteerbare onderzijde
(voor apparaten BD/HD en BF/HF)
/i
Diameter [DN]
Maat
DN 050/065
M20
DN 080/100
M20
DN 125/150
M24
DN 200
M24
DN 250
M24
DN 300
M27
4
VEILIGHEID
4.1
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Laat installatie en onderhoud uitsluitend
•
door een erkende installateur uitvoeren.
Zorg tijdens het werken met het
•
apparaat altijd dat het apparaat
drukloos is, laat het apparaat afkoelen
en verwijder water uit het apparaat. Dit
geldt niet bij het afvoeren van vuil uit
het apparaat.
WAARSCHUWING
Raak het apparaat of het leidingsysteem niet
aan terwijl het systeem in bedrijf is. De
oppervlakken kunnen heet zijn en aanraking
hiervan kan brandwonden veroorzaken.
VOORZICHTIG
Gebruik de vuilafvoerkraan niet voor
•
(bij)vullen.
Plaats het hoofddeel van het apparaat
•
altijd verticaal met de automatische
ontluchting (indien aanwezig) aan de
bovenzijde en de dompelbuis of de
aftapkraan (indien aanwezig) aan de
onderzijde.
8
5
5.1
Alle types
•
40 - 80
Handvast
•
15 - 40
•
•
•
Koppelwaarde
[Nm]
•
300
300
•
500
500
•
500
700
•
•
•
•
•
•
•
Nederlands
INSTALLATIE EN
INBEDRIJFSTELLING
Installatievoorwaarden
Plaats het apparaat op een vorstvrije, goed
geventileerde plaats.
Installeer het apparaat volgens de plaatselijk
geldende richtlijnen en voorschriften.
Plaats het apparaat spanningsvrij en met het
hoofddeel in de verticale positie.
Gebruik het apparaat niet als steun voor het
leidingsysteem.
Het is niet toegestaan het apparaat aan het
leidingsysteem of andere externe onderdelen vast te
lassen, tenzij het apparaat specifiek is ontworpen
om aan het leidingsysteem te worden gelast.
Het is niet toegestaan wijzigingen aan het apparaat
aan te brengen.
Breng de apart geleverde productlabels aan als de
labels op het product niet zichtbaar zijn;
bijvoorbeeld na het isoleren van het apparaat.
Uitsluitend voor BE...M, BC...M en XC...M: zorg voor
voldoende ruimte voor het vervangen van de
demonteerbare bovenzijde/onderzijde of de
dompelbuis aan de onderzijde (X
3.4.
Gebruik de hefogen uitsluitend tijdens de
installatie.
Het apparaat werkt onafhankelijk van de
stromingsrichting.
Blokkeer de automatische ontluchting (indien
aanwezig) niet en zorg dat de automatische
ontluchting altijd gemakkelijk bereikbaar is.
Voor het afvoeren van de vrijgekomen (stinkende)
lucht kan een buis aan de ontluchting worden
bevestigd (1/2" interne schroefdraad op de uitlaat).
Een overmatige hoeveelheid vuildeeltjes of
schuimvorming kan tijdelijke lekkage van de
automatische ontluchting veroorzaken.
Voor SpiroCross XC...M geldt: het apparaat (met
uitzondering van DN50 en DN65) heeft een
sensorpoort (G½") bij iedere aftakking. Deze
sensorpoorten zijn met blinde stoppen afgesloten.
Sensoren kunnen worden gemonteerd door de
blinde stoppen uit de poorten te verwijderen. Zorg
voor voldoende ruimte voor het monteren van een
sensor. De sensor kan uitsluitend met een
schroefdraadafdichtmiddel lekdicht worden
bevestigd.
Zorg bij het bevestigen van een afvoerleiding dat
deze leiding spannings- en trillingsvrij aan de
aftapkraan wordt bevestigd. Gebruik bij voorkeur
een flexibele leiding of leidingdelen (bijv. een slang).
Blokkeer de ontluchtingskraan niet en zorg dat alle
kranen altijd bereikbaar zijn.
Gebruikershandleiding - 1.0
). Zie paragraaf
r
Advertenties
Inhoudsopgave
